Het is schandalig dat minister Kaag de bedreigingen aan het adres van collega Wilders bagatelliseert
PlusLale Gül
“Erg hè, hoe die gekke mensen met een fakkel voor Sigrid Kaag stonden. Zoiets zou nooit in Turkije of Spanje gebeuren, denk ik, omdat je daar niet met een fakkel zo dicht bij een politicus kan komen die campagne voert, hoor. Ik snap ook niet waarom de politie niet ingreep,” zei ik tegen een vriend, terwijl we aan de lunch zaten en het nieuws van de fakkeldragers in Diepenheim bespraken.
“Ja, het is zeker onsmakelijk, vooral omdat een gek met een fakkel niet lang geleden voor het huis van Kaag stond. Het is intimiderend. En extreem dom van die mensen, zo verliezen ze alle sympathie voor hun beklag,” zei hij en nam een slok van z’n wijn, om daarna verder te gaan: “Maar… ik moet zeggen; stilstaan met een fakkel in je hand voor een politicus mag gewoon, dat maakt deel uit van je demonstratierecht. En die mensen zijn nou eenmaal niet zo verbaal begaafd om pakkende spandoeken en leuzen te bedenken, blijkbaar, dus hebben ze een fakkel vast. Tja, is dat eigenlijk nou zo erg?” zei hij.
“Nou ja, er hoeft maar één ietwat minderbegaafde en geradicaliseerde gek tussen te zitten en één stap dichterbij te komen met z’n fakkel, en het was een fysieke aanval geworden. Dat vind ik geen demonstratierecht, om met een gevaarlijk object in je handen te demonstreren. We demonstreren ook niet met messen en wapens. Dat doe je maar met spandoeken en een megafoon, waarom moet je per se een fakkel mee?” vroeg ik.
“Dat kan symbolisch zijn, weet ik veel. Maar weet je waar ik erg van schrok? Heb je gehoord wat Kaag gisteravond bij het programma Khalid & Sophie zei over de dreiging aan het adres van Wilders?”
“Nee, ik kijk geen talkshows meer, maar vertel,” zei ik.
“Ze zei dat de bedreigingen natuurlijk niet kunnen, maar dat hij het wel uitlokt. Dat ie loopt te radicaliseren en te demoniseren. Dat je genoeg weet als je naar z’n socialemedia-accounts kijkt. Dat hij mensen tot terrorist verklaart, aantijgingen doet en haar een heks heeft genoemd en dat dat niet past binnen een rechtsstaat.”
“Wat?!” zei ik verontwaardigd. Ik legde m’n bestek neer en keek ‘m indringend aan.
“Dit meen je toch niet? Heeft ze dat zo gezegd? Weet je het zeker? Dat is toch…”
“Een vrij dubieuze opmerking van haar,” zei hij.
“Nou ja, dubieus? Schandalig, zou ik het willen noemen. Dat is van hetzelfde kaliber dat moslims mij berichten sturen met dat bedreigingen natuurlijk niet kunnen, maar ik er wel zelf om vraag door zulke meningen te hebben over de islam. Het is meer een aanmoediging van de bedreigers!”
“Ja, dan denkt men; kijk, de vicepremier van Nederland vindt het ook oké, die vindt het ook uitlokking. Bovendien geloof ik niet dat een stel kneuzen met fakkels vergelijkbaar zijn met bloeddorstige terroristen die liever gisteren dan vandaag de fatwa op het hoofd van Wilders willen uitbrengen. Ze bagatelliseert ineens de dreiging van een collega, die moet schijten met twee bewakers voor de rest van z’n leven. Ik kan daar dus niet tegen.”
“Ik ook niet.”
Lale Gül schrijft elke week een column voor Het Parool. Lees al haar columns hier terug.
Reageren? l.gul@parool.nl