Theodor Holman. Beeld Artur Krynicki
Theodor Holman.Beeld Artur Krynicki

‘Soms leid je een goed leven door een misverstand, een ongeluk of pech. We kunnen allemaal nog gelukkig worden’

PlusTheodor Holman

Theodor Holman

Ze zongen. Vier moeders. Ze zaten in de kleine keuken van een boerderij op een tiental kilometers van Bachmoet. De oudste moeder was 35, de jongste 23. Hun kinderen speelden op het erf. In de verte kon je de oorlog horen, maar daar hadden de kinderen geen aandacht voor.

De moeders zongen liedjes van Adèle en hadden eigenlijk wel plezier.

“Waar gaat dit liedje eigenlijk over?” vroeg de oudste, die geen Engels sprak.

“Nou... dus... ze komt een oude vlam tegen en die is nu gelukkig... Nou, dat is het eigenlijk.”

“Een oude vlam... die haar niet wilde?”

“Ja, hij is gelukkig nu. Zij niet.”

De oudste moeder knikte zwijgend.

“Wat is er?” vroeg haar vriendin.

De oude moeder haalde haar schouders op en zei: “Hij is gelukkig nou... En ik inderdaad niet.”

Niemand zong meer. Het was alsof opeens de dubbelzinnigheid van de tekst tot ze was doorgedrongen.

Een van de moeders stond op en zei: “Ik heb eieren meegenomen. Laten we die eten.” Ze ging naar het raam en riep de kinderen, maar die wilden liever blijven spelen. De andere moeders vroegen of ze moesten helpen, maar dat hoefde niet.

De oudste moeder zei: “Alles is anders geworden. Zelfs verdriet is anders geworden. Ik ben alleen nog verdrietig als ik bij mijn schoonouders ben.”

“Ik ook.”

“Ik ook.”

En de vrouw die de eieren kookte zei: “Ik ben droevig als ik mijn kinderen naar bed breng. En ’s nachts.”

De anderen knikten.

Een van de andere moeders zei: “Niemand weet wat een gelukkig of goed leven is. Soms leid je het door een misverstand, een ongeluk of pech. We kunnen allemaal nog gelukkig worden.”

De moeders knikten.

De kinderen kwamen binnen. Ze hadden in de verte tanks gezien. Ze wisten dat ze er niet naar toe mochten maar ze hadden wel gezwaaid. Die kinderen gingen weer naar buiten.

“In de stad is alles weg,” zei de oudste moeder.

“Wat moeten we hier nog?”

“We kunnen nu nergens heen.”

“Ik wil niet weg.”

“Nee, ik ook niet. Liever hier met niks dan ergens anders met tranen.”

“Een nieuw leven bestaat niet.”

Een van de vrouwen pakte brood. Een ander ging snijden en de derde schonk thee in. De eieren waren klaar en werden gepeld.

“Ik wil een gewoon leven. Heel gewoon. Met niks. Ik heb niks meer, ik hoef niks meer, ik ben niks meer,” zei de oudste.

Theodor Holman (1953) is columnist, schrijver, televisie- en radiomaker. Elke dag, uitgezonderd zondag, lees je hier zijn column. Lees al zijn columns terug in het archief.

Reageren? t.holman@parool.nl.

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden