De oorlog bracht duizenden Oekraïners naar Amsterdam, terwijl asielzoekerscentra met vluchtelingen volstroomden. Wethouder Rutger Groot Wassink wil een permanente voorraad opvangplekken, nu de gemeente ruim 4000 mensen meer opvangt dan een jaar geleden, en dat ook nog wel even zo blijft. ‘De massiviteit van de vraagstukken drukt op me, maar het maakt me ook strijdvaardig.’
“Marky, Mark,” groet Rutger Groot Wassink de chauffeur. Een rit naar Den Haag staat op het programma. Groot Wassink draagt een pak met zijn welbekende ‘Air Maxies’ eronder. In de dienstauto gaat het eerst over Ajax. Belangrijke bijzaken, maar de Amsterdamse wethouder schakelt snel over naar de nieuwe commissie die hij deze ochtend moet voorzitten.
De naam ervan is niet spannend, de inhoud wel, zegt hij. Vanwege een jaar lang crisis en vele ontwikkelingen op het gebied van asiel en migratie heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) een commissie in het leven geroepen voor wethouders, raadsleden en burgemeesters uit heel het land. De hele opvangketen wordt daar besproken: van Oekraïners, vluchtelingen uit oorlogsgebieden, arbeidsmigranten uit Europa tot ongedocumenteerden.
Als GroenLinkswethouder bent u de voorzitter van deze commissie, terwijl u moet samenwerken met veel VVD’ers en CDA’ers. Niet uw politieke vrienden.
“In een eerdere VNG-commissie werkte ik fijn samen met een CDA-collega uit Dordrecht. Met VVD-burgemeester Theo Weterings uit Tilburg was dat ook zo. We komen makkelijker tot oplossingen, omdat we als gemeenten dezelfde problemen op ons bordje krijgen. Lokaal gaan we niet over de grote vraagstukken die politiek polariserend zijn, zoals hoeveel vluchtelingen naar Nederland mogen komen.”
Waar gaat deze commissie wel over?
“Hoe we de mensen die naar Nederland vluchten gaan opvangen. Volgens internationale afspraken moet dat humaan en het moet zoals de rechter heeft gezegd. Samen gaan we VNG-beleid maken en de belangen van gemeenten zo goed mogelijk behartigen. De commissie is namens de gemeenten de eerste gesprekspartner van het kabinet.”
Amsterdam werd na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne een vluchtoord voor veel mensen. Hoe kijkt u terug op het afgelopen jaar?
“Ik had niet voor mogelijk gehouden dat er een full-blown invasie zou komen. Het bombardement op het theater van Marioepol, hoe de stad in de as is gelegd… Dat is bijna niet te bevatten. Onze ambtelijke organisatie legde gelijk contacten met Warschau en Berlijn. We zagen de eerste mensen daarnaartoe vluchten, niet veel later kwamen ze aan in Amsterdam. Eerst met auto’s, toen met de trein. Het is nooit meer opgehouden. Ruim 24.000 Oekraïners zijn via het coördinatiepunt op CS verdeeld over het land en nog steeds arriveren hier 35 mensen per dag.”
Bij het A&O Hostel in Zuidoost kwam destijds de eerste bus met Oekraïners aan. De gemeente had direct plekken beschikbaar.
“Amsterdam is bij uitstek goed in crises. De wegen van bureaucratie vind ik vaak wat te lang duren, maar in dit soort gevallen kan er veel én snel. Maar ik denk dat heel Nederland in een stemming was om iets bij te dragen.”
U bent bijna vijf jaar wethouder. Is dit voor u de grootste crisis die u heeft meegemaakt?
“Mijn periode wordt in hoge mate getekend door het bredere vluchtelingenvraagstuk. Ik zie ook niet een groot verschil tussen Oekraïners en andere vluchtelingen die naar Nederland komen. We moeten af van het wettelijke onderscheid dat er bestaat tussen hen.”
Tekst gaat verder onder het kader
Podcast
Hoe is het om als vluchteling in Amsterdam terecht te komen? En wat doet Amsterdam voor vluchtelingen? Luister de aflevering van podcast Amsterdam wereldstad met politiek verslaggever David Hielkema en Amjad Almatni, die als Syrische statushouder een huis in de stad kreeg toegewezen.
“Laatst zei iemand dat de arbeidsethos van Oekraïners anders is. Onzin. Vluchtelingen uit Oekraïne vallen onder een tijdelijke EU-richtlijn en mógen direct werken. Maar iedereen wil na een vlucht weer meedoen in de samenleving. Alleen zetten we ze eerst in een asielzoekerscentrum (azc), daar verpieteren ze minimaal twee jaar, daarna komen ze met een uitkering ergens terecht en dan vinden we het gek dat ze niet meteen aan het werk gaan? Over dit hele systeem moeten we heel anders nadenken.”
Anderen zeggen: door ze meteen te laten integreren, hier te laten werken, geeft u deze mensen wellicht onterecht het gevoel dat ze in Nederland mogen blijven.
“Vind je dan dat je hun leven twee jaar op pauze moet zetten? Ik vind het goed dat mensen zich ontwikkelen, waar hun toekomst ook ligt. Politiek zie je dat er wel wat meer ruimte komt om dat te veranderen, mede door Oekraïners. Het helpt op de arbeidsmarkt.”
