Opinie

Opinie: ‘Binnen een straal van een paar meter is er altijd wel een Antonie, verborgen en weggepoetst’

Je kunt van mening zijn dat de dood van Antonie Kamerling (1966-2010) uitgemolken wordt met Toen ik je zag, maar dan onderschat je het belang van de film voor hen die dagelijks naar adem moeten happen, schrijft Rachelle Booi.

Rachelle Booi
Antonie Kamerling in 2004, zes jaar voor zijn overlijden. Beeld Marco Okhuizen/ANP
Antonie Kamerling in 2004, zes jaar voor zijn overlijden.Beeld Marco Okhuizen/ANP

Zo’n tien maanden geleden schreef ik op Facebook dat het geen geheim is dat ik zelf ook wel eens stoei met de aan- en uitknop van het leven. Dat is helaas nog steeds zo, met het verschil dat ik mij er niet meer zo voor schaam.

Op social media wemelt het inmiddels van de artikelen over jong en oud die in dappere eenzaamheid hun laatste adem hebben uitgeblazen. Niet omdat ze per se dood wilden, maar vanuit de vurige wens de donkerte in hun psyche op een dag de mond te snoeren.

‘Maar je hebt een dak boven je hoofd, een gezond en mooi lijf, een fijne baan, talent, mooie kinderen, een fijne partner, een lieve hond. Je maakt prachtige reizen en hebt zoveel vrienden, een paar heel goede zelfs! Je hebt nog zoveel om dankbaar voor te zijn!’ Dat iemand die met depressies kampt zich daar niet vol bewust van zou zijn, is een groot misverstand.

Een blonde prins

Vandaag liep ik door mijn mooie stad Haarlem richting de Filmkoepel met mijn lievelingsnichtje, bij wie ik altijd mijzelf kan en mag zijn. Ik had niet enkel een date met haar, maar ook met Antonie Kamerling, een blonde prins. Althans, zo voelde dat voor mij, want ondanks dat hij er niet meer is, is het lijntje nog altijd voelbaar en misschien zelfs sterker geworden.

De film Toen ik je zag, naar het gelijknamige boek van Antonies weduwe Isa Hoes, stond op het programma en ook al wist ik dat deze mij diep zou raken, besloot ik hem niet uit de weg te gaan en de gevangenschap in mijzelf wederom onder ogen te zien in de oude gevangenis van Haarlem.

‘Ik wou dat er een knop was, een knop in mijn hoofd die ik gewoon ‘aan’ kan zetten.’ De bruine kijkers van acteur Egbert-Jan Weeber staren naar de psychiater, terwijl ik de blauwe van Antonie zie. Die knop. Het verlangen naar die knop.

Continu oorlog voeren

Geen yoga, mindfulness of shiatsu. Geen familieopstellingen, rebirthing of hypnotherapie. Geen EMDR, RET, cognitieve therapie en ga zo maar door. En vooral geen antidepressiva. Enkel een doodgewone knop die het leven altijd op ‘aan’ zet, dat zou zo fijn zijn. ‘Uit’ en ‘aan’ is namelijk doodvermoeiend: het is alsof de twee standen continu oorlog voeren met elkaar, waarbij beide steeds verliezers zijn. ‘Uit’, omdat deze zich levend dood voelt, en ‘aan’, omdat deze altijd leeft in het volle besef dat ‘uit’ om de hoek loert. Welkom in de grillige wereld van een onstabiele psyche, een strijd die menigeen op de wereld veelal verborgen voert.

Vanwege het haarscherpe neerzetten van de dualiteit tussen de ups en downs en het voortreffelijke Nederlandse acteerwerk laat ik mijn tranen stromen. De wil om het leven vol te grijpen wanneer het voelbaar is, en daar lijnrecht tegenover de wil om rust te vinden in de zachte armen van de dood.

Enerzijds de angst en het onvermogen om het te kunnen uitleggen, anderzijds de angst en het onvermogen van de omgeving die nooit helemaal kan begrijpen hoe de zware deken aanvoelt omdat ze hem zelf nooit hebben gekend. Oplossen kan niet, maar de kracht van troost wordt zwaar onderkend: een simpele aanraking van huid op huid kan van levensbelang zijn. Dan hoeft er niet zoveel gezegd en is het er zijn voldoende.

Tel tot 10 en houd je adem in

Je kunt van mening zijn dat de dood van Antonie uitgemolken wordt door de twee boeken die erover zijn verschenen of dat Antonie een flutacteur en/of -zanger was. Je kunt vinden dat depressieve mensen enkel schreeuwen om aandacht of enkel aan zichzelf denken bij het verrichten van hun daad.

Maar tel dan even tot 10 en houd je adem in: dan weet je hoe het voelt om levend naar adem te happen en begrijp je misschien het belang van deze productie. Binnen een straal van een paar meter is er altijd wel een Antonie, verborgen en weggepoetst onder zijn of haar masker, zijn of haar talent.

Mijn nichtje pakt mijn hand vast, wanneer ik begin te snikken als de hoofdrolspelers in Italië besluiten om samen voor kinderen te gaan. ‘Ik zal er altijd voor jullie zijn’ belooft hij op voorhand aan zijn toekomstige kroost, terwijl zijn vriendin de witte pilletjes van haar pilstrip stuk voor stuk uitdrukt in een fontein.

Verdrietig omdat hij het fysiek en mentaal niet heeft gered, laat ik mijn nichtje over mijn hand wrijven. Haar vingers voelen zacht en warm aan en geven af en toe een troostend klopje.

In plaats van de uitknop kijkt Antonie even om de hoek: via een vreemd soort geruststellend lijntje heb ik altijd het idee dat hij mij – als ook anderen – ziet en steunt. Henk, mijn psycholoog, zegt wel eens: ‘Roep je denkbeeldige vriendje er maar bij.’ En tegen een stel lange blonde lokken en blauwe kijkers zeg ik nooit nee.

Rachelle Booi (1974) combineert een baan als hotelreceptioniste met schrijven. Haar debuutroman komt volgend jaar uit.

Denk je aan zelfmoord of maak je je zorgen om iemand? Praten over zelfmoord helpt en kan anoniem via de chat of telefonisch: 113 of 0800-0113.

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden