Het verdriet was terechtgekomen in een laag waar elk vermoeden van gevoel onmiddellijk bevroor
PlusTheodor Holman
Wat leert de kunst ons? vroeg zij zich bijna hardop af.
Ze liep door haar appartement waar een granaat op was gevallen. Een verzengend vuur had wat ze bezat naar de hel gestuurd. De hel bestond uit as, stonk naar lijk en kreunde doodskreten onder je schoenen.
Haar schilderijen, de schilderijen van haar vader, de fotoboeken van haar ouders en van haarzelf, de foto’s van haar overleden broer, een oud kinderstoeltje uit 1920, haar lievelingsboeken, het kastje van haar oma, de penselen van haar vader die ze niet weg had kunnen doen. Alles had de tijd opgezogen naar het niets.
Geeft kunst hoop of juist niet? vroeg ze zich af.
Tegelijkertijd verbaasden haar eigen gevoelens haar. Zeker, er was verdriet, maar dat was zo diep dat het was terechtgekomen in een laag waar door ijzige koude elk vermoeden van gevoel onmiddellijk bevroor.
Misschien overdrijf ik, dacht ze, al voel ik niets. Ik wist toch dat het leven zinloos was? Dat leert de kunst.
Ze liep rond in wat haar keuken was geweest en verbaasde zich dat lelijke zinloze dingen ineens, zo leek het, haar vroegen ze te redden en te helpen: een paar borden, wat lepels, een pan, de gisteren gekochte peper…
Wat het vuur onaangetast had gelaten verzamelde ze, maar allengs bleek dat ze eigenlijk alles wilde bewaren: het een heel klein beetje geblakerde, het iets meer geblakerde, het geblakerde… Alsof daar nog iets van herinnering aan kleefde. Maar wat moet je met een geblakerde kruk, met een geblakerde stoel en met de scherven van een kristallen glas dat van grootvader was geweest?
Alles wat nog restte van de schilderijen van haar vader verzamelde ze met zorg. Schoonmaken, netjes bewaren, misschien hier en daar wat restaureren. Het was alsof ze onbewust wist dat zijn werk haar zou kunnen troosten.
“Wat prettig dat je dit niet hoeft mee te maken,” zei ze hardop tegen haar vader, die alweer elf jaar dood was.
Dat ze resten van haar eigen werk zag, vond ze jammer, maar niet erg. Hoewel…
Ze moest niet denken aan de tijd en de moeite die ze erin had gestoken, hield ze zichzelf voor. Ze vond zichzelf uiteindelijk toch talentloos. Althans, dat haar talent beperkt was en ze te weinig doorzettingsvermogen had.
Opeens zag ze de tekening, nog helemaal gaaf, die ze had gemaakt van haar ouders. Dertig jaar geleden. Ze had wél talent, zag ze nu. Ze voelde van binnen iets smelten.
Kunst troost, dacht ze, hoe kinderlijk ook, maar troost maakt niet gelukkig.
Theodor Holman (1953) is columnist, schrijver, televisie- en radiomaker. Elke dag, uitgezonderd zondag, lees je hier zijn column. Lees al zijn columns terug iLees alle columns van Theodor Holman terug.
Reageren? t.holman@parool.nl.