PlusInterview
Spanjaarden op de fiets dankzij tweedehandsjes uit Amsterdam
De fiets als hét vervoersmiddel in de stad: de Spaanse Ana Castán kan het zich niet anders meer voorstellen. Hoog tijd dat inwoners van haar thuisland – waar ‘die vervuilende auto’ het straatbeeld bepaalt – ook vaker op de fiets springen. Daarom koopt ze oude fietsen op en verkoopt die door aan Spanjaarden.
Castán (38) – naar eigen zeggen een groot voorstander van de fiets in (grote) steden – zag hoe Spanjaarden vorig jaar tijdens de lockdown massaal het ov meden. “Dit is voor hen een mooie kans om voor de fiets als alternatief te kiezen, dacht ik. Het probleem: nagenoeg alle fietsen in Spanje zijn uitverkocht of veel te duur. Ze kennen daar alleen mountainbikes,” vertelt ze.
En dus besloot Castán, die voor de coronacrisis fietstours organiseerde, samen met een vriend op onderzoek uit te gaan: waar kon ze goedkoop tientallen fietsen tegelijk opkopen? Ze kwam uit bij het fietsdepot van de gemeente, die overgebleven fietsen weer doorverkoopt aan fietswerkplaatsen in de stad, waar de fietsen