Midden in het nummer de bekende André-Hazes-teringlelijke gitaarsolo
PlusNico Dijkshoorn
Sinds een paar weken luister ik naar de zender RadioNL en nu wil ik ook een Nederlandstalige hit in het genre ‘levenslied’. Ik heb besloten dat wetenschappelijk aan te pakken. De laatste vier dagen heb ik een algoritme losgelaten op de honderden Nederlandstalige liedjes die ik op RadioNL voorbij hoorde komen en ik ben er wel zo’n beetje uit.
De tekst moet gaan over een man in een café die nog lang niet naar huis wil en dat er dan een vrouw thuiszit die hem niets gunt en dat hij dan een andere vrouw ziet staan in het café die hij aankijkt en verdomd, pang in één keer verliefd, ook vaak door haar guitige lach en daarna moet er nog een refrein in dat de kastelein toch nog een laatste rondje geeft, hatsiekadee alle handjes in de lucht, waarna er nog een korte bespiegelende tekst volgt over de zanger die van plan is om voortaan niet alleen maar aan zichzelf maar ook eens aan zijn eigen te denken.
Bijna alle zangers vertellen in de eerste drie regels van het liedje dat ze iemand zagen staan. Die iemand heeft altijd borsten, waterbedlippen en ogen waarmee ze hem aankijkt. ‘Ik zag je staan, je keek me aan’ lijkt me daarom een goede eerste zin. Misschien meteen daarna de zin ‘Ik kon van mijn eigen niet meer op mijn benen staan’ waarin dronkenschap, een diepe haat naar de vrouw die thuiszit en de nieuwe vrouw met die ogen prachtig samenkomen.
Daarna iets als: ‘Ik vroeg wil je met me dansen en jij vond dat oké.’ Dat is nog steeds de slagschaduw van André Hazes. Iedere volkszanger vind van alles wel oké of juist helemaal niet oké. Het rijmt ook lekker op o wee-olé olé olé.
Daarna het bekende werk. ‘Je liet mijn hart weer kloppen, ik was niet meer te stoppen, ik had doorgeslagen stoppen, ik kan het niet verkroppen.’ Dat laatste klopt met wat ik daarna zing: ‘Want je keek steeds naar die ander, het was een Nederlander’, wat geen discriminatie is want er rijmt gewoon heel weinig op het woord ‘ander’.
Dan midden in het nummer de bekende André-Hazes-teringlelijke gitaarsolo en dan toch ook een soort van verdieping voor de luisteraars met een schooldiploma. ‘Steeds moet ik aan je denken, zelfs als ik benzine sta te tanken’ en dan nog een keer die ogen er in gooien. Eindigen met veel lalalala en dan parlando: ‘Jouw ogen verslonden mijn leven, waarom kan ik mijn eigen dat niet vergeven.’
Nico Dijkshoorn schrijft wekelijks een column voor Het Parool.
Reageren? n.dijkshoorn@parool.nl.