Opinie

‘Gemeente Amsterdam, geef bewoners écht zeggenschap’

De gemeente wil buurtbewoners betrekken bij gebiedsontwikkeling. Onderzoeker Michiel Stapper stelt dat dit vaak niet werkt en de buurt geen echte invloed heeft.

Michiel Stapper
Participatie is een nuttig instrument om beleid te verbeteren.  Beeld Maarten Brante
Participatie is een nuttig instrument om beleid te verbeteren.Beeld Maarten Brante

Co-creatiesessies, digipanels en buurtenquêtes zijn hippe manieren om buurtbewoners te betrekken bij gemeentelijk beleid. Het ideaal van participatie is dat buurtbewoners meer zeggenschap krijgen over hun buurt. Maar dat betekent niet dat buurtbewoners ook daadwerkelijk invloed hebben. Buurtbewoners van het Havenstraatterrein in Zuid ondernamen juridische stappen om invloed af te dwingen. De bewoners in de K-Buurt in Zuidoost gingen zelfs over tot een participatiestaking om zo een statement te maken naar de politiek. Vandaag wordt er in de raadscommissie gediscussieerd over de democratiseringsagenda van Amsterdam. Worden alle Amsterdammers wel genoeg betrokken bij deze agenda?

Buurthuizen

In mijn onderzoek naar burgerparticipatie vond ik dat er voor buurtbewoners grofweg drie obstakels zijn die échte participatie in de weg staan. Het eerste obstakel is gerelateerd aan overeenkomsten. Belangrijke beslissingen ­worden vastgelegd in overeenkomsten, die niet publiek bediscussieerd worden of beschikbaar zijn. De buurtbewoners van Oostenburg moesten veel druk uitoefenen om ervoor te zorgen dat er meer sociale huurwoningen in hun buurt werden gebouwd. Hierdoor moest een overeenkomst tussen marktpartijen en de gemeente worden opengebroken.

Het tweede obstakel is gerelateerd aan taal. Een bewoner legde eens uit dat je twee soorten buurtbewoners hebt: theorie- en praktijkmensen. Adviseurs en ambtenaren maken vaak gebruik van een professionele taal, die lastig kan zijn voor praktijkmensen. Daar komt bovenop dat adviseurs en ambtenaren juist weer de nuances kunnen missen van de wijze waarop praktijkmensen zich uitdrukken. Wat bedoelt een bewoner precies als zij zegt dat de buurt één gemeenschap moet zijn? Zoiets is lastig te vertalen naar beleidsdoelen, maar daaronder schuilt de behoefte aan een buurthuis.

Het derde obstakel is gerelateerd aan tijd. Participatie is tijdrovend, en niet iedereen heeft de tijd om mee te doen met openbare bijeenkomsten en workshops. Een alleenstaande vader met drie kinderen heeft waarschijnlijk geen tijd om naar een co-creatiebijeenkomst te gaan. Deze obstakels zijn gerelateerd aan andere barrières in de samenleving die sociale ongelijkheid veroorzaken.

Goede balans

Participatie kan op veel manieren verbeterd worden. Laat bijvoorbeeld buurtbewoners of buurtorganisaties het participatieproces zelf organiseren. Hierdoor sluit participatie beter aan bij wat er in de buurt leeft. Buurtorganisaties kunnen een belangrijke rol spelen in het betrekken van groepen die normaal niet meedoen. Daarbij moet erop gelet worden dat buurtbewoners ook gecompenseerd worden voor hun inzet. Als er geld uitgegeven kan worden aan de expertise van adviseurs, kan dat ook aan de expertise van buurtbewoners.

Daarnaast moeten de uitkomsten van workshops, enquêtes en ontwerpsessies in overeenkomsten belanden. Dit zorgt dat er meer duidelijkheid ontstaat over wat er nu precies gebeurt met de uitkomsten van participatiebijeenkomsten. Daarnaast kan er geëvalueerd worden of beloftes aan de buurt ook daadwerkelijk ­worden gerealiseerd.

Nu worden participatieprocessen zelden op een transparante manier geëvalueerd. Overeenkomsten die gesloten worden tussen overheden en marktpartijen moeten publiekelijk toegankelijk worden. Dit gebeurt al in de stad Hamburg door een ‘transparantieportaal’, waar burgers alle overeenkomsten die de gemeente sluit kunnen terugvinden. Dit heeft ervoor gezorgd dat veel ontwikkelaars ervoor kiezen om een sectie in bouwovereenkomsten op te nemen met afspraken met de buurt.

Echt zeggenschap

Een ander idee is het opnemen van burgers in commissies die ontwikkelingsplannen selecteren. Het standaard opnemen van buurtbewoners – bijvoorbeeld door loting – in deze commissies is een mooi idee om de directe invloed van buurtbewoners te vergroten. Tot slot is het belangrijk dat er een goede balans wordt gevonden tussen het algemeen belang en het buurtbelang. Tijdens onderhandelingen over overeenkomsten zouden politici het algemeen belang kunnen vertegenwoordigen en buurtvertegenwoordigers het buurtbelang.

Participatie is een nuttig instrument om beleid te verbeteren. Maar nu ontbreekt het buurtbewoners nog te vaak aan echte invloed. Daarom is het tijd om contracten en overeenkomsten open te breken, participatieprocessen te evalueren en buurtbewoners écht zeggenschap te geven over beslissingen in de buurt.

Michiel Stapper, universitair docent aan de Tilburg University en gepromoveerd aan de UvA op de rol van contracten en participatie bij gebieds­ontwikkeling. Beeld
Michiel Stapper, universitair docent aan de Tilburg University en gepromoveerd aan de UvA op de rol van contracten en participatie bij gebieds­ontwikkeling.

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden