Opinie
Opinie: ‘Overheid ontloopt haar verantwoordelijkheid in de woningcrisis’
De decentralisatie van de volkshuisvesting heeft geleid tot de huidige woningcrisis, stelt Samir Chabrani. Toch kan het tij volgens hem nog gekeerd worden.
In het debat over de woningcrisis zijn de afgelopen maanden diverse zeer interessante bijdragen verschenen. Terecht werd daarin de focus op allerlei zaken gelegd die op verschillende niveaus bijdragen aan deze crisis.
Waar het toch nog aan schort is een bredere kijk op hoe we beleidsmatig-historisch in deze situatie verzeild zijn geraakt en hoe we de woningcrisis het snelst en effectiefst zouden kunnen oplossen. Daarin valt met name één oorzakelijk verband op dat meer aandacht verdient: decentralisatie van de volkshuisvesting.
Geen luxehobby
Kunt u zich voorstellen dat defensie op gemeentelijk niveau zou worden uitgevoerd? Dat elke burgemeester zelf een stukje van het leger aanstuurt? En dat de provincie daar dan heel streng beperkingen aan oplegt? Of dat de samenstelling van het basispakket in elke gemeente anders is? Of dat de aanpak van CO2-uitstoot per provincie verschilt? Buitenlandse zaken organiseren op provinciaal niveau? Nee? Vraagt u zich dan eens af waarom dat wel geldt voor ruimtelijke ordening en volkshuisvesting.
Het fysiek inrichten van een land is geen luxehobby of commerciële onderneming. Adequate huisvesting is een universeel mensenrecht. Met de nadruk op ‘adequate’. Vandaag de dag heeft een groot deel van de middenklasse in een van de rijkste landen ter wereld hiertoe geen toegang. Dat is een serieus probleem, wat een enorme weerslag heeft op welzijn en welvaart, zowel op individueel niveau als regionaal.
We hebben in de jaren zeventuig met eigen handen de volkshuisvestingstraditie de nek omgedraaid. Nu, ruim 45 jaar later, zien we de gevolgen om ons heen. Het treintje ontwikkelen-bouwen-kopen-verkopen-verhuizen lijkt piepend tot stilstand te komen, terwijl een immer groeiend deel van de meeste huishoudinkomens opgaat aan woonlasten.
Ruimtelijke ordening is een proces van de lange adem. Met de keuzes die we nu maken, vormen we de situatie over vijftig jaar en later.
Vreselijk dogma
Het wrange is dat we het probleem wel kúnnen oplossen. Er is zo veel vraag, zo veel kans, zo veel kapitaal. En misschien wel het belangrijkste: de grond is er. Er is heel veel grond beschikbaar in de directe nabijheid van infrastructuur en voorzieningen. Maar onze agrarische ambities zijn blijkbaar belangrijker.
Nederland is met een piepkleine oppervlakte nummer twee landbouwproducent in de wereld. In de wereld! Meer dan de helft van ons land wordt gebruikt als landbouwgrond. Dat is geen groen, dat is geen natuur, dat is een productiemiddel voor grote bedrijven die er – middels het uitknijpen van boeren – miljarden aan verdienen. Intussen wacht de burger op een woning met tuin, die er niet komt, omdat de provincie geen woningbouwontwikkeling op agrarische grond toelaat. We moeten van dit vreselijke dogma af en snel ook.
In de jaren zeventig vonden kabinetten-Den Uyl, -Van Agt en -Lubbers dat we waren doorgeslagen in het centraliseren van taken op nationaal niveau. Met de kabinetten-Kok, -Balkenende en -Rutte zijn we inmiddels volledig naar de andere kant doorgeslagen.
Een dak boven je hoofd is een zaak van nationaal belang, iets wat nationaal aangestuurd en nationaal bewaakt en gegarandeerd moet worden. Wat zijn we voor land als we dat al niet kunnen organiseren? Moet er eerst een soort Urgendazaak komen, maar dan voor het recht op huisvesting? Moeten we met een club advocaten naar de VN of naar het Europese Hof? Of afwachten wat een nog te vormen kabinet gaat doen? Een ding is zeker: voor de enorme groep woningzoekers die volledig klem zitten is er op korte termijn geen oplossing.