Digitale thema’s stonden het afgelopen jaar volop in het nieuws. Desondanks was er in de programma’s van politieke partijen die meededen aan de Provinciale Statenverkiezingen nauwelijks aandacht voor, stellen Danielle Arets, Rudy van Belkom en Bart Wernaart.
Onderzoekers van Fontys Hogeschool analyseerden de digitale agenda van alle partijen die hebben meegedaan aan de verkiezingen van woensdag. Hoewel onderwerpen als cybersecurity, digitale geletterdheid en de vestiging van datacentra steeds vaker expliciet werden benoemd in partijprogramma’s, is de aandacht voor dit soort onderwerpen schaars.
De verschillen tussen provincies en partijen zijn groot. In de Randstad is er de meeste aandacht voor deze onderwerpen met Noord-Holland aan kop. Friesland is hekkensluiter. De thema’s die in de door de onderzoekers geanalyseerde programma’s aan bod komen, zijn enorm versnipperd. Ter vergelijking: thema’s gerelateerd aan ruimtelijke ordening worden bijna driemaal zo vaak behandeld.
Dat er buiten de Randstad zo weinig aandacht is voor digitalisering is schrijnend, omdat de leefbaarheid en het vestigingsklimaat op het plattelandsgebied al jaren in het geding zijn. Mede door de slechte digitale infrastructuur keren jongeren en bedrijven het platteland de rug toe.
Appels met peren vergelijken
De aandacht voor de digitale agenda in de programma’s van de politieke partijen valt grofweg uiteen in twee perspectieven: die van de techno-optimisten en die van de techno-pessimisten. Aan de ene kant zien partijen kansen voor de industrie en de regio en aan de andere kant zien zij gevaren voor de burger.
De VVD focust zich bijvoorbeeld op de kansen van digitalisering voor het midden- en kleinbedrijf (mkb). Een heel ander geluid horen we bij GroenLinks, die vol inzet op een algoritmeregister, waarin voor iedereen te zien is waar algoritmen worden ingezet en welke trainingsdata er voor het algoritme zijn gebruikt. Deze verschillende uitgangspunten laten zich lastig met elkaar vergelijken.
Een samenhangende agenda was niet terug te vinden in de verkiezingsprogramma’s. Het is daardoor voor burgers ondoenlijk een beeld te krijgen van de verschillen tussen politieke partijen als het gaat om digitale thema’s.
Los van de focus op positieve of negatieve effecten van digitalisering lijken de onderwerpen in zowel het VVD verkiezingsprogramma als in dat van GroenLinks wel erg braaf gekozen: wie is het er nou niet eens? Natuurlijk kan innovatie het mkb verder helpen en natuurlijk willen we burgers beschermen tegen complexe algoritmische ketens die almaar ongrijpbaarder worden. Maar hoe we voor de noodzakelijke regie op deze onderwerpen zorgen, laten de politieke partijen onbesproken.
Provincie als spin in het web
Het is geen geheim dat de digitale agenda ook op landelijk en gemeentelijk niveau ondervertegenwoordigd is als het om de programma’s van de politieke partijen gaat. Uit verschillende analyses blijkt dat er weinig IT-expertise is op hun kandidatenlijsten. En de experts die er zijn, staan vaak laag op de lijst.
Wat we nodig hebben, is een integrale visie op onze digitale toekomst. Het gaat immers niet om de keuze tussen een algoritmeregister óf een innovatief mkb-beleid, maar om het benutten van de kansen en het voorkomen van gevaren. Hiervoor is het van belang om naar de gehele digitale infrastructuur te kijken. Van de kabels en dataopslag tot de ethische inzet van algoritmen.
De provincie is bij uitstek de bestuurslaag waar de coördinatie van deze infrastructuur kan plaatsvinden. Net zoals de provincie nu al verantwoordelijk is voor een groot deel van de ruimtelijke infrastructuur. Met het oog op de naderende Omgevingswet liggen hier legio kansen. Denk aan alle data die beschikbaar zijn over bodem en water. Hier kunnen de waterschappen een cruciale partner in zijn.
Gedeputeerde voor Digitale Zaken
De digitale agenda heeft daarom meer ambitie en een lange termijnvisie nodig. Nu worden in programma’s nauwelijks relaties gelegd tussen digitalisering en urgente maatschappelijke thema’s als de energietransitie of omgevingsbeleid, terwijl juist daar kansen liggen om digitale technologieën in te zetten.
Volt pleitte in zijn verkiezingsprogramma voor een gedeputeerde met digitale zaken als portefeuille om toe te zien op algoritmes. Zo’n gedeputeerde moet er vooral komen, maar geef die dan wel een stevige portefeuille waarin digitalisering, energietransitie, digitale innovatie en digitaal toezicht hand-in-hand gaan.
Daniëlle Arets (lector journalistiek en verantwoorde innovatie aan Fontys Hogeschool), Rudy van Belkom (directeur Stichting Toekomstbeeld der Techniek) en Bart Wernaart (lector moral design strategy aan Fontys Hogeschool)