Plus
Strafzaak Peter R. de Vries mogelijk opnieuw in behandeling door geëmigreerde rechter
Doordat een rechter naar het buitenland is geëmigreerd, zou de behandeling van de strafzaak over de moord op Peter R. de Vries helemaal opnieuw moeten. Alleen als de verdachten en hun advocaten en de officieren van justitie instemmen, hoeft dat bij uitzondering niet.
Of alle partijen instemmen zal pas duidelijk worden op een volgende zitting op 3 november, maar de kans lijkt groot.
Het gaat om ‘de jongste rechter’ die het proces tot nu toe in de meervoudige kamer van de rechtbank heeft behandeld. Er zou in de zaak al uitspraak zijn gedaan als het Openbaar Ministerie voor de zomer niet op het laatste moment nieuwe stukken had toegevoegd.
Door een tijdsverschil van negen uur met het land waar de rechter naartoe is verhuisd is het ondoenlijk steeds voor zittingen terug te vliegen, of de zaak via een videoverbinding te volgen.
De voorzitter van de rechtbank bracht het nieuws op weer een inleidende zitting in de Amsterdamse rechtbank. In november zal pas verder inhoudelijk worden gesproken over de verdere inrichting van het proces. Tegen beide verdachten, Kamil E. en Delano G., werd voor de zomer al levenslang geëist door het Openbaar Ministerie.
Voor het vertrek
De rechtbankvoorzitter vertelde dat het vertrek van de rechter naar het buitenland lang op losse schroeven stond, mede vanwege corona, en ‘pas definitief vorm kreeg’ terwijl de strafzaak al liep. De rechtbank had gehoopt voor het vertrek van de rechter uitspraak te kunnen doen.
“Wat we niet hadden voorzien, is dat we de uitspraak moesten uitstellen door de nieuwe door het Openbaar Ministerie ingebrachte stukken,” zei de rechtbankvoorzitter. “De wet schrijft voor dat de rechtbank verplicht is het onderzoek opnieuw aan te vangen, het dossier opnieuw te behandelen en opnieuw requisitoir en pleidooien te houden en het spreekrecht van de nabestaanden te laten uitoefenen.”
Hij noemde meteen ook ‘de uitzondering op die hoofdregel’. “Het hoeft niet als de officieren van justitie, de verdachten en hun advocaten er mee instemmen dat het onderzoek wordt voortgezet.”
Inmiddels hebben de partijen informeel overlegd over die vraag. Het lijkt erop dat niemand zit te wachten op een herhaling van het hele proces, maar dat is nog niet uitgesproken.
Afgeluisterd
Het Openbaar Ministerie heeft in augustus weer nieuwe stukken ingebracht, waaruit blijkt dat verdachte Kamil E. in de gevangenis zeer langdurig is afgeluisterd.
Volgens advocaat Ayse Çimen van de vermoede chauffeur en voorbereider van de moord was dat al zeker sinds 29 december 2021. Dat afluisteren gebeurde volgens justitie in het andere onderzoek dat de Landelijke Recherche doet naar de opdrachtgevers en andere betrokkenen bij de moord op De Vries. (De zaak Iraklia betreft alleen de vermoede uitvoerders Kamil E. en Delano G.).
Hij zou in de afgeluisterde gesprekken onder meer hebben gesproken over een derde persoon in de (vlucht)auto. Dat past bij het verhaal dat hij en zijn advocaten later tegenover de rechtbank hebben gedaan: dat een tweede Pool in de auto zat, die mogelijk via de versleutelde Google Pixel-smartphone communiceerde met degenen die de moord aanstuurden, deels in het Pools. Zelf zegt Kamil E. dat niet te zijn geweest.
Een van de officieren van justitie merkte op dat de afgeluisterde gesprekken zijn opgenomen nadat de stukken over de zeer belastende communicatie via de Google Pixel-smartphone al waren ingebracht. De suggestie: het praten over die derde inzittende kan toneelspel zijn. “We hebben al gesteld dat we zijn verklaring onbetrouwbaar vinden.”
Raadsvrouw Çimen reageerde ontsteld. “Het is lastig te geloven dat deze officieren van justitie pas in augustus wisten dat onze cliënt sinds 29 december vorig jaar was afgeluisterd, en wat de inhoud van de gesprekken was,” zei ze. “Wij geloven er heel weinig van dat het Openbaar Ministerie dat onze zaak Iraklia doet, niet érgens van op de hoogte is gesteld dat een tap liep in de penitentiaire inrichting.”
Twee gescheiden zaken
De advocaten betogen al langer dat hun zaak tegen de vermoede uitvoerders van de moord niet meer los kan worden gezien van het pas veel later opgestarte proces tegen andere vermoede betrokkenen. “Wat moet onze cliënt en de samenleving er van begrijpen dat er nu twee gescheiden zaken lopen, in verschillende trajecten, en met hekken rond de informatie in de verschillende dossiers?”
Bovendien vindt Çimen het ongepast dat de officieren van justitie op een zitting over de verklaring van Kamil E. over de derde man eerder ‘gekscherend’ opmerkten dat ‘ineens een Pool uit de lucht kwam vallen’, terwijl ze ‘donders goed wisten dat er al afgeluisterde gesprekken waren waarin een derde inzittende in de auto aan de orde kwam’. De advocaten willen dat de aanklagers alle stukken uit het andere onderzoek, 26Hendon, inbrengen in de lopende zaak. In die zaak komen de drie verdachten op 13 oktober voor het eerst voor de rechter.
Na een pauze wilden de officieren van justitie ‘graag een algemene opmerking maken’. “De verdediging van meneer E. suggereert weer een aantal keren dat het Openbaar Ministerie kaarten tegen de borst houdt. Dat is absoluut niet zo. De officieren van justitie in het andere onderzoek, 26Hendon, bepalen wanneer welke informatie naar buiten kan worden gebracht. Op dit moment verzet het belang van dat onderzoek zich ertegen informatie te verstrekken.”
Wel bood het Openbaar Ministerie de advocaten aan dat ze inzage kunnen krijgen in het beknopte dossier op grond waarvan de verdachten in 26Hendon op 13 oktober op hun eerste zogeheten pro-formazitting voor de rechtbank komen. De rechtbank verzocht justitie en de advocaten daarover ‘één op één’ te overleggen.
Kamil E. herhaalde in zijn ‘laatste woord’ dat hij niets heeft te maken met de moord op Peter R. de Vries. “Ik zit al een jaar vast en zie wat hier allemaal gebeurt. De zaak zou al lang afgelopen moeten zijn. Ik wil naar mijn gezin terug, naar mijn kinderen. Mijn vrouw heeft geen geld. Mijn moeder had spaargeld, maar dat heeft ze allemaal aan mijn vrouw gegeven.”
Delano G. en zijn advocaten waren niet naar de zitting gekomen. De zaak gaat op 3 november verder.