Urenlange inspraak tegen windmolens: ‘Niet op 350 meter van mijn kinderen’
Liefst 160 insprekers spuwden dinsdagavond hun gal over de windmolenplannen van het Amsterdamse stadsbestuur. De digitale inspreekbijeenkomst in de gemeenteraad werd een lange zit, want na een uurtje waren er pas twaalf aan het woord geweest.
Het voornemen om langs de rand van Amsterdam minstens 17 nieuwe windmolens te plaatsen, maakt duidelijk veel los. Soms tot tranen geroerd of wild pissig, maar vrijwel altijd rustig en netjes verwoord vertelden insprekers over de zorgen die ze hebben nu de mogelijkheid opdoemt dat torenhoge windmolens worden gebouwd – voor sommigen op slechts een halve kilometer van hun huis.
Voorstanders duurzame energie
Bijna zonder uitzondering vertelden ze voorstander te zijn van duurzame energie. “Maar niet zo. Niet op 350 meter van de slaapkamers van mijn kinderen,” zoals IJburger Sander Komijn het verwoordde. De ‘megawindturbines’ dichtbij woonbuurten zullen geluidsoverlast en ongezonde bromtonen veroorzaken, zo is de vrees.
Op IJburg kwam het protest als eerste op gang, maar ook vanuit verschillende delen van Amsterdam-Noord waren flink wat insprekers. Verder klonk er bezorgdheid vanuit Waterland, Abcoude, Gein, Gaasperdam, Durgerdam, nieuwbouwwijk Weespersluis bij Weesp en het groen van de Amstelscheg.
Renske Peters waarschuwde namens de Stichting Beschermers Amstelland tegen de mogelijkheid dat er windmolens komen in het groen aan de zuidrand van de stad. “Door corona is wel duidelijk hoe belangrijk het is dat er een groene long is dicht bij de stad waar je geestelijk kunt bijtanken en een frisse neus kunt halen.”
Vrees voor landschap
Dat Amsterdammers zelf moesten ontdekken dat plekken vlak bij hun huis worden genoemd als mogelijke locaties voor windenergie, maakte hun woede alleen maar groter. “Als er een stoeptegel wordt gelicht krijg ik daar twee brieven over, en daarna nog één dat ie weer recht ligt,” mopperde Olaf Smits, die op Zeeburgereiland woont. Nu bleef het stil. “Dat tast het vertrouwen in de overheid aan.” Het draagvlakonderzoek van het gemeentelijke statistiekbureau OIS is volgens hem ‘gestuurd’.
IJburger Tim Klein Haneveld klaagde over de mogelijkheden die er waren om mee te praten. “We mochten de turbines over de kaart heen en weer slepen, maar we mochten ze niet naast de kaart plaatsen.”
Verder wordt gevreesd voor het landschap. Zo waarschuwde IJburger Arno Pronk voor een ‘planologische chaos met een confetti van windmolens’. Harmen Bos hekelde de ambitie om zo veel mogelijk energie binnen Amsterdam zelf op te wekken. “We kunnen dit niet binnen Amsterdam oplossen. Daar is de stad te druk voor.”
Lange zit
“Alle natuurorganisaties zijn fel tegen plaatsing van windmolens bij het IJmeer,” zei oud-Europarlementariër voor de PvdA Thijs Berman. De IJburger maakt zich zorgen over de trekvogelroutes daar. “Met windturbines wordt het een slagveld. Kies voor het kwetsbare open landschap van de stad. Windenergie ten koste van biodiversiteit is niet duurzaam.”
Hier en daar meldden zich ook voorstanders van windmolens rond de stad. Volgens Laetitia Ouillet van energiecoöperatie De Windvogel moet het geluid van windmolens niet overdreven worden. Over de windmolen aan de Ouderkerkerplas zijn volgens haar geen klachten van omwonenden en zijn vogels nauwelijks het slachtoffer. Ze nodigde Amsterdammers uit om de molen van dichtbij te bekijken. “Kom eens luisteren op 400 meter afstand.”
Energiecoöperatie Onze Energie denkt dat het goed mogelijk is om in Noord windmolens in te passen. “Langs de A10 en tussen de hoogspanningsmasten zouden ze volgens ons niet misstaan. Of bij de Noorder IJplas,” zei Rens Savenije.
Voor de gemeenteraadsleden was het een lange zit. De insprekers kregen allemaal één minuut, maar na een klein uurtje waren er pas twaalf aan de beurt geweest. “Als we zo doorgaan, zitten we hier morgen nog,” zei Denk-raadslid Ayşegül Kiliç, de voorzitter van de bijeenkomst. Na twee uur waren er nog honderd te gaan. Kort voor één uur ’s nachts had de laatste inspreker haar zegje gedaan. Na vijfenhalf uur.