Opinie
Lezers over academische vrijheid op de universiteit: ‘Censuur vooraf is grootste taboe’
De discussie over woke-denken en academische vrijheid aan de UvA werd door socioloog Laurens Buijs weer aangewakkerd. Het Parool vroeg de lezers: Wat is uw ervaring met academische vrijheid op de universiteit? En wat staat er op het spel? Dit is een greep uit de reacties.
Dit schreef Het Parool erover:
Stevig debat is op de Universiteit van Amsterdam nooit ver weg, maar zeker de laatste jaren wordt de discussie over de grenzen van de academische vrijheid in al haar hevigheid gevoerd in de collegezalen. Het Parool vroeg het aan medewerkers en studenten aan de UvA: kun je in de collegezaal nog wel alles zeggen?
Kom met inhoudelijke argumenten
De essentie van wetenschappelijk onderwijs is dat wetenschappelijke studies leidend zijn. Het is nu eenmaal zo dat studies laten zien dat ongelijkheid, racisme etc ongewenst zijn (vanwege de nadelige effecten) en daarnaast zijn de oorzaken van deze sociaal-maatschappelijke problemen in de meeste gevallen niet zo platgeslagen als rechtse kiezers vaak denken.
Je kan in dat kader, natuurlijk, altijd kritiek hebben op het onderzoek dat je op dat moment bestudeert (dat is alleen maar gezond), maar het is feitelijk onjuist om te zeggen dat wetenschap ‘links’ kan zijn, wanneer de conclusies niet in het straatje passen van jouw ideologie.
Te vaak worden universiteiten en wetenschap ondergewaardeerd (hele gevaarlijke trend), doordat er mensen zijn die wetenschap om deze reden naast zich neerleggen. Als je écht overtuigd bent van jouw gelijk, laat dan op de inhoud zien waar de wetenschappelijke studies onjuist zijn uitgevoerd, of kom met studies die het tegendeel bewijzen. Anders ben je wat mij betreft onderdeel van het probleem.
Stephan van den Berg
Gemiste kansen
De bedoeling van universitaire scholing is dat mensen leren nadenken, dat ze overtuigingen op respectvolle wijze leren bevragen en op wetenschappelijke wijze leren onderzoeken. Door inzichten met elkaar uit te wisselen wordt iedereen wijzer. Als er tenminste met een open geest naar elkaar geluisterd wordt. Daar schort het aan, lees ik in dit artikel.
Een van de factoren die het luisteren in de weg staat, is dat er geen onderscheid gemaakt wordt tussen identiteit en denkbeelden. Door een wetenschapper die een racistische of seksistische uitspraak gedaan heeft ‘racist’ of ‘seksist’ te noemen en op grond van die ‘identiteit’ buiten te sluiten, beperk je de mogelijkheid om het inhoudelijke gesprek aan te gaan en zo bewustwording te creëren over de racistische of seksistische aard van bepaalde denkbeelden. Gemiste kansen.
Karen Walthuis, Amsterdam
Laat de beste argumenten overheersen
Best een mooi artikel over academische vrijheid van Tahrim Ramdjan in Het Parool van zaterdag. Maar het had korter gekund: wetenschap is een soort MMA-gevecht met argumenten waarin bijna alles mag, en waarin in de octagon soms forse klappen worden uitgedeeld. Daar mag wat academisch bloed bij vloeien in de zekerheid dat de beste argumenten uiteindelijk overheersen. Daar gaat het om!
Censuur vooraf is daarom ook het grootst denkbare taboe en échte wetenschap is niet voor intellectuele watjes. Gekken mogen van alles roepen, maar als het goed is, worden ze al gauw niet meer serieus genomen. Wie de hitte van dat debat niet kan verdragen, hoort daar niet thuis.
Peter Goedkoop, Amsterdam
Vooral botte provocatie
In het stuk over academische vrijheid trapt Het Parool in een valkuil door de affaire Buijs in dezelfde context te plaatsen als de eerdere casussen die het artikel noemt. Bij Buijs lijkt het echter meer te gaan over zijn optreden richting zijn studenten (hij ontkende hun bestaan) en het negeren van de academische literatuur (‘er is geen bewijs voor non-binair’). Dat heeft weinig te maken met academische vrijheid, maar meer met botte provocatie. Het door hem geschetste frame is dan ook niet meer dan dat.
Als ex-uva-student zou ik me eerder zorgen maken over iets anders: krijg ik als student wel een compleet beeld van mijn vakgebied? Als planoloog kreeg ik bijvoorbeeld niet standaard Jane Jacobs (1916-2006) aangeboden. Zij was een belangrijke stem in de herontdekking van de stad, en daarmee essentieel in een discussie over gentrificatie. Die discussie werd dan ook destijds nog nauwelijks gevoerd aan de ruimtelijke faculteit.
Rick Lindeman, Amsterdam
Academische krampachtigheid
Begin jaren negentig van de vorige eeuw gaf ik les op de UvA. Een psychologiestudente had ervoor gepleit studentenevaluaties van docenten openbaar te maken. Een slecht idee, reageerde ik in faculteitsblad Spiegeloog. Zo valide en betrouwbaar waren die evaluaties als meetinstrument niet. Net zo min als intelligentie is wat een intelligentietest meet, geeft een docent goed/slecht les als hij of zij positief/negatief uit zo’n studentenevaluatie komt.
Sois belle et tais-toi (wees mooi en houd je mond) eindigde ik mijn betoog. Op die provocatie kreeg ik – terecht – stevige kritiek van collega’s. De faculteitsdirecteur en betreffende studente hekelden me echter niet, althans niet publiekelijk. Haar trof ik later eens in café de Wetering. Een binnenkomende rozenverkoper liet ik haar een roos bezorgen. Die accepteerde ze met een waardige glimlach.
Vroeger was natuurlijk alles beter. Maar de huidige krampachtigheid aan mijn oude Alma Mater over wat je wel en niet zou mogen zeggen, bezie ik met groeiende argwaan.
Dr. Vittorio Busato, Amsterdam
Ik heb mijn eigen wetenschap gecreëerd
Zaterdag zag ik op de voorpagina van Het Parool het woord woke staan in verband met de universiteit. Weer zo’n woord dat in het taalgebruik is gestopt dat ik niet begrijp. Je zou pagina’s kunnen vullen met al die, meestal Engelse, woorden die er al zo’n twintig jaar in gestopt worden. En afkortingen. Ik zal voor de grap het hele artikel eens lezen en het betrappen op vreemde woorden. Ik wilde onbewust al schrijven ‘bestraffen’. Want onze mooie Nederlandse taal is natuurlijk goed genoeg om alles in uit te drukken.
Ik heb zes jaar op de universiteit rondgelopen, van ’69-’75, maar heb toen definitief afscheid genomen van de reguliere wetenschap. Ik zag alleen heil in de alternatieve wetenschap. Voor het communistisch manifest van Karl Marx (Rechten) en De grenzen aan de groei van de Club van Rome van onder andere Dennis Meadows (Psychologie) kreeg je geen punten voor. Voor mij geldt de waarheid van de Club van Rome nog steeds. De voorspellingen over erosie, verwoestijning, overstromingen, klimaatverandering en natuurbranden komen allemaal uit... De wetenschap schoof het toen, in 1972, achteloos opzij, zijnde ‘onwetenschappelijk’.
Ik heb inmiddels mijn eigen wetenschap gecreëerd, met als motto: terug naar de eenvoud van de jaren 50. Zoeken naar schoonheid en waarheid is voor mij wetenschap. En vooral oplossingen zoeken.
Annemarie Postma, Amsterdam