Theodor Holman. Beeld Artur Krynicki
Theodor Holman.Beeld Artur Krynicki

Hij had bloed geroken, lijken gezien, halve boerderijen en huilende kinderen, maar daar kon hij geen poëzie van brouwen

PlusTheodor Holman

Theodor Holman

Eindelijk begon hij in zijn legertent, bij het licht van een zaklamp, aan zijn brief. ‘Allerliefste, Ik weet niet goed wat ik…’

Toen hield hij op. Er was veel om te schrijven, maar hij kon de woorden er niet voor vinden. Hij haalde zijn blocnote uit zijn tas en keek naar het sonnet dat hij had geschreven.

‘Slechts met één woord kan één mens leven: pijn./ Bij wat ik kwijtraak of wil geven: pijn./ Maar meestal ren ik weg, ver weg van: pijn./ En soms wil ik jou zien, en denk dan: pijn./ Mijn hele wereld draait om één woord: pijn./ Hij, die al mijn handelingen stoort: pijn./ Moeder van gewenste eenzaamheid: pijn./ Vader van constante somberheid: pijn./ Uit pijn is alle taal destijds ontstaan./ Elk woord heeft pijn als authentieke stam./ Uit pijn zijn wij uit moeders schoot geboren./ Zou liefde, dacht ik, pijn kunnen verslaan?/ Nee, liefde maakt mij telkens vleugellam./ De strijd van pijn heeft liefde ooit verloren..’

Nee, dit moest hij haar niet sturen.

Waarom had hij in godsnaam dit gedicht geschreven? Hij weet nog dat hij haar een ‘liefdesgedicht’ wilde schrijven.

Hij begon opnieuw.

‘Aller- aller-allerliefste, Weet dat ik altijd aan je denk en dat ik…’

Hij wist niets meer. Hij keek in zijn blocnote en las iets wat hij vorige week had geschreven: ‘Ik loop mee met de ondergaande zon./ M’n stralen breken, worden langzaam kouder./ Lik aarde uit een opgedroogde bron./ Benauwdheid kreunt. Het wordt allengs benauwder./ Ik trek met jou nog leven van mijn botten./ Geloof verplicht aan wat men liefde meent./ Mijn lichaam neuriet mee met het verrotten./ De meeste vrolijkheid was toch geleend./ Kijk nu, we dansen samen cheek to cheek./ Ik zou de wereld heel lang willen kussen./ Uit vrolijkheid waarvoor geen reden is./ Ik kook een soep van de geschiedenis./ Gezout met zwavel, zo smaakt hij naar pus, en/ Gemeende liefde met oorlogsdramatiek./’

Hij schaamde zich.

Hij had bloed geroken, lijken gezien, halve boerderijen en huilende kinderen, maar daar kon hij geen poëzie van brouwen. Zijn poëzie… waarin hij een maand geleden nog had geloofd.

‘Allerliefste, Hier wordt constant gevochten en…’

Hij streepte de zinnen meteen door alsof hij iets ongepasts had geschreven.

Hij bedacht dat hier ook de poëzie was weggebombardeerd. En de liefde?

‘Allerliefste…’

Zijn pen bleef stil. Het bombardement in de verte leek uit vijfvoetige jamben te bestaan. Het ritme van vernietiging; de regels van de oorlog.

Theodor Holman (1953) is columnist, schrijver, televisie- en radiomaker. Elke dag, uitgezonderd zondag, lees je hier zijn column. Lees al zijn columns terug in het archief.

Reageren? t.holman@parool.nl.

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden