PlusNieuws

VOC-zaal in het Oost-Indisch Huis op de schop: ‘De tijden zijn veranderd’

In het Oost-Indisch Huis gaat een gereconstrueerde pronkkamer van de Heeren XVII – het centrale bestuur van de VOC – op de schop. De Universiteit van Amsterdam vindt de onkritische manier waarop het koloniale verleden van Nederland in de betreffende VOC-zaal wordt gevierd, niet meer van deze tijd.

Marcel Wiegman
De gereconstrueerde pronkkamer in het Oost-Indisch Huis, Kloveniersburgwal 48. Beeld Bob Bronshoff
De gereconstrueerde pronkkamer in het Oost-Indisch Huis, Kloveniersburgwal 48.Beeld Bob Bronshoff

In de grote schoonmaak van het Amsterdamse koloniale verleden is deze keer de UvA aan de beurt: de VOC-kamer in het Oost-Indisch Huis, tot vorig jaar in gebruik als zaaltje voor vergaderingen, recepties en ceremonies. Studenten en medewerkers voelden zich er niet langer prettig, zegt Marieke de Goede, decaan van de faculteit der geesteswetenschappen. “Wij hebben die signalen serieus genomen. De zaal is niet inclusief.”

In de 17de eeuw huisde er de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). Veel is er van die tijd niet over, maar in de jaren negentig van de vorige eeuw besloot de universiteit op basis van oude prenten van Simon Fokke tot een reconstructie van de bestuurskamer, de oude pronkkamer van de Heeren XVII, compleet met replica’s van schilderijen uit het Rijksmuseum. Een ‘theatrale’ weergave van het verleden met nagemaakte meubelstukken in 17de-eeuwse stijl.

Borden met tekst en uitleg

Een volledig onkritische weergave van het koloniale verleden, luidt nu het oordeel. Een poging goede sier te maken met een geschiedenis die ten koste ging van vele levens in de voormalige koloniën. Eerder kwamen er bij de ingang al borden te hangen met tekst en uitleg over de wandaden van de VOC, maar vorig jaar werd de zaal tot nader order in zijn geheel ‘uit de roulatie gehaald’.

“Het zou een beetje gek zijn als ik als decaan nu zelf de witkwast ter hand zou nemen of de schilderijen van de muur zou trekken,” zegt De Goede. Vorige week begon de faculteit der geesteswetenschappen daarom een speciaal programma met het oog op herinrichting van de zaal: Dekoloniale Dialogen. Een open uitnodiging aan iedereen die mee wil praten, aldus De Goede. Of het nu is in de vorm van colleges, lezingen of tentoonstellingen.

Verschillende scenario’s

Trekkers van het proces zijn Ghanima Kowsoleea, hoofd Vox-Pop, een creatieve broedplaats aan de UvA, en Margriet Schavemaker, hoogleraar media en kunst in de museale praktijk en artistiek directeur van het Amsterdam Museum. Samen met een redactieraad moeten zij voor het einde van het jaar komen tot verschillende scenario’s voor de toekomst. Het bestuur van de faculteit neemt daarover uiteindelijk de beslissing.

Zit de universiteit in haar maag met de VOC-zaal? Zo moeten we dat niet zien, aldus De Goede. “In een tijd waarin de regering haar excuses aanbiedt voor het slavernijverleden, is het heel normaal om als universiteit ook eens kritisch te kijken naar het eigen erfgoed en ons de vraag te stellen: wat wordt hier eigenlijk verbeeld? De tijden zijn veranderd. Dat accepteren wij niet alleen, wij omarmen het ook.”

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden