Je wilt dat Roger Federer eeuwig Wimbledon zal winnen
PlusMaarten Moll
Op de openbare tennisbaan bij Jeruzalem speelden twee tieners.
Ik bleef een tijdje naar de twee staan kijken.
Het meisje was veel beter dan de jongen.
Hij reageerde veel te laat op een bal en sloeg hem met een slappe backhand tegen het ijzeren net.
Het meisje riep iets, en ik meende “Federer!” te horen.
De jongen moest erom lachen.
Er moet een dag geweest zijn dat op de pleintjes en landjes niemand meer Cruijff wilde zijn, of Van Basten, of Van Persie. Uitgerangeerde helden.
Gebeurde dat ook met tennissers? Werd hier, op een dinsdagmiddag op een betonnen baan met één man publiek Roger Federer afgeschreven?
Federer, de koning van het gras?
Ik had de 39-jarige Zwitser op tv in de derde ronde van Wimbledon van Norrie zien winnen. Nog steeds met die schitterende backhand. Enkelhandig geslagen. Bijna een fossiel in het moderne tennis.
Federer maakte in 1999 zijn debuut op Wimbledon.
Ik ook. Ik deed voor de krant verslag van het toernooi. Krajicek had drie jaar eerder Wimbledon gewonnen, en wie weet was hij er nog een keer toe in staat.
Ik had hier graag geschreven dat ik stiekem naar de zeventienjarige Federer, die met een wildcard tot het toernooi was toegelaten, was wezen kijken in plaats van de Nederlanders te volgen. Dat ik de genialiteit van de jonge Zwitser had gezien, en dat ik wist dat ik naar een kampioen zat te kijken. Met mijn opschrijfboekje op schoot.
Ik had wel iets over hem gehoord, maar er werden elk jaar wel nieuwe wonderen voorspeld.
Niets heb ik gezien van zijn verloren partij in de eerste ronde. Geen letter heb ik over hem geschreven.
Al heel lang zie ik hem liever dan welke tennisser dan ook.
Krajicek won van Ruud. Daarna van Woodbridge.
Federer tegen Norrie.
Er zit sleet op zijn spel.
Je wilt het niet zien.
Je wilt dat hij eeuwig Wimbledon zal winnen.
Later in het toernooi zag ik hoe Krajicek werd uitgeschakeld door een andere Zwitser, Manta.
Roemloos.
Het geluid van de bal tegen het ijzer.
“Hou eens op met die enkelhandige backhand,” riep het meisje.
Ik fietste naar huis.
Zag Federer in drie sets van Sonego winnen. Nou ja, ik zag een deel van de partij, omdat op een gegeven moment de partij van de achttienjarige Engelse Emma Raducanu voorrang kreeg.
Ik vond mijn Roger nergens op de netten weer terug. (Ik volgde hem toen maar op Teletekst, waar je zit te wachten tot er cijfertjes verspringen.)
Ik zag Sampras en Agassi op Wimbledon, Venus Williams en Seles. Mary Pierce. En het laatste optreden van Boris Becker.
Ik baal er nog steeds van Federer niet in het echt te hebben zien tennissen.
Maarten Moll schrijft over dagelijkse beslommeringen in de stad. Lees al zijn columns terug in het archief.
Reageren? m.moll@parool.nl