Opinie

Opinie: ‘Brand Riekerhaven valt niet alleen een verwarde jongen te verwijten’

Woongemeenschappen waar jongeren en statushouders samenleven, kunnen wel degelijk slagen, schrijft Paula Smith. Maar dan wel met een geschikt gebouw en de juiste hulp.

Paula Smith
De brand bij appartementencomplex Riekerhaven in Amsterdam Nieuw-West.  Beeld RAMON VAN FLYMEN/ANP
De brand bij appartementencomplex Riekerhaven in Amsterdam Nieuw-West.Beeld RAMON VAN FLYMEN/ANP

Na de brand die is uitgebroken op het complex Riekerhaven in Amsterdam, kon ik niet stil blijven. Ik woon in Spark Village, een community in Amsterdam-Oost waar 240 studenten, statushouders en werkende jongeren tussen de 18 en 28 jaar en van diverse afkomsten samenwonen. Daarnaast ben ik onderzoeker in het sociaal domein in Noord-Holland.

Wat Riekerhaven – als ik de verhalen van de afgelopen jaren mag geloven – onderscheidt van mijn woongemeenschap, is dat het daar minder goed gelukt lijkt te zijn om een veilige cultuur te creëren. Dat heeft meer te maken met het appartementencomplex en een falend zorgsysteem, dan met de bewoners zelf. Daar is deze brand ook een gevolg van.

Riekerhaven rammelt aan alle kanten. Dat de woningen in slechte staat verkeren was al bekend toen de daken er afgelopen jaar afvlogen. Daarnaast wonen bewoners op losse gangen die niet voor iedereen toegankelijk zijn, waardoor er weinige sociale controle is en er op bepaalde gangen een onveilige sfeer ontstond.

Ook zijn bewoners grotendeels verantwoordelijk voor het schoonhouden van de gemeenschappelijke ruimtes. Het resultaat: vieze ruimtes waar niemand meer zorg voor draagt. Tot slot wonen er 570 bewoners, wat geen zorgvuldige overweging is geweest, maar gebaseerd op het aantal containers dat destijds beschikbaar was. Bewoners kunnen dan nog zo hun best doen, als de randvoorwaarden slecht zijn, is het dweilen met de kraan open.

Kijk naar goede voorbeelden

Willen we echt werken aan een community in een diverse context en polarisatie tegengaan, dan is het essentieel dat we bij bouwplannen rekening houden met factoren die de gemeenschapszin bevorderen dan wel belemmeren. Ik ben het daarom eens met Joeri (voormalig communitybuilder bij woongemeenschap Stek Oost) en de gemeente Amsterdam dat dit soort woonprojecten niet zomaar afgeschreven, maar verbeterd moeten worden. Dat kan heel goed op basis van een goed voorbeeld, zoals de community waar ik woon.

In Spark Village is het in vier jaar tijd – met vallen en opstaan – gelukt om een florerende woongemeenschap op te bouwen. Het complex is zo gebouwd dat buren elkaar gemakkelijk tegen het lijf lopen, er zijn geen gesloten gangen en in het midden is een groot plein waar praktisch iedereen langsloopt.

De algemene ruimtes worden professioneel schoongemaakt. Dat zorgt ervoor dat gedeelde ruimtes veelvuldig gebruikt worden én dat bewoners zelf goed met die ruimtes omgaan. Ook zijn bewoners op eigen initiatief betrokken en vertegenwoordigd in een bewonerscommissie voor juridische zaken, een wervingscommissie voor nieuwe bewoners en een huiskamercommissie die zich ontfermt over de gedeelde huiskamer.

Daarnaast is er een team van communitybuilders dat een belangrijke schakel vormt tussen bewoners en organisaties. Niet onbelangrijk: dit team is een goede afspiegeling van de bewonerssamenstelling.

Belastend en ontwrichtend

Community’s hebben veel preventieve kracht, bijvoorbeeld bij het vroegtijdig signaleren van verward gedrag. Maar zonder de juiste hulp, is het voor de groep belastend en ontwrichtend. Dat ondervinden momenteel bewoners van meerdere complexen in Amsterdam en dat hebben wij ook ondervonden toen één van onze bewoners zichzelf na meerdere pogingen van het leven beroofde.

De brand op Riekerhaven is exemplarisch voor het falende zorgsysteem. Geestelijke gezondheid krijgt pas aandacht als het te laat is: wanneer de brand al is aangestoken of de zelfmoordpoging al is gedaan. Hoewel welzijnsorganisaties, vrijwilligersstichtingen en de community een hoop bescherming bieden, is het niet voldoende voor de vaak zwaardere, complexe problematiek van gevluchte mensen. Sommigen kampen met stress, trauma’s en depressies, maar vinden hun weg niet naar geschikte hulp.

Voor specialistische hulp lijk je alleen terecht te kunnen bij een crisisteam, want anders krijg je te maken met eindeloze wachtlijsten. Daarnaast is in de interactie met hulpverleners regelmatig sprake van een culturele mismatch, bijvoorbeeld door het ontbreken van een tolk.

Sterk sociaal vangnet

Zorg daarom dat cultuur-sensitieve specialistische ondersteuning structureel toegankelijk is, bouw complexen die het groepsgevoel bevorderen, onderschat de meerwaarde van communitybuilders niet en geef alle nieuwe bewoners een training over hoe het is om samen te leven in een diverse woongemeenschap.

Dan maakt het bovendien minder uit hoeveel bewoners er wonen en wat de samenstelling is. Juist een diverse community kan een sterk sociaal vangnet zijn, doordat er een grote verscheidenheid aan hulpbronnen aanwezig is. Ook – en juist – voor mensen met trauma’s, stress en depressies.

Schrijf dit soort woonprojecten niet af, maar verbeter en koester ze.

Paula Smith, bewoner Spark Village in Amsterdam Oost en onderzoeker sociaal domein.

Ook namens communitybuilders en bewoners: Kay de Vries, Nora Nijhuis, Abubakr Ibrahim, Mohamed Bouali, Joel Julian Silverio, Jasper den Duijf, Lieke Geene, Louis Veerkamp, Bouke Brockhus, Morid Aziz, Colinda Bos, Jonell van der Wal, Kim Pelser, Talisha Sheikkariem, Rita Mohammad, Birgit Bekker, Christi Sijne, Koen van Stekelenburg, Behroz Tojiboev, Ramish Zahir en Maarten van Dorp.

Paula Smith. Beeld
Paula Smith.

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden