Dat we het voortdurend hebben over meer transparantie en netter met elkaar omgaan, is een afleidingsmanoevre
PlusJohan Fretz
Het was drie uur voor de goednieuwspersconferentie, Ernst Kuipers nam zijn Powerpointpresentatie nog eens door en Mark Rutte bestelde een appeltaartje in de kantine, toen opeens twee explosieve rapporten naar buiten kwamen. Onderzoek, uitgevoerd door bureau PCW, in opdracht van het ministerie van Financiën, leidde tot een bikkelharde conclusie: ‘De Belastingdienst schatte frauderisico’s in op basis van nationaliteit en uiterlijk’.
Wie denkt dat de timing van publicatie stom toeval was, heeft net zo’n selectief geheugen als John de Mol. Dit was een beproefd Ruttiaans recept: slecht nieuws naar buiten brengen, precies op het moment dat het ondergesneeuwd zal raken door ander nieuws. Dat gebeurde dan ook. Het klassieke, vuile Haagse spel in volle glorie.
Selecteren op nationaliteit, om fraudeurs aan te merken, dat wisten we al van de Belastingdienst. Maar dus ook op uiterlijk. Tragisch voor alle mensen die, ondanks de talloze schrijnende verhalen, al twee jaar taalpurisme-bingo waren blijven spelen. Elke keer herhaalden ze dat profileren op nationaliteit niet hetzelfde is als op etniciteit.
Die vlieger gaat nu niet meer op. Of denkt iemand dat het bij profileren op uiterlijk ging over de vraag of iemand een coltrui droeg of een boblijn had? Nee, de rot zit heel diep. Toch wilde staatssecretaris Marnix van Rij (Fiscaliteit), een man die hiervoor als partner in een bedrijf geen salaris ontving maar een winstuitkering zodat hij daarover minder belasting hoefde te betalen, niet spreken van racisme. Het moet wel gezellig blijven.
In dezelfde week kopten de kranten: ‘Grote institutionele beleggers, vaak Amerikaans, hebben afgelopen tien jaar voor meer dan 15 miljard euro woningen in Nederland opgekocht.’ Die gemene beleggers toch ook. O nee, we vergeten bijna dat het Stef Blok was, minister van Wonen in Rutte II, een man die je nog niet zou herkennen als je hem tegenkwam op een onbewoond eiland, die destijds gretig de rode loper uitrolde voor buitenlandse investeerders. ‘Wij willen Nederland in het buitenland verkopen’, zei hij.
In oude fragmenten van bijeenkomsten om vastgoedproleten overzee naar hier te lokken, zien we Blok in Wim-Kok-Engels trots vertellen dat hij de huurmarkt flink heeft gedereguleerd, dat het investeringsklimaat is verbeterd zodat de huren flink kunnen worden verhoogd, de sociale huurwoningen kunnen worden teruggedrongen en er meer obstakels komen voor woningcorporaties zodat commerciële partijen beter kunnen concurreren. Onthoud: met dikke steun van de PvdA.
Dat de woningvoorraad massaal werd opgekocht door Amerikaanse giganten en dat huizen voor gewone mensen onbetaalbaar zijn geworden, is geen toeval, het was precies de bedoeling.
Wat hebben deze kwesties met elkaar gemeen? Nou, is het iemand opgevallen dat wij allemaal massaal in Ruttes frame uit april zijn getrapt? Het ging niet om hem, hij kon echt aanblijven, het ging om een nieuwe bestuurscultuur. Sindsdien hebben we het voortdurend over meer transparantie en netter met elkaar omgaan. Prima, maar het is vooral een afleidingsmanoeuvre om de focus weg te houden bij de kern van politiek: inhoud, beleid. Wat wij werkelijk nodig hebben is niet een nieuwe bestuurscultuur, maar nieuwe bestuurders.
Johan Fretz is schrijver en theatermaker. Hij schrijft elke zaterdag een column voor Het Parool.