Opinie
Opinie: ‘Geef het wereldwonder op de Dam terug aan de Amsterdammers’
Ooit had het Paleis op de Dam een schakelfunctie in de band tussen overheid en burger, nu is het vooral verscholen grandeur, stelt Jaap Hoeksma. Hij pleit ervoor om zowel het paleis als het plein weer dichter bij de Amsterdammer te brengen, en dan vooral: de Burgerzaal.
Dit schreef Het Parool eerder over de Dam
• Waarom ontbreekt het de Dam aan allure? Stadshistoricus Tim Verlaan: ‘Een plein moet een verkeers- en verblijfsfunctie hebben, de Dam heeft dat allebei net niet.’
• Lezer Egbert Schuttert (74) kwam met een idee om de Dam opnieuw in te richten, met maquette en al. Zijn voorstel: maak het plein volledig voor voetgangers en verplaats het monument.
Europese metropolen hebben vaak oude stadhuizen met grote pleinen, waarop de burgers bijeen kunnen komen. In Rotterdam werd het kampioenschap van Feijenoord vorige week door de supporters in het hart van de stad gevierd. Een goede locatie in Amsterdam voor de huldiging van Ajax Vrouwen, als die was doorgegaan, zou ook voor de hand hebben gelegen.
De Burgerzaal van het oude Amsterdamse stadhuis is oorspronkelijk als democratische ontmoetingsplaats voor de burgers ontworpen. In de huidige tijd van burgerberaden en civiele participatie vormt het vertrouwde gebouw op de Dam de ideale plek om het democratisch leven van de stad nieuwe impulsen te geven.
In de 17de eeuw, toen het stadhuis op de Dam werd gebouwd, waren de Nederlanden volop bezig hun onafhankelijkheid te verwerven. Het begin van de bouw viel samen met het einde van de Tachtigjarige Oorlog en de ondertekening van de vrede met Spanje. De bedoeling van de regenten was dat hun stadhuis het symbool van de vrijheid van de Amsterdamse burgers zou worden.
Het bestuursstelsel van de stad was een van de meest democratische van het continent en de stadsregering wilde daar door middel van het nieuwe stadhuis uitdrukking aan geven. Dat lukte boven verwachting! Tijdgenoten omschreven het Amsterdamse stadhuis als het achtste wereldwonder en de Haagse dichter Huygens schreef dat Rome en Caïro misschien ook wel mooi waren, maar het niet haalden bij Amsterdam.
Toegangskaartje nodig
Je kunt vier eeuwen later aan Europese bezoekers niet uitleggen waarom dit Amsterdamse wereldwonder geen functie in het democratisch leven van de stad vervult. In Engeland wordt de Magna Carta uit 1215 als het begin van de burgerlijke vrijheden gevierd en in Frankrijk staan de burgers van Calais in aanzien wegens de opofferingen voor hun stad, maar in Amsterdam mogen de mensen hun Burgerzaal alleen op vertoon van een toegangskaartje bezichtigen.
De Amsterdamse praktijk steekt ook schril af bij de gastvrijheid waarmee de provincie Limburg geïnteresseerde burgers in het Gouvernementsgebouw ontvangt. Een fraai uitgevoerde maquette bij de ingang herinnert de bezoekers eraan dat het Verdrag van Maastricht in 1992 in dit bestuurlijk centrum werd gesloten. Organisatoren van debatten over Europa mogen de Statenzaal, waarin de EU is opgericht, zonder al te veel plichtplegingen gebruiken.
In de Burgerzaal van het Paleis op de Dam werd in 1997 het Verdrag van Amsterdam ondertekend, dat de grondslag legde voor een democratisch Europa. Er is in de wijde omgeving van de Dam geen spoor van herinnering aan deze cruciale ceremonie te bekennen. Amsterdamse EU-burgers die ideeën bedenken om de oorspronkelijke functie van de Burgerzaal als democratische ontmoetingsplaats in ere te herstellen, krijgen nul op het rekest.
Privépaleis van het koningshuis
Er zijn in de lange geschiedenis van het oorspronkelijke stadhuis veel redenen aan te wijzen voor de huidige, even gecompliceerde als onwenselijke situatie. De afwijking begint met de inbeslagname door koning Lodewijk Napoleon tijdens de Franse overheersing aan het begin van de 19de eeuw. De jongere broer van de Franse keizer wilde zijn imago opvijzelen, ontdeed het stadhuis van de oorspronkelijke symboliek en nam het in gebruik als privépaleis.
Hoewel de vreugde voor de kortstondige koning van tijdelijke duur was, omdat hij in 1810 alweer afstand van de troon deed, waren de gevolgen van blijvende aard. De band tussen Amsterdam en het stadhuis werd doorgesneden en het gebouw van Jacob van Campen werd uiteindelijk de hoofdstedelijke residentie van het regerende vorstenhuis van het Koninkrijk der Nederlanden.
De zeggenschap van de burgemeester van Amsterdam over het stadhuis is in de 21ste eeuw beperkt tot het meepraten in een koninklijke paleiscommissie. Activiteiten in het paleis kunnen alleen met instemming van de commissie plaatsvinden. De gemeenteraad heeft deze constructie in 2019 expliciet ter discussie gesteld. De verhouding tussen stad en staat, c.q. koningshuis, met betrekking tot het wonderwerk van Jacob van Campen is volledig uit balans, als de burgers van de stad geen toegang hebben tot hun democratische gespreksruimte. Zo bezien vormt het 750-jarig bestaan van de stad een uitgelezen mogelijkheid het evenwicht te herstellen en de burgers van Amsterdam weer toegang te geven tot hun stadhuis.