Opinie

Opinie: ‘Speelfilm De Oost toont hoe oorlog generaties verdeelt’

Het palet aan sprekers over het koloniale verleden in Indonesië is gewijzigd, stelt Esther Captain. Dat komt doordat nieuwe generaties een stem opeisen.

Esther Captain
De Oost beeldt kapitein Raymond uit als een wrede onderdrukker van de bevolking. De film is gebaseerd op historische gebeurtenissen. Beeld Amazon Prime Video
De Oost beeldt kapitein Raymond uit als een wrede onderdrukker van de bevolking. De film is gebaseerd op historische gebeurtenissen.Beeld Amazon Prime Video

De Oost is veruit de meestbesproken Nederlandse speelfilm van de afgelopen jaren. De gemoederen in het publieke debat zijn hoog opgelopen, inclusief een afgewezen claim bij de rechter over het toevoegen van een disclaimer over het fictionele karakter.

Het aan de orde stellen van gevoelige thema’s als het koloniaal verleden en de oorlog in Indonesië is al voldoende stof voor discussie. In De Oost gaat het ook nog om de ­fictieve verbeelding van een waargebeurde geschiedenis: het gewelddadige optreden van een Nederlands-Molukse gevechtseenheid onder leiding van kapitein Raymond Westerling in de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog.

Geen wonder dat allerlei betrokkenen en belangengroepen zich fel hebben uitgesproken. Het toont aan dat de koloniale maatschappij en de onafhankelijkheidsoorlog in tijd weliswaar ver van ons afstaan, maar dat deze zo ingrijpend zijn geweest dat de gevolgen nog steeds doorwerken – op persoonlijk niveau, maar ook op het niveau van onze samenleving.

Oorlog met pensioen

Alle leeftijden, van de ooggetuigen van het koloniale Indië en de oorlog in Indonesië tot de naoorlogse en postkoloniale generaties van nu, hebben zich uitgesproken. Dat is opvallend.

Tot een decennium geleden was de verwachting namelijk dat de interesse van jongere generaties voor zowel de oorlog in Europa en Azië als het koloniale verleden voorgoed zou afnemen. ‘De oorlog gaat met pensioen’ was een gevleugelde uitspraak in 2010, 65 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog. Kinderen en kleinkinderen van Indische Nederlanders en Molukkers zouden zich steeds meer vermengen met Nederlanders en daarmee als het ware opgaan in de Nederlandse cultuur. Het debat rond De Oost laat echter zien dat de belangstelling van jongere generaties juist is toegenomen.

De felheid van het debat is beter te begrijpen als we ook de generatiewisseling zien die momenteel gaande is. Een van de nauwelijks benoemde scheidslijnen in het debat is die tussen de tweede en derde generatie betrokkenen bij het koloniale en oorlogsverleden.

De rekruten voor de eenheid van kapitein Raymond, die ook ‘De Turk’ wordt genoemd, moeten zich in de film schikken naar zijn orders. Beeld Amazon Prime Video
De rekruten voor de eenheid van kapitein Raymond, die ook ‘De Turk’ wordt genoemd, moeten zich in de film schikken naar zijn orders.Beeld Amazon Prime Video

De posities zijn grofweg als volgt: de tweede generatie, onder meer via het Veteranenplatform en kleine actiegroepen als de Federatie Indische Nederlanders (FIN), Maluku4Maluku (M4M) en genootschap Aurore, keert zich tegen De Oost omdat de speelfilm geen correcte weergave zou zijn van de werkelijkheid. De derde generatie, onder meer Lara Nuberg en Rochelle van Maanen (Dekolonisatie Netwerk voormalig Nederlands Indië) en Henry Timisela (Moluks Historisch Museum) juicht toe dat De Oost Nederlands-Moluks geweld aan de kaak stelt. Een aantal representanten van deze generatie stelt zelfs dat de makers nog niet ver genoeg zijn gegaan, zoals fotojournalist Geronimo Matulessy, fotograaf/historicus Marjolein van Pagee en filmmaker Joeri Pruys.

Familiegeschiedenis

Om beter te begrijpen waarom zovelen geraakt worden door De Oost, is het werk van de Amerikaanse historicus Jay Winter (Yale University) verhelderend. Hij stelt dat oorlogsgeschiedenis sinds de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) familiegeschiedenis geworden. Oorlog is niet langer het domein van militairen die de strijd op het slagveld uitvechten.

Niet alleen legers, maar ook samenlevingen zijn in oorlog. Ook burgers zijn doelwit, zij worden op grote schaal door oorlogsgeweld getroffen. Waren oorlogsslachtoffers voorheen alleen militairen, nu betreft het eveneens vrouwen, kinderen en ouderen. Deze verschuiving werkt door in oorlogsherinneringen, die niet langer beperkt zijn tot mannen in uniform, maar impact hebben in familieverband. Kijken we naar De Oost als familiegeschiedenis, dan zien we kleinkinderen gaandeweg het woord overnemen van Indië­veteranen, die als groep van ooggetuigen steeds kleiner in aantal wordt.

De derde generatie stelt vanuit een onbevangener en ook meer kritische positie vragen over het Indische en oorlogsverleden van de eerste generatie, hun grootouders. De betrokkenheid van de derde generatie blijkt uit hun ieder jaar toenemende aanwezigheid bij de nationale herdenking op 4 mei en de Indiëherdenking van 15 augustus. Zij herontdekken hun (deels) Indische en Molukse identiteiten, gestimuleerd door Black Lives Matter en de kennisbeweging over kolonisatie.

De tweede generatie staat ertussenin. Deze had te maken met ouders die getekend waren door het complexe verleden, waarin familie­leden elkaar probeerden te ontzien door veelal te zwijgen over vroeger en zich te bewijzen in de Nederlandse samenleving. Vanuit familieperspectief is het begrijpelijk dat dochter Palmyra Westerling het opneemt voor haar vader en dat FIN, M4M en Aurore als tweede generatie moeilijk kunnen omgaan met de artistieke vrijheid die de makers van De Oost ten aanzien van hun vaders hebben genomen.

De film laat zien dat het woordvoerderschap over het koloniale en oorlogsverleden is gewijzigd. Het is niet langer opa of oma die herinneringen over Ind(ones)ië ophaalt, maar het kleinkind met een Indische of Molukse achtergrond dat kritische vragen stelt. Jongere generaties houden Nederland een spiegel voor die confronterend is.

Esther Captain is historicus bij het Koninklijk Instituut van Taal- Land- en Volkenkunde in Leiden en onderzoeker bij het programma over de periode 1945-1950. Beeld Suzanne Liem Photography
Esther Captain is historicus bij het Koninklijk Instituut van Taal- Land- en Volkenkunde in Leiden en onderzoeker bij het programma over de periode 1945-1950.Beeld Suzanne Liem Photography

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden