Als het cynisme in de politiek de boventoon voert, verliezen we meer dan ons lief is. Het is een waarschuwing van wethouder Onderwijs en Amsterdams PvdA-leider Marjolein Moorman in haar boek Rood in Wassenaar. ‘Het heeft grote waarde als we ook kwetsbaar durven zijn.’
Al van jongs af aan was rood Marjolein Moormans politieke kleur. Haar ouders stemden PvdA en als ‘serieus, activistisch kind’ scandeert ze tegenover haar klasgenoten in Wassenaar ‘PvdA’, terwijl zij ‘VVD’ roepen. In 2001 wordt Moorman lid van de PvdA – in een periode dat de partij het slecht doet in de peilingen en de rechtse populist Pim Fortuyn in opkomst is. Een periode waarin Nederland iets wezenlijks verloren heeft, schrijft Moorman (47) in haar woensdag verschenen boek Rood in Wassenaar. ‘Juist de nadruk op verschillen tussen mensen zorgde voor een polarisatie die tot vandaag doordendert en zich vastzet in identiteitspolitiek.’
Met de gemeenteraadsverkiezingen op 16 maart in aantocht is het publicatiemoment van het boek goed uitgekozen, maar Moorman benadrukt dat het hier toch vooral gaat om het overbrengen van haar idealen: “Over twee maanden heb ik de leeftijd van mijn vader toen hij overleed. Ik heb een verhaal te vertellen.”
Kiezers wegkapen
Over de eigen schaduw heenstappen. Verbinding zoeken met de ander om van politiek geen oorlog te maken. Het liefst met linkse partijen, om zo steviger een vuist te kunnen maken tegen rechts beleid. Want waarom scherpslijperij op kleine ideologische verschillen en het wegkapen van elkaars kiezers zonder dat het links in zijn geheel versterkt?
Het is een samenwerking waar Moorman in Rood in Wassenaar voor pleit. Net zoals dat ze oproept om de toenemende polarisatie en het cynisme jegens de politiek tegen te gaan. ‘Als we het vertrouwen in de politiek niet herstellen, als het ons niet lukt om er opnieuw een domein van te maken waar we gezamenlijk tot oplossingen kunnen komen, waar verbeeldingskracht tot leven komt, verliezen we meer dan ons lief is,’ schrijft ze.
Eerste vrouwelijke lijsttrekker
Marjolein Moorman werd geboren in Wassenaar – bekend als villawijk, maar zij groeide op in een ‘doodnormaal’ rijtjeshuis. Ze komt uit een gezin van vijf en met veel openheid en kwetsbaarheid deelt ze memoires uit haar jeugd en de relatie die ze met haar ouders heeft, die jong kwamen te overlijden. Eerst haar 48-jarige vader aan de gevolgen van een hersenbloeding, vijf jaar later haar 50-jarige moeder aan alvleesklierkanker. Moorman was toen 25, haar broers 23 en 22.
De erfenis was een schuld van tienduizenden guldens. Samen met haar broers accepteerde ze deze, waarna jaren van schuldeisers en stress volgden. Haar moeder bleek ook aandelen te hebben en op het moment dat deze zoveel waard waren dat de schuld in één keer afgelost kon worden, werden ze verkocht. Opeens waren Moorman en haar broers weer ‘vrij’. Daarna stortte ze in, maakte ze ruimte voor een rouwperiode, om een paar maanden laten te promoveren in de communicatiewetenschap aan de Universiteit van Amsterdam.
Talkshows
Als er één rode draad door haar boek loopt, dan is het wel kansengelijkheid. Als kind ervaart ze het in Wassenaar, later met de schulden en ook bij haar eigen kinderen ziet ze het gebeuren, in 2009. Moet ze deze naar de slechte school sturen die toevallig ook ‘zwart’ is? Of naar de school die als goed bekendstaat maar waar vooral witte kinderen op zitten? Het houdt haar bezig. Weten de ouders ook dat ze hun kinderen naar een ‘slechte’ school sturen? Maar vooral: wat betekent een ‘slechte’ school voor de kansen van deze kinderen?
Het is reden zich aan te melden bij de PvdA en tot haar verbazing komt ze bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2010 op plek 10. Als toenmalig partijleider Lodewijk Asscher in 2012 naar Den Haag vertrekt, wordt Moorman de nieuwe fractievoorzitter. Weer twee jaar later is ze de eerste vrouwelijke lijsttrekker van de Amsterdamse PvdA in 68 jaar.
Onder haar bewind halveert de partij in 2018 van tien naar vijf zetels, maar de PvdA gaat wel weer meebesturen in de stad. Ze wordt wethouder Onderwijs. De documentaireserie Klassen (2020), over de strijd voor gelijke kansen in het onderwijs, geeft haar landelijk aanzien. Geregeld is ze bij talkshows te zien als het gaat over onderwijs en eerlijke kansen.
Moorman is open in het boek, zoals ze dat als politicus vaak ook in het debat is. “Dit is wie ik ben. Voor mij is politiek ook persoonlijk. Het is van grote waarde dat we ook kwetsbaar durven zijn. Dat zijn we allemaal. Ik vind dat politiek ook waardegedreven hoort te zijn; idealen die je hoort te verwezenlijken. Ik hoop dat mensen dat herkennen in mij.”
Toekomstige PvdA-leider
Reflectief is ze ook op haar eigen partij – die steeds kleiner is geworden de afgelopen twintig jaar. Wanneer ging het mis? Was dat al tijdens de paarse kabinetten van PvdA-premier Wim Kok in de jaren negentig? Of gebeurde het later – toen de partij niet goed wist hoe om te gaan met de toenemende polarisatie en, zoals Moorman zegt, de PvdA veel ‘stoere taal’ uitsloeg die ‘onnodig kwetsend’ is? Denk aan oud-wethouder Hans Spekman die zei: “De Marokkanen die niet willen deugen moet je vernederen, voor de ogen van hun eigen mensen.” Of partijleider Diederik Samsom die het had over ‘een etnisch monopolie op overlast’.
Als een echte politieke leider analyseert Moorman in haar boek de partij en schrijft ze in pamfletvorm op waar de PvdA voor moet staan. Moorman: “Misschien zijn we dat af en toe vergeten te vertellen. Het is belangrijk om daarin weer een positie te bepalen. Gelijkheid staat voor ons voorop. Je neemt het altijd op voor mensen die onder druk staan.”
Spreekt in dit boek een toekomstige leider van de landelijke PvdA? Daarover doet ze geen uitspraken. Eerst volgen op 16 maart de gemeenteraadsverkiezingen. Zelf wil Moorman het liefste doorgaan als wethouder – verder strijden voor kansengelijkheid onder de slogan dat ‘we ongelijk moeten investeren voor gelijke kansen’.
Moorman: “We hebben nu zoveel crises: klimaat, wonen, onderwijs. We kunnen het niet anders oplossen dan in de politiek. Met cynisme gaat dat niet lukken – dat is mislukte hoop. Het begint met geloven dat het kan.”