De opvangcrisis was vorig jaar zichtbaar toen mensen buiten de azc’s moesten slapen. Komende zomer lijken er wederom te weinig plekken te zijn.
“De crisis komt door de vorige kabinetten. Na de vluchtelingenstroom uit Syrië is de opvangcapaciteit zo snel afgeschaald. Maar de verhoogde asielinstroom is ook weer niet van zo’n omvang dat je het als land niet zou moeten aankunnen. We gaan dit jaar uit van 75.000 mensen die komen. Dat is nog niet eens anderhalf keer de Johan Cruijff Arena. Even in perspectief! Ik vind het onbestaanbaar dat wij als land niet in staat zijn die mensen op te vangen.”
Door de crisis wil staatssecretaris Eric van der Burg (Asielzaken) dat gemeenten gedwongen mensen gaan opvangen.
“De zogenoemde spreidingswet is de énige weg om uit deze crisis te komen. Als we vluchtelingen eerlijker verdelen over gemeenten, maak je kleinschaligheid mogelijk. Bij Tubbergen zag je dat inwoners voor vluchtelingen openstaan, maar dat de verhoudingen niet goed waren. Kleinschaligheid is voor vluchtelingen beter, maar ook voor gemeenschappen. Uit solidariteit is het ook niet meer vol te houden dat sommige gemeenten meer mensen opvangen.”
Amsterdam vangt 2300 Oekraïners en 3000 andere vluchtelingen op in achttien noodopvanglocaties en het azc in Nieuw-West. In de Houthavens komt in 2025 een nieuw azc voor 500 mensen. Vraag en aanbod sluiten niet aan.
“Het aantal plekken in de Houthavens is volstrekt onvoldoende. De komende jaren zullen wij nog wel duizenden mensen moeten blijven opvangen vanwege de crisis. We kijken hoe we dat kunnen doen met nieuwe locaties.”
In andere woorden: u wilt u in Amsterdam structureel nieuwe vaste plekken creëren voor opvang? Dat staat niet in het coalitieakkoord.
“Klopt. We moeten naar een permanente voorraad opvangplekken. Als de nieuwe vaste locaties niet nodig zijn voor vluchtelingen, zet je andere mensen neer die dat nodig hebben. Denk aan economisch daklozen.”
Dat betekent dat hostels, hotels, het Marineterrein of het asielschip permanente locaties kunnen worden voor opvang?
“Ik weet niet of die locaties houdbaar zijn. Een hotel is relatief duur. Het schip ook. Bij Oekraïners ga ik er ook van uit dat een groot gedeelte hier gaat blijven. Daar zullen we ook iets mee moeten doen.”
En azc Willinklaan in Nieuw-West permanent open houden?
“Daar moeten we heel goed over nadenken en met de buurt over praten. We zullen alles tegen het licht moeten houden.”
Als wethouder valt alle opvang onder u. Ook die van daklozen, zoals uit EU-landen of mensen die dit worden na het verliezen van hun baan. Het aantal daklozen groeit al jaren.
“Laatst was ik op veldwerk met twee vrouwen die daklozen wijzen op de voorzieningen in de stad. De verhalen die je dan hoort zijn heftig. Mijn werk is vooral het verdelen van schaarste. Zoeken welke problemen het urgentst zijn, met altijd beperkte middelen. We hebben geen woningen en altijd weinig budget. Het baart me grote zorgen.”
“Amsterdam zit in een wooncrisis, waardoor het huisvesten van veel mensen niet haalbaar is. De sleutel voor het hele probleem zit in het anders omgaan met de woningmarkt. Dat moeten we eerlijk in de regio en provincies verdelen. Andere gemeenten moeten ook hun steentje bijdragen.”
Ongedocumenteerden, Oekraïners, vluchtelingen, statushouders, Oost-Europese daklozen, economisch daklozen. Het is nogal wat om op te vangen.
“De massiviteit van de vraagstukken drukt op me, maar het maakt me ook strijdvaardig. Het is logisch dat je als grote stad meer doet dan kleinere steden of dorpen. Voor vluchtelingen en daklozen is Amsterdam aantrekkelijker, maar het is toch best gek dat je aan de ene kant krimpregio’s hebt en mensen op andere plekken geen huis kunnen vinden?”
‘Marky Mark’ zet de dienstauto stil. Mannen – het zijn vooral mannen – lopen al in een net pak en met nette schoenen het VNG-kantoor binnen voor de eerste vergadering. Ook Groot Wassink gaat het vijf uur durende gesprek in. Na afloop: “Het was leuk. Een feest der herkenning en een grote saamhorigheid om dit complexe onderwerp te bespreken. Binnenkort gaan we op heidag om een werkprogramma te maken. We moeten samen tot oplossingen komen.”
De Amsterdamse wethouder heeft deze middag nog een afspraak staan. Hij wandelt naar het iets verderop gelegen ministerie van Justitie en Veiligheid, waar hij met staatssecretaris Eric van der Burg en een paar wethouders een ‘benen-op-tafelsessie’ heeft. “We moeten niet meer in de situatie van vorige zomer komen toen mensen buiten sliepen bij azc’s. Geen incidentele oplossingen, maar we gaan praten over structurele veranderingen.”