PlusArt Rooijakkers
Fighting against the beer quay, zouden ze op de VU zeggen
De tweeling Puk en Keesje, geboren in 2017, zijn kinderen van de 21ste eeuw. Wat houdt dat in en hoe ziet hun leven straks eruit? Vader Art Rooijakkers gaat op onderzoek uit. Vandaag: spreken mijn dochters nog Nederlands?
Tijdens mijn eerste dagen in Amsterdam toog ik naar de Bloemenmarkt om planten te kopen als aankleding voor mijn antikraakwoning. Dat kon toen nog.
Hoe ik ze mee naar huis ging nemen, vroeg de verkoper, zo'n Amsterdamse toffe pik. "Gewoon, lopen," murmelde ik, met een G die nog niet gehard was door het stadsleven. "Nou, da's wel een kénkereind hoor, naar België," lachte de bloemenman me na, tot hilariteit van zijn collega's.
Voor zo'n publieke schrobbering hoef je tegenwoordig niet meer te vrezen op de Amsterdam Flower Market. Toeristisch Engels is nu de voertaal. I Amsterdam, you know.
Ook elders ligt het Nederlands onder vuur. Universiteiten geven bij voorkeur college in het Engels in hun poging zich op te poetsen voor buitenlandse studenten en de studie Nederlands aan de VU is op sterven na dood, met dit studiejaar slechts zes eerstejaars.
Betekent dat ook dat onze moerstaal verdwijnt? Spreken die twee dochters van mij straks louter in het Brenglish, Broken English, volgens sommige tellingen met 1,5 miljard beoefenaars nu al de meest gesproken taal ter wereld?
Hun vader mag dan wel een tv-programma presenteren dat Praat Nederlands Met Me heet - het lijkt vechten tegen de bierkaai. Of fighting against the beer quay, zoals ze op de VU zouden zeggen.
Hoe zit dit? Ik bel om te beginnen naar mijn favoriete taal-BN'er Wim Daniëls. "Jouw tweeling spreekt over vijftig jaar zeker nog Nederlands, maar wel met nog meer buitenlandse, en dan vooral Engelse, ingrediënten dan nu. We hebben niet, zoals de Fransen, een academie die voor elk buitenlands woord een eigen variant verzint. Dus of het Nederlands over honderd jaar nog bestaat, durf ik niet te garanderen. Het glipt zo weg als je niet uitkijkt."
Kriktaal
Toch moeten we ook weer niet te veel somberen. Het Nederlands is momenteel nog springlevend. Met 24 miljoen Nederlandssprekenden wereldwijd staan we 45ste in de top 5000 van gesproken talen.
En de angst dat Nederlands het onderspit delft, is niet nieuw, stelt Daniëls. Al in de jaren zestig hield dagblad De Tijd een prijsvraag in de strijd tegen de verengelsing van onze taal. "Gewonnen door een Limburger die peptalk vertaalde in kriktaal."
Tot zover andere tijden, terug naar de onze. Alison Edwards, van de Universiteit Leiden en schrijfster van English in the Netherlands, reageert lachend wanneer ik haar mijn twijfels confronteer. "Ik ben al twaalf jaar bezig met dit onderwerp en mensen willen altijd van mij weten of het Nederlands doodgaat of niet," zegt ze in vlekkeloos Nederlands met een knisperig Brits accent.
"Soms is Engels sneller in gebruik, bijvoorbeeld op universiteiten. Maar taal is meer dan een communicatiemiddel; het is ook een uitdrukking van identiteit en gaat daarom niet zo snel ten onder. En terugkomend op je vraag: of jouw dochters nog Nederlands spreken, ligt vooral aan jezelf."
Aan de slag dus. Met helder Nederlands formuleren. Dat ze vanochtend niet 'we want more' maar 'nog beetje' pruttelden toen hun bakjes vanilleyoghurt leeg waren, stemt in elk geval hoopvol. Al hebben de meisjes het zelf straks wellicht over 'promising'.