Opinie

'Help vluchteling te integreren'

Welke thema's uit 2015 nemen we mee naar 2016? Aan het slot van de serie #2016 schrijft Marcel Duyvestijn in een opiniestuk in Het Parool van woensdag over de vluchtelingencrisis.

Marcel Duyvestijn
Asielzoekers namen in december deel aan een Hollandse Koek-en-Zopie schaatsmiddag in Den Haag Beeld anp
Asielzoekers namen in december deel aan een Hollandse Koek-en-Zopie schaatsmiddag in Den HaagBeeld anp

Als je alleen het nieuws volgt en nooit op straat komt, zou je denken dat er op elke hoek honderden vluchtelingen staan. Dat we overspoeld worden. 'Kunnen we het nog aan?'

Maar van die tsunami aan testosteronbommen heb ik zelf eigenlijk niets gemerkt. Ik zag er weleens eentje achter een pilaar staan op het Centraal Station. Hij had een tas op wieltjes en keek huiverig naar een mevrouw die daar rondliep met een bordje 'refugees welcome'. Ik hoorde hem nog ongelovig 'what the fok' zeggen. Zelf dacht ik: hé, dat is dus een vluchteling. Een mens van vlees en bloed, zoekend naar een leven, naar liefde. Eduard Nazarski, directeur van Amnesty, zei het ook in deze krant, in een interview afgelopen zaterdag. 'Vluchtelingen zijn mensen als wij.'

Maar het gaat nooit over die mens. Hij is een cijfer. PvdA-fractievoorzitter Diederik Samsom gooit er zelfs een eindgetal uit. We kunnen er tweehonderdduizend opvangen. Ja. Das schaffen wir. Aan de andere kant staat Geert te bokken over zo veel gekkigheid. Hij zit op de nullijn. En ook hij denkt dat te 'schaffen'.

Theodor Holman
Als het niet om cijfers gaat, gaat het om angst. Columnist Theodor Holman gaat zelfs zo ver dat hij zestigduizend Fred Teevens prefereert boven islamieten. Hij is bang. Die angst borrelt in menig column naar boven. Hij verwoordt wat velen denken: passen ze zich wel aan?

Die angst is gegrond. Uit een gisteren gepresenteerde studie naar de integratie van 33.000 asielmigranten die in de jaren tachtig en negentig naar Nederland kwamen en een verblijfsvergunning kregen, blijkt dat het grootste deel langdurig werkloos is, slecht geïntegreerd is en ook veelvuldig in de criminaliteit zit. De onderzoekers van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatie Centrum van het ministerie van Justitie, het Sociaal en Cultureel Planbureau en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid wijzen naar de asielzoekers die nu binnenkomen en waarschuwen voor het ontstaan van 'een nieuwe onderklasse'. Dat halen we dus binnen, werkloze criminelen.

In die zin heeft Geert gelijk dat we alleen maar ellende importeren. En wie gaat dat betalen? Gekke Gerrit zeker.

Tegenover de pessimisten staan de mensen die in kansen denken. Eén daarvan is Lodewijk Asscher, die het rapport omarmde en er leerpunten in ziet. Hij vindt dat de mensen die mogen blijven direct de taal moeten leren en naar werk moeten worden geleid. Hij gooide er nog een prachtige oneliner tegenaan: 'Blijven moet gelijk staan aan meedoen.' Hatseflats. Op die momenten hou ik van Lodewijk. Je weet dat hij die zin voor de spiegel had geoefend. Sterker nog: Lodewijk zegt dat ook tegen zijn eigen vrouw: als jij hier wil blijven, moet je meedoen.

Links laten liggen
Maar zonder gekheid. Die studie laat zien hoe wij al die jaren met migranten omgingen. We lieten ze links liggen. Integreren was niet nodig. De taal leren ook niet. Natuurlijk is het aan de migrant zelf er iets moois van te maken. Maar onze onverschilligheid zal hem daarbij niet geholpen hebben. En dus zeg ik, met Lodewijk, dat we dat nu anders moeten doen. We moeten vluchtelingen die hier mogen blijven een duwtje in de goede richting te geven. En niet met een vertaalde Grondwet, zoals Ronald Plasterk voorstelde, nee, gewoon door ze keihard te integreren, via werk en met de Dikke van Dale in hun rugzak.

En dat hoeft niet eens veel te kosten. Als je ziet dat er nu al evenveel vluchtelingen als vrijwilligers zijn, zie ik de toekomst rooskleurig in. Zingend, hand-in-hand richting de horizon. Dat later zal blijken dat ik te optimistisch was, doet er niet eens toe. Ik vind het gewoon prettiger om naar de zon te kijken dan naar de donkere wolken. Een positieve blik maakt de mens gelukkiger.

Ik werd helemaal optimistisch toen er een Syrisch stel bij ons kwam eten. Natuurlijk waren deze twintigers geenszins representatief. Maar toch. Het was hartverwarmend hoe blij ze waren dat ze hier mochten leven. Ze hadden taallessen, ze brachten werkervaring mee, maar vooral een positieve vibe. Eigenlijk waren ze in twee maanden al trotser op Nederland dan Rita Verdonk ooit is geweest. En ze willen graag hun bijdrage leveren. Ze stelden zelfs voor hun eigen AZC te bouwen.

Ze roemden ook onze gastvrijheid. Dat terwijl de Arabieren toch bekend staan om hun gastvrijheid? Maar dat was vooral schijnheiligheid, vonden zij. De gastvrijheid die ze hier ondervonden was meer dan een warm bad. Als je ziet hoeveel asielzoekers Saoedi-Arabië en de Golfstaten opnemen, weet je dat het klopt.

Murw gecomplimenteerd zapte ik nog even langs wat zenders. Het was de avond dat er in Geldermalsen een halve oorlog uitbrak, omdat daar een AZC zou komen. Er schoot iets door me heen over normen en waarden, werkloosheid en de taal die nog geleerd moest worden. Er lag een cynische opmerking op mijn tong, maar ik zweeg. Het zijn toch 'onze' raddraaiers, daar moeten we onze ogen niet voor sluiten.

Wilt u reageren op dit opiniestuk? Dat kan! Scroll (een beetje) naar beneden om een reactie te plaatsen.

null Beeld Eigen foto
Beeld Eigen foto

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden