Lezersbrief
‘Ook in Noord worden rust en stilte opgeofferd’
Hoe nobel het stadsbestuur ook spreekt over groene longen en duurzaam toerisme, het staat vaak buitenspel. Het zijn de investeerders die in Amsterdam de dienst uitmaken, schrijft Paroollezer Simon de Boer in deze ingezonden brief.
Ik trok de drukte niet meer: Canal Pride, Prinsengrachtconcert, ADE, Koningsdag, Jordaan- en Lightfestival, City Walk, massatoerisme en Amsterdammers die steeds vaker een moraalloze snipperdag namen. Het Centrum werd het partycentrum en na dertig jaar Jordaan verhuisde ik naar Noord.
Maar Noord krijgt er ook van langs. Natuur en landschap moeten eraan geloven. Rust en stilte worden geofferd voor nieuwe bewoners. Alleen dit jaar al zijn er 600 hotelbedden bijgekomen. Op de pont vergeten toeristen de 1,5 meter, terwijl ze foto’s maken van de A’DAM Toren. De angstgillen van schommelaars zijn ook op mijn balkon goed te horen. Het gegil roept het galgenveld aan het IJ in herinnering, waar lieden opgehangen werden, een waarschuwing aan de bezoekers die destijds per boot arriveerden.
In mijn buurt tref je ook veel daklozen die in portiek of groenstrook overnachten. Op een woontoren in aanbouw hangt een reuzenbillboard: ‘Ook hier zijn nog enkele penthouses te koop’. Dat contrast, dat is zo Amsterdam nu! In zo’n stad willen we toch niet wonen?
Hoe nobel het stadsbestuur ook spreekt over groene longen en duurzaam toerisme, het staat vaak buitenspel. Het zijn de investeerders die in Amsterdam de dienst uitmaken. En daar heb je twee soorten van.
De eerste heeft ‘wit’ geld dat ze alleen investeert voor snel rendement. De socialistische Amsterdamse School én tuinwijken zouden vandaag niet eens ontwikkeld worden, het hedendaags investeringsideaal is daarvoor te eenzijdig.
De tweede stroom is het ‘zwarte’ geld. Witwassers kopen winkels en horeca en beheren hele straten. Het toont dat de wet Bibob tekortschiet.
We moeten nu goed nadenken over de stad waarin we willen wonen. Over wat samenleven is. We moeten leren waarderen wat ons is overhandigd en minder naar andere steden kijken. Of juist wel: in überhip New York werken brave burgers dag en nacht alleen voor de huur. Hun eten zoeken ze in vuilnisbakken. In een notendop de uitwassen van het marktdenken.
Amsterdam had het. Krijg het terug!
Simon de Boer, Amsterdam