Opinie

Opinie: ‘Het raadsel van Meisje met de fluit is makkelijk op te lossen: het is een zelfportret’

Deskundigen keken er volgens Marien Faber straal voorbij, maar het is hartstikke duidelijk wie Vermeers Meisje met de fluit echt heeft gemaakt: het is een zelfportret. ‘We leven in een wereld waarin men traditioneel, gemakzuchtig kijkt vanuit het mannelijke perspectief en het meisje gedachteloos als een object beschouwt.’

Marien Faber
Meisje met de fluit van Johannes Vermeer (1632-1675), olieverf op paneel. Beeld National Gallery of Art, Washington
Meisje met de fluit van Johannes Vermeer (1632-1675), olieverf op paneel.Beeld National Gallery of Art, Washington

In Het Parool van afgelopen zaterdag wordt het raadsel besproken van Vermeers Meisje met rode hoed en Meisje met de fluit. We zien hetzelfde meisje op dezelfde stoel, met dezelfde achtergrond: het ene schilderij onbetwist een echte Vermeer, het ander zwakker van compositie, met Vermeer-onwaardige fouten.

Maar als Meisje met de fluit niet van Vermeer is, van wie is het dan wel? Dat is al jaren de grote vraag. Vermeer, weten deskundigen, had geen assistenten of gezellen. Toch is het ongetwijfeld het werk van iemand die ‘grondige kennis had van de werkmethoden van Vermeer’, aldus Vermeerkenner Marjorie Wieseman.

Terwijl deskundigen de zwakte van het werk dan maar vergoelijken met ‘een snelle studie’, of verklaringen als ‘door een andere kunstenaar herzien’, is het juist door die ‘grondige kennis’ dat de oplossing van het raadsel, in al z’n eenvoud, ons letterlijk recht in de ogen kijkt: Meisje met de fluit is een zelfportret.

Mannelijk perspectief

Hoe konden de deskundigen dit over het hoofd zien? Simpel. We leven in een wereld waarin men traditioneel, gemakzuchtig kijkt vanuit het mannelijke perspectief en het meisje gedachteloos als een object beschouwt: iets dat je schildert, maar dat niet zelf schildert. Zelfs terwijl al lang bekend is dat in de zeventiende eeuw veel werd geschilderd door mensen die dat niet beroepsmatig deden, maar uit liefhebberij.

Een belangrijke groep amateurs bestond uit jonge ‘juffers’ uit de hogere klassen, die (nog) geen maatschappelijke verplichtingen hadden en hun tijd op een andere manier moesten vullen. Daar zat veel meer talent tussen dan men denkt. Ongetwijfeld was het meisje in Vermeers atelier – mogelijk Magdalena, dochter van Vermeers mecenas Pieter Claesz. Van Ruijven – niet iemand die een carrière als schilder zocht, maar wél interesse had in schilderen en kennelijk de kans niet liet lopen om onder het toeziend oog van de meester haar talent te beproeven.

Het resultaat is precies wat je mag verwachten: in alles een Vermeer, behalve in de enorme ervaring en buitengewone kundigheid die alleen Vermeer zelf bezat, maar niettemin goed genoeg om twijfel te zaaien, zelfs onder deskundigen.

Marien Faber, Duivendrecht

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden