Unheimisch: waar is de grafsteen van Nescio gebleven?
PlusMaarten Moll
Het rook geweldig op de begraafplaats.
Gemaaid gras. Er zijn weinig geuren die me zo opbeuren als de geur van versgemaaid gras.
Langs de graven liep ik richting de zuidelijke punt van De Nieuwe Ooster, tegen de Molenwatering aan.
Ik had een tip gekregen van de historicus Gerard Aalders.
Nescio was verdwenen.
De schrijver die dit jaar een biografie kreeg (van Lieneke Frerichs), de man die zichzelf in De uitvreter en Titaantjes opvoerde als Koekebakker. Bij niet één schrijver heb ik zoveel streepjes in de kantlijn gezet als bij die twee verhalen van Nescio. (Misschien bij het verhaal Twintig minuten van James Salter, maar dat kan ik niet controleren, want ik heb het boek waar dat verhaal instaat uitgeleend en nog steeds niet teruggekregen.)
Nescio mag natuurlijk niet verdwijnen.
Direct de volgende ochtend ging ik op pad. Ik besloot een omweg te maken, want De Nieuwe Ooster is een prachtige plek om te wandelen.
Langs Jos Brink, waar, blijkens een bordje bij diens graf, schermutselingen hebben plaatsgevonden: ‘Iedereen is welkom bij het graf van Jos Brink, en iedereen mag natuurlijk bloemen of andere zaken plaatsen. Wilt u echter aan De Nieuwe Ooster overlaten, handelend namens de directe nabestaanden, hoe en wanneer bloemen en andere zaken geschikt of verwijderd worden? Dank voor uw begrip en medewerking.’
Vooral dat ‘andere zaken’ intrigeerde. Ik keek eens goed, maar zag geen andere zaken. Misschien is het niet het seizoen voor andere zaken.
Verder, langs portretschilderes Thérèse Schwartze, en de steen Annie en Henk (geen achternamen of data), versierd met de veren van een uit elkaar getrokken duif. Ook passeerde ik een grafsteen met alleen maar drie woorden erop: ‘Tot ziens Pa’.
Toen was ik bij vak 79.
Derde rij, graf 119.
En inderdaad, Nescio was verdwenen.
Nou ja, er waren geen grafschenners of zo bezig geweest die de botten hadden geroofd.
De grafsteen van Nescio was verdwenen.
Ik keek nu tegen de achterkant aan van het Familiegraf J.M. Posthuma.
Begin juli stond ik nog bij Nescio aan zijn graf. De grafsteen waarin zijn naam, samen met die van zijn vrouw en dochter zijn gebeiteld, zag er erg heel slecht uit.
Nu was ie helemaal verdwenen.
Het zag er unheimisch uit. Kaal.
Het graf kan zo in de kaartenbak voor onheilspellende shots in onheilspellende films.
Ik had de biografie van Nescio niet bij me. Anders had ik die nu op het perk voor de verdwenen steen kunnen leggen. Een biografie is per slot van rekening ook een soort grafsteen.
Gerard Aalders mailde dat de steen al weken geleden was verdwenen. Hij hoopt maar dat de steen ter restauratie is meegenomen.
Dat hoop ik ook. Al staat er geen bordje bij het graf waarom de grafsteen is verwijderd.
‘Ik vertrouw erop dat zijn zerk er binnenkort weer in volle glorie staat,’ aldus Aalders. ‘Geheel gerestaureerd. Want de gemeente Amsterdam zal het toch niet in zijn botte harsens hebben gehaald het graf te ruimen?’
En daar heb ik helemaal niets aan toe te voegen.
Maarten Moll schrijft over dagelijkse beslommeringen in de stad. Lees al zijn columns terug in het archief.
Reageren? m.moll@parool.nl