Een land is zo rijk als het zijn arme kinderen tegemoetkomt
PlusMassih Hutak
Maandag hostte ik de premiere van de speelfilm I Don’t Wanna Dance in Pathé Noord. Het was voor mij en vele andere bezoekers de eerste keer in langer dan een jaar dat we naar de bioscoop waren. De cast en crew hadden al eerder een online première gehad, maar niemand had het nog op het grote doek gezien.
Iedereen moet deze film gaan zien. Jong, oud, stedeling, dorpeling, sociaal maatschappelijk werkers, onderwijzers, kunstenaars, iedereen. Allereerst en vooral natuurlijk om het ongekende talent van hoofdrolspeler Yfendo van Praag, die zichzelf speelt in het verhaal over een jongen uit Noord die wil doorbreken met zijn dansgroep maar wordt gehinderd door ernstige armoede in huis en zijn wietverslaafde moeder, beeldschoon gespeeld door Romana Vrede. Voor de duidelijkheid: moeder en zoon houden zielsveel van elkaar, dat zie en voel je aan alles. Maar dat betekent niet dat moeder de verantwoordelijkheid kan dragen voor de zorg voor haar twee zoons, die terug zijn nadat ze een paar jaar bij hun tante hebben gewoond.
Een land is zo rijk als het zijn kinderen tegemoetkomt in de armoede die zij thuis oplopen. Armoede als gevolg van onverstandige keuzes van de ouders, ja. Maar vooral armoede door simpelweg pech, geboren in het verkeerde nest. Wat dan? Deze film laat je zien en vooral voelen hoeveel jonge levens en hoeveel talent in ons o zo rijke land op het randje van verwoesting staan.
De eerlijkheid en gulheid waarmee Yfendo speelt, is mede te danken aan de (werk)relatie die hij jarenlang heeft kunnen opbouwen met regisseur Flynn von Kleist. Zij maakten eerder de documentaire Omdat ik Yfendo heet en de korte film Kraaiennest die uiteindelijk leidden tot de speelfilm die er nu is, I Don’t Wanna Dance. Voor mij persoonlijk komt dit drieluik het dichtst in de buurt van een film als Boyhood, waarbij de hoofdrolspeler 12 jaar lang is gefilmd en de kijker hem ziet groeien van jongen tot man. Yfendo was 15 toen de film werd gedraaid en nog veel jonger toen de documentaire werd gemaakt.
Opvallend is ook hoe respectvol Amsterdam-Noord is vastgelegd; de film is, op een paar kleine uitzonderingen na, volledig hier geschoten. Het is niet je standaard grotestadswijk, de Noordse authenticiteit wordt in tegenstelling tot veel andere Nederlandse filmmakers door Flynn von Kleist niet neergezet als iets exotisch.
Wat ook zeker genoemd moet worden, is het talent van sounddesigner Regard Ibrahim, omdat de muziek en de locatie misschien wel Yfendo’s sterkste bijpersonages zijn. Net als natuurlijk de onvolprezen Daniël Kolf, die ons hopelijk nog vele decennia zal verrijken.
Samen met De Libi is deze film een mooie slag in de Nederlandse filmwereld, waar fictie en non-fictie door elkaar lopen.
Rapper en schrijver Massih Hutak (1992) schrijft elke week een column voor Het Parool. Lees al zijn columns hier terug.