Johan Fretz. Beeld Artur Krynicki
Johan Fretz.Beeld Artur Krynicki

Dat de vertrapten tegenwoordig terugpraten, is geen cancel culture of woketerreur, dat heet emancipatie

PlusJohan Fretz

Johan Fretz

Dus, Erica Meiland ging in haar biografie flink tekeer tegen moslims. Haar rant begon met: ‘Ik heb echt niks tegen buitenlanders’ en eindigde met ‘Er zijn ook hele goede islamieten.’ Dan weet je al hoe laat het is en zo laat was het dus ook.

Wat erop volgde, was het bekende riedeltje: ‘Je mag ook niks meer zeggen’; ‘Chantal Janzen is een deuggleuf’; ‘Het zijn toch ook kopvodden?!’; ‘Laat Soundos opdonderen naar haar eigen land.’ En deze week eindigde de cyclus met: ‘woketerreur!’ en ‘cancel culture!’ Het enige wat nog ontbreekt is een essay van Zihni ­Özdil, waarin hij de Meilandjes de beste ambassadeurs noemt die de multiculturele samenleving zich kan wensen.

Het valse frame dat telkens van stal wordt gehaald is dat van een samenleving waarin nooit openlijk kritiek mag worden geuit op het religieuze conservatisme of op de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen binnen de islam. In werkelijkheid toont dit vooral de onvoorstelbare desinteresse in de ontwikkelingen binnen Nederlandse moslimgemeenschappen. Daar zijn de afgelopen decennia en zeker de laatste jaren talloze (jonge) vrouwen opgestaan die die ongelijkheid ferm aankaarten, die een feministische strijd voeren binnen hun community’s.

Of ze daarbij een hoofddoek dragen, is volstrekt irrelevant, behalve dan voor degenen die hun zogenaamde religiekritiek enkel gebruiken als masker om hun werkelijke racisme mee te verhullen. Ik breng graag even in herinnering dat de partijleider van de club waar de Meilandjes zich zo bij thuis voelen, is veroordeeld omdat hij zijn publiek ‘Minder, minder, minder’ liet scanderen over een hele bevolkingsgroep en daarop zei: ‘Dan gaan we dat regelen.’

De ophef richting Erica Meiland ging helemaal niet over religiekritiek, maar over de vernederende taal die ze uitsloeg. Over het terloops op één hoop gooien van boerka’s en hoofddoeken. Je zult in dit land weinig fans aantreffen van de boerka, maar om mensen pinguïns te noemen en ze ‘rot op joh’ toe te bijten en als profiteurs weg te zetten, lijkt mij het andere uiterste. Ontmenselijking is geen mening.

Als dochter Meiland zich daar nadrukkelijk achter schaart en bepaalde bedrijven daar niet mee willen worden geassocieerd, is dat hun goed recht. Dat de vertrapten tegenwoordig ook terugpraten, is geen cancel culture of woketerreur. Dat heet emancipatie.

Maar ja: in dit land is slechts ruimte voor twee soorten allochtonen. De knuffelallochtoon, die als een dociele, goedlachse en gevaarloze clown de vooroordelen van zijn meesters kirrend bevestigt. En de allochtoon die zich met veel bombarie afkeert van zijn mede-allochtonen, zodat hij kan worden gebruikt als schild (feitelijk ook een knuffelallochtoon).

Ik ben opgegroeid tijdens de Fortuynrevolte. Noem me naïef, maar ik heb lang geloofd dat de kernboodschap van rechts uit die tijd oprecht was: het gaat erom dat je de taal spreekt, integreert, meedoet, hard werkt.

Nu, twintig jaar later, blijkt het omgekeerde waar te zijn. Juist de allochtoon die meedoet, die zich in feilloos Nederlands zelfverzekerd mengt in het debat en zijn plek opeist, vormt voor hysterisch rechts de werkelijke bedreiging. Maar ik zeg ze: mij niet bellen.

Johan Fretz is schrijver en theatermaker. Hij schrijft elke zaterdag een column voor Het Parool.

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden