Opinie

‘Amsterdam, initieer een inclusieve Indiëherdenking’

Het is tijd voor een inclusieve herdenking van het einde van Nederlands-Indië, en Amsterdam kan daar volgens Lara Nuberg een rol in spelen.

Lara Nuberg
Het Indisch monument in Den Haag.  Beeld ANP
Het Indisch monument in Den Haag.Beeld ANP

Op 15 augustus herdenkt Nederland het einde van de Tweede Wereldoorlog in Zuidoost-Azië, een dag die in 1945 voor veel mensen met een achtergrond in voormalig Nederlands-Indië een kantelpunt betekende. Na de twee atoombommen op Hiroshima en Nagasaki capituleerde Japan, waarmee wereldwijd een einde kwam aan de oorlog. Betekende dat voor Nederlandse staatsburgers in de kolonie herwonnen vrijheid; voor aanhangers van het Indonesische onafhankelijkheidsstreven betekende het dat net zo goed. Twee dagen na de Japanse capitulatie verklaarden nationalisten Soekarno en Hatta de Republiek Indonesië als opgericht en daarmee onafhankelijk.

Nederlandse nationalisten – zo noem ik nadrukkelijk de mensen die juist streefden naar de terugkeer van het Nederlands bestuur – was het uitroepen van de Indonesische onafhankelijkheid een doorn in het oog. Mijn oma was een van hen. Als kind van Indo-Europese ouders was ze Nederlands georiënteerd opgevoed. Bovendien was haar moeder nog Oranjegezinder dan Wilhelmina zelf. Dat die tak van de familie voortkwam uit inheemse vrouwen die zonder enige rechten de kinderen hadden gebaard die Europese mannen bij hen hadden verwekt, werd niet besproken. Zelfs zestig jaar nadat mijn oma naar Nederland was gekomen, legde ze mij nog uit dat ik Indisch nooit moest verwarren met Indonesisch. Wij kwamen voort uit Europeanen; Indonesiërs niet.

‘De directe gevolgen’

Dit onderscheid is ook vandaag de dag nog ­terug te zien op de verschillende Indiëherdenkingen die door het gehele land worden georganiseerd. Hoewel de mensen die wij nu Indonesiërs noemen worden herdacht onder de noemer ‘alle slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog’, is er voor hen geen plek onder het tweede aspect wat de herdenking claimt te gedenken, namelijk ‘de directe gevolgen van de oorlog’.

Met de directe gevolgen wordt namelijk de ­periode bedoeld waarin verzetsstrijders zich – op een aantal plekken in de archipel met extreem geweld – tegen Nederlandgezinden ­keerden én de migratie van Nederlandgezinden naar Nederland. Vreemd genoeg wordt de ­periode daartussen vergeten – de jaren 1946-1949, waarin Nederland getracht heeft de ­onafhankelijkheid van Indonesië terug te ­draaien en zo’n honderdduizend Indonesiërs de dood vonden.

Hiermee keert de Indo-Europese gemeenschap opnieuw haar rug naar de mensen uit wie ze voortkomt. Als deze gemengde bevolkingsgroep is ontstaan uit Europeanen, waar komt het andere deel dan vandaan? Tegelijkertijd geldt voor Nederlanders wier dna nooit vermengd is geraakt met dat van mensen uit Zuidoost-Azië dat ook zij op deze manier de rug ­toekeren naar hen die generaties lang hun plantages bewerkten, hun huishouden runden en hun wegen bouwden.

Het is het ultieme bewijs van de mentale koloniale erfenis dat de oorspronkelijke inwoners van de Indonesische archipel blijkbaar vooral handig waren als arbeidskracht en zelfs als ­bedpartner, maar dat hun leven er niet meer toe deed op het moment dat zij zich emancipeerden en opkwamen voor hun vrijheid.

Nationale Herdenking

Op 15 augustus begeef ik mij als geboren en getogen Amsterdammer buiten de Ring en ga ik naar de Nationale Herdenking in Den Haag. Niet omdat ik me kan vinden in de gehele opzet of vol bewondering naar de vaandelwacht van het Regiment van Heutsz (over koloniale erfenis gesproken!) wil kijken, maar omdat ik stil wil staan bij de persoonlijke gevolgen van de ­Tweede Wereldoorlog voor mijn oma en haar gezin. Op 4 mei kan ik dit immers niet vol overtuiging herdenken, aangezien op die datum in 1945 mijn familie in Zuidoost-Azië nog midden in de Japanse bezetting verkeerde.

Toch hoop ik vanaf volgend jaar niet meer buiten de Ring te hoeven treden op 15 augustus. Amsterdam heeft vooralsnog geen enkele ­Indiëherdenking en zou dus als progressieve stad het voortouw kunnen nemen voor een ­inclusieve herdenking.

Mijn voorstel is hierbij om op 15 augustus het einde van de Tweede Wereldoorlog te herdenken, op 16 augustus ons te bezinnen op woorden als vrijheid en verzet binnen een koloniale context en op 17 augustus de onafhankelijkheid van een geëmancipeerd volk te vieren. Het zou getuigen van een wijze les uit de geschiedenis als we ook binnen herdenkingen af kunnen rekenen met een koloniaal apartheidssysteem.

Lara Nuberg. Historicus, schrijft op haar blog gewooneenindischmeisje.nl over haar Indische identiteit en koloniale ­geschiedenis.  Beeld Privé
Lara Nuberg. Historicus, schrijft op haar blog gewooneenindischmeisje.nl over haar Indische identiteit en koloniale ­geschiedenis.Beeld Privé

Op 16/8 presenteert Lara Nuberg om 17.00 uur in het Verzetsmuseum een middag over verzet en vrijheid, en op 17/8 om 17.00 uur (met Reza Kartosen-Wong) een talkshow over de representatie van de koloniale tijd in Indonesische en Nederlandse media op het World Cinema Festival Amsterdam in Rialto.

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden