Je ziel verkopen aan de duivel: acteur Oleg boog voor de president in Moskou
PlusTheodor Holman
Oleg, die gevierde acteur in Moskou, nam het applaus in ontvangst – hij moest twee keer terugkomen en liep naar zijn kleedkamer. Voor de deur stond een grote fles champagne. Dankbaar glimlachte hij naar de fles.
Hij pakte hem op en las op het kaartje dat erom hing: ‘Mooi gespeeld Hendrik Höfgen!’
Snel keek hij om zich heen, voelde schaamte en woede, liep zijn kleedkamer binnen, pakte het kaartje en verscheurde dat in snippers.
Hendrik Höfgen. Het was de hoofdpersoon uit de roman Mefisto van Klaus Mann uit 1936. In 1981 was er een film van gemaakt met Klaus Maria Brandauer in de hoofdrol. Die acteur Hendrik Höfgen moest zich steeds meer aanpassen aan het naziregime. Vele uren had Oleg hier op de toneelschool over gediscussieerd met zijn medestudenten. Het boek hadden ze geweldig gevonden, evenals het spel van Brandauer in de film. Terwijl zijn vrienden moeten vluchten voor de nazi’s, blijft Hendrik Höfgen in nazi-Duitsland en maakt furore, vooral met de rol van Mephisto in Goethes Faust. Verkocht Höfgen zijn ziel nu ook aan de duivel? De subtekst van het kaartje aan de champagne was: jij, Oleg, hebt nou ook je ziel aan de duivel verkocht.
“Het zijn jaloerse klootzakken!” zei Oleg tegen zijn spiegelbeeld bij het afschminken.
Maar het zat hem niet lekker.
Er werd op de deur geklopt, die meteen geopend werd. Een man in een grote leren jas zei: “De president komt u een bezoek brengen!” En meteen daarop bezetten drie mannen de kleine kleedkamer, plus de president.
“Ik wou de beste acteur van ons steeds groter wordende rijk zelf de hand schudden,” zei de president.
Oleg pakte de hand en maakte een lichte buiging.
“Ik hou van Poesjkin,” zei de president, en citeerde meteen de regel: “Zijn we vergeten te veroveren?”
“Ja, hij is een groot dichter,” zei Oleg.
“We zouden de jeugd meer moeten leren van die Poolse opstand in 1830,” zei de president.
Oleg voelde hoe zijn hoofd ja knikte.
“U zult wel moe zijn na deze fabelachtige prestatie. Ik laat u alleen. Ik dank u zeer,” zei de president.
Oleg boog.
Hij schminkte zich verder af en ging zijn vrienden na die hem dat kaartje hadden kunnen sturen.
Er was er niet één meer in Moskou. Ze zouden ook niet meer kunnen terugkeren.
“Al loopt dit verkeerd af, men zal altijd mijn talent nodig hebben.”
Maar wat was zijn talent?
Theodor Holman (1953) is columnist, schrijver, televisie- en radiomaker. Elke dag, uitgezonderd zondag, lees je hier zijn column. Lees al zijn columns terug in het archief.
Reageren? t.holman@parool.nl.