‘Ik zou Wimpie gewone dingen laten zien, die kent hij niet’
PlusNico Dijkshoorn
Speciaal voor deze Koningsdag-Parool ben ik naar het standbeeld van Manke Nelis gereisd om De Amsterdammer te vragen wat hij van koning Willem-Alexander vindt. Hier de sterk ingekorte monoloog.
(…) “Hij beweegt nog steeds alsof hij onder een valse naam vier Elfstedentochten heeft gekluund. Kijk, ik doe het even voor hoe je koninklijk loopt. Je koningskop een beetje schuin houden en dat je dan langs iemand loopt die laat zien hoe je van riet een mand kunt vlechten en dat je dan heel even luistert, maar dat je ondertussen denkt: ‘Ja leuk, ouwe boscopuleerder, met je rieten mand, maar ga eens wat nuttigs doen voor mijn koninkrijk.’ Dat je hele koningslichaam dan vanuit de knieën een soort van walging uitstraalt (…)
(…) Luister, als jij een baard laat staan en je wordt wakker en je ziet dat hij rood is, wat voor een lul ben je dan als je hem dan laat groeien. Ja, kan je lachen, maar wij hebben nu dus een koning met een rode baard. Dat vind ik een verschutting. Staan ze ergens in Afrika op het vliegveld onze koning op te wachten, stapt er iemand met een rode baard uit het vliegtuig. Dat kennen die mensen daar niet. Die denken dat hij ziek is. Met een rode baard zie je er altijd uit alsof je een bijrol speelt in Game Of Thrones. Mag je ergens in deel 6 van seizoen 2 met je rode baardje naast een dwerg staan. (…)
(…) Wat ik dus zou doen, als ik Wimpie tegen het lijf loop, is hem gewone dingen laten zien. Dat kent hij helemaal niet, gewone dingen. Als hij ergens komt, dan hebben ze net twee jaar voorbereiding erop zitten. Dan laten ze hem een schilderij zien van een blinde vrouw en leggen ze uit dat ze dat heeft geschilderd vanuit het thema ‘stille onderdrukking’, maar ik zou hem een schilderij laten zien van mijn vriend Arend Kaapskogel.
(...) Kaapskogel werkt momenteel in een afgebrande bioscoop. Wat hij dus doet is dat hij zijn eigen kwast is. Hij rolt naakt door 40 liter gemengde verf en dan holt hij met een levende makreel onder zijn arm tegen een wit doek aan en dan verzin ik de titels er bij, bijvoorbeeld Vietnam A Go Go 1973 of Loesje I Love You, Damned I Love You Loesje wat dus weer eens wat anders is voor de koning dan moeten kijken naar een schilderij van iemand die eekhoorns schildert en dat het schilderij dan Eekhoorn heet. Toch? Ja toch, pik? Nou dan!” (…)
Nico Dijkshoorn schrijft twee keer per week een column voor Het Parool, en spreekt zijn bijdragen ook in.
Reageren? n.dijkshoorn@parool.nl.