Opinie
Opinie: ‘Blijf met elkaar in gesprek, zeker over regenboogvlag’
De regenboogvlag zorgt nog altijd voor discussie. We moeten vooral samen het gesprek aangaan om ons te verbroederen en om uitsluiting te voorkomen, zegt Hidde Kuiper.
De voorouders van James van Kirk (1858-1946) hadden een eeuw eerder het Gelderse Buren verlaten om nieuw geluk in het verre Amerika te vinden. Achterkleinkind James kwam in 1913 naar ons land en bood in Den Haag op het Vredespaleis de eerste regenboogvlag aan.
In 1929 kwam hij opnieuw naar Nederland en reed rond in een oude Ford met op de zijkant de woorden geschilderd: ‘Make peace. Let us be brothers, not barbarians’. Na James’ bezoeken brak er beide keren een wereldoorlog uit. Hij voelde blijkbaar goed aan dat het mis zou gaan.
De regenboogvlag is de erfenis van een man met Nederlands bloed. Daar moeten wij een voorbeeld aan nemen. Dat vonden wij in ons gezin ook, daarom hingen we na de Pride zelf ook een regenboogvlag op. Uit ons raam. In een nette straat in Amsterdam-Zuid.
Enkele weken later kregen we een brief in de bus. Met daarin onder meer de tekst dat het ‘nu wel tijd om is de vlag te verwijderen. Het is een heel storend gezicht voor ons en met name voor de uitstraling van onze straat’.
De vlag ‘had er nu wel lang genoeg gehangen: de feestdag en protesten zijn al voorbij’. En onderaan: ‘dit ook op verzoek van de afdeling handhaving van de gemeente Amsterdam’.
Grappig, aangezien de burgemeester van Amsterdam in Het Parool van 25 september zegt dat ze de vlag van James regelmatig ophangt en lang zal laten hangen.
We kunnen het James niet meer vragen, maar ik schat zo in dat hij zijn hoofd zou hebben geschud en ons zou hebben aangemoedigd met de brievenschrijver in gesprek te gaan. Met het doel ons te verbroederen en om uitsluiting van anderen te voorkomen, waarmee het in de Tweede Wereldoorlog allemaal begon.
Ik wil wel, James, maar het gaat niet lukken; de brief was anoniem.