‘Rotterdammers lachen zich helemaal de tering om dat lullige houten vloertje achter Amsterdam CS’
PlusNico Dijkshoorn
Gisteren sprak ik De Echte Amsterdammer. Een samenvatting.
“(…) Ja, ik heb het gezien, de promenade achter het Centraal Station. Hebben ze dertien architecten een paar jaar over laten brainstormen, hoe je het lekkerst met je blote poten in het IJ kunt hangen. Als ze mij hadden gebeld dan had ik samen met Schele Leo en Dikkie Tonnie van Rooie Bep dat houten vlondertje er in een halve dag in gelegd. Nee, daar moeten we dan trots op zijn, dat er een aanlegplaats voor opblaasbootjes achter het Centraal ligt. Ik heb al wekenlang lachende Rotterdammers aan de telefoon.”
“(…) Ja, die lachen zich helemaal de tering om dat lullige houten vloertje. In jullie krant stond iets over grandeur en zichtlijnen en weet ik veel. Schei nou uit met me man. Dat is toch geen architectuur. Dat is gewoon moedwillig doen alsof iedereen een oogziekte heeft. Dat is expres de boel verkloten.”
“(…) Ik zit er aan te denken om met Schorre Karel en Blinde Ruud een architectenbureau te beginnen. Dan laat ik een vriend, die wel zijn school heeft afgemaakt, wat moeilijke zinnen schrijven en dan lekker een paar jaar ouwenelen met de gemeente Amsterdam. Dingen uit mijn hoofd leren zodat ik tijdens een meeting af en toe indruk kan maken. Bijvoorbeeld dingen zeggen als: ‘Wij, van stadsarchitectenbureau Kolere Wat Lelijk denken dat het goed is om de Westertoren een visueel gesprek aan te laten gaan met stadsdeel Zuid, waardoor je als Amsterdammer het gevoel krijgt dat je deel uitmaakt van een groter geheel.’ En daarna hatsiekadee, kassa!”
“(…) Wat het speerpunt gaat worden van Kolere Wat Lelijk is dat we dat hele Museumplein om gaan schoffelen. Ik had het er gisteren nog over met Dikke Sjaan. Als dat hele plein al vol staat met gebouwen vol kunst, waarom zou je dan ook nog midden op het Museumplein kunst neer gaan zetten?”
“(…) Ja natuurlijk heb ik gelijk. Wat heeft er allemaal gestaan? Een houten meisje van 6 meter hoog. Leek zo uit de kont van Jeff Koons te zijn gevallen. Die komt er nooit meer op. Al het gras gaat er ook uit. Wie wil schaatsen klimt maar op de rug van Erben Wennemars om samen te janken over de opwarming van de aarde. Op ons Museumplein verveel je je helemaal de kolere en zeg je: wat lelijk!”
“(…) Dát is voor mij het echte Amsterdam. Lelijk en gebouwen van eeuwen geleden. Een rottende haringkraam. Laat die Rotterdammers alles maar glimmend maken, wij van Kolere Wat Lelijk gaan de stad teruggeven aan de Jordanees zonder smaak.”
Nico Dijkshoorn schrijft wekelijks een column voor Het Parool.
Reageren? n.dijkshoorn@parool.nl.