Theodor Holman. Beeld Artur Krynicki
Theodor Holman.Beeld Artur Krynicki

Van de ruilhandel waarin zelfs dode zielen soms een waarde hadden, begreep ze niets

PlusTheodor Holman

Theodor Holman

Anna werkte in het veldhospitaal.

“Hij is dood,” zei de chirurg. Hij verliet meteen het operatiezaaltje om de nieuwe gewonden te bekijken. Een zuster maakte het lijk al schoon.

Ze keek nog even naar de Rus en vroeg zich af of ze haat voelde.

Het was een jongen nog. Een mooi gezichtje. Ze schatte hem op een jaar of negentien, twintig. Hij leefde nog toen hij in het hospitaal kwam. Ze had z’n hand vastgehouden, maar moest die loslaten om hem te onderzoeken. Gevangenen waren handelswaar, wist ze. Van de economie met menselijke wezens, de ruilhandel waarin zelfs dode zielen soms een waarde hadden, begreep ze niets.

“Vergeet niet z’n kettinkje in z’n hand te stoppen,” zei ze tegen de zuster.

“In z’n handen of om z’n nek?”

“Wat is het?”

“Het is geen kettinkje,” zei de zuster, “ik denk dat het een armbandje is...” De zuster propte het tussen z’n handen en ging door met afleggen.

Terwijl de zuster het washandje uitkneep en het water waarmee de jongen werd gewassen steeds roder kleurde, kon ze haar ogen niet van hem afhouden. Ze dacht: ik kan hem niet haten en toch haat ik de Russen. Verdriet en haat maken me gevoelloos. Maar zo’n mooie jongen.

“Anna! Je moet snel naar O3!” Ze knikte.

Ze rende naar de operatiezaal, onderzocht de gewonde soldaat – een Oekraïner – en knikte.

“Een klus voor Sacha,” zei ze.

“Heeft het zin?” vroeg de verpleger.

“Het is één van ons. We proberen alles.”

De soldaat die buiten bewustzijn was, kreeg een injectie. Z’n hartslag was laag, z’n bloeddruk ook, het werd er niet beter op.

“Ik denk echt niet dat hij het redt, Anna!”

“We moeten...”

Op dat moment stopte de hartslag.

De defibrillator werd onmiddellijk maar tevergeefs in werking gezet.

Buiten dronk ze haar vieze koffie op. Ze had zin in snelle seks. Maar dat verdween als ze dacht aan haar broer die alweer twee maanden geleden in de strijd was omgekomen.

Eigenlijk wilde ze terug naar die jonge Rus om te kijken naar die armband. Waarom wilde ze dat? Hij zal die armband niet hebben gehad om z’n schoonheid.

Haar broer was gestorven met het horloge van z’n grootvader. Maar dat horloge was weg.

“Anna, O3 weer!”

“Ik kom!”

Ze liep door de gang, zag de bodybag van de dode Rus, ritste die open en pakte het armbandje uit z’n handen.

Theodor Holman (1953) is columnist, schrijver, televisie- en radiomaker. Elke dag, uitgezonderd zondag, lees je hier zijn column. Lees al zijn columns terug in het archief.

Reageren? t.holman@parool.nl.

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden