Theodor Holman. Beeld Artur Krynicki
Theodor Holman.Beeld Artur Krynicki

Het sprookje van de koning die iedereen doodt die hij aankijkt

PlusTheodor Holman

Theodor Holman

De oude oma vertelde een sprookje aan haar kleinkind.

“‘Iedereen die ik aankijk, sterft,’ zei de koning. ‘Ik moet zorgen dat ik blind word.’ Hij hield z’n handen voor zijn ogen. ‘Waarom is dat? Heb ik iets misdaan?’ Op dat moment liep de Duivel zomaar binnen. ‘Het gaat goed met u, koning. Uw doel wordt bereikt. U wilde macht, u krijgt macht. U wilde meer land, u krijgt meer land.’ ‘Maar ik wil weer gewoon kunnen zien. Ik wil naar jonge mensen kunnen kijken die gelukkig zijn,’ zei de vorst. ’Dat kan wel, koning, alleen gaan ze dan dood, en krijgt u meer macht...’”

“Zullen we een andere sprookje voorlezen?” vroeg oma.

“Nee, doorlezen, oma. Ik wil weten hoe het afloopt.”

Oma twijfelde.

“Goed...” Ze sloeg de bladzijde om en las: “Op dat moment liepen een jongen en een meisje bij de vorst naar binnen. ‘Dag opa,’ zei de jongen, ‘dag lieve opa,’ zei het meisje. De koning hield zijn handen nog steviger voor zijn ogen. ‘Opa, waarom hou je je handen voor je ogen? Kijk eens wat een mooie kleren wij speciaal voor u hebben aangetrokken?’ Op dat moment rukte de Duivel de handen van de koning van zijn gezicht en hij zag zijn kleinkinderen voor hem schitteren als diamanten. ‘Zijn we niet mooi, opa?’ en de koning zag dat zijn kleinkinderen...”’

Oma las niet verder.

“Wat is er oma? Waarom lees je niet verder?”

Even durfde ze haar eigen kleinkind niet aan te kijken, maar ze deed het toch. Het sprookje liep niet goed af. Haar eigen grootvader die in Stalingrad had gevochten, had het haar voorgelezen. Zestig jaar geleden. Ze had gemerkt dat hij zijn tranen niet kon bedwingen en had gevraagd: “Waarom moet je huilen, opa?” Die had geantwoord: “Op een dag komt er iemand en die kijkt je aan en dan ben je verloren.”

“Verloren? Wat bedoelt u? Ga je dan dood?” Hij had het sprookjesboek dichtgeslagen en gezegd: “Nee, juist niet. Straks kijkt iemand je aan en daar word je dan verliefd op.”

“Dat is toch leuk, opa?”

“Ja...”

“Waarom leest u dan niet verder?”

“Ik zal je vertellen hoe het sprookje afloopt,” zei hij en hij verzon een ‘En ze leefden nog lang en gelukkig’-einde.

Dat ging ze nou ook doen.

“De koning moest snel een list bedenken en keek naar de Duivel... En die stierf toen...”

Ze keek naar haar kleinkind, dat in slaap viel.

Theodor Holman (1953) is columnist, schrijver, televisie- en radiomaker. Elke dag, uitgezonderd zondag, lees je hier zijn column. Lees al zijn columns terug in het archief.

Reageren? t.holman@parool.nl.

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden