Theodor Holman. Beeld Artur Krynicki
Theodor Holman.Beeld Artur Krynicki

Poetin veroorzaakte aardbevingen, dood en verderf. En alles bij elkaar meer dan 100.000 doden

PlusTheodor Holman

Theodor Holman

Hij liep zijn dorp binnen.

Geraamtes van huizen. Granaathulzen. Vuurplaatsen waar de bewoners – toen ze er nog waren – wat gekookt en zich gewarmd hadden. Zijn school was verpulverd, het huis van zijn grootouders was verpulverd, de sportschool was verpulverd.

Het begon te schemeren.

Hij haalde uit zijn zak de Engelse krant van een aantal dagen geleden die hij van een commandant had gekregen. Op de voorpagina de aardbevingen in Turkije en Syrië.

Hij dacht: ik ken deze foto’s; die hadden ze hier ook kunnen maken. Was hij jaloers? Nee. Hij snapte de aandacht. Maar was wel geïrriteerd.

Poetin veroorzaakte hier aardbevingen. Kijk maar. Poetin veroorzaakte hier dood en verderf. Ruik maar. Poetin veroorzaakte alles bij elkaar meer dan 100.000 doden.

Hij stond even stil en luisterde.

Ver weg – hij wist precies waar – ging de strijd verder. Hij tuurde of hij iets van vuur en rook kon zien.

Hij ging op de restanten zitten van een stoepje en vouwde de krant wat meer open.

Nauwgezet bekeek hij de supermarktadvertenties. En op de binnenpagina’s de foto’s uit Turkije. Het Engels was net iets te ingewikkeld voor hem.

En plotseling raakte hij overmand door woede en verdriet.

Voor het eerst deze oorlog.

De tranen biggelden over zijn wangen. Er waren redenen genoeg, maar geen daarvan gaf antwoord op de vraag waarom. Met zijn mouw droogde hij zijn ogen en wangen.

Voorzichtig scheurde hij uit de krant de foto van het ingestorte flatgebouw met de wanhopige mensen daarnaast die hoopten op een wonder.

“Mag ik die foto eens zien?” vroeg een kameraad die hem op het stoepje had zien zitten en vermeed te vragen waarom hij zo bedroefd was.

De krantenfoto werd getoond.

“Ja, Turkije hè?” zei z’n kameraad, die ook langdurig naar de foto staarde. Hij knikte.

“Waarom heb je die foto uitgescheurd?” wilde de kameraad weten.

“Ik vind het verschrikkelijk,” zei hij. Dat hij het werkelijke antwoord ontweek, vond hij ook vreemd van zichzelf.

“Ja, het is daar heel erg,” zei de kameraad.

De foto werd teruggegeven. Hij keek er nog even naar.

De woede van de natuur. Moeder aarde die boos was geworden. Toch ging er van de foto een vorm van geheime troost uit. Een troost die hij voor zichzelf moest houden.

Z’n kameraad gaf hem een sigaret.

Samen rookten ze stil en luisterden naar het granaatvuur in de verte.

De mensen die hem begrepen stonden op die krantenfoto.

Theodor Holman (1953) is columnist, schrijver, televisie- en radiomaker. Elke dag, uitgezonderd zondag, lees je hier zijn column. Lees al zijn columns terug in het archief.

Reageren? t.holman@parool.nl.

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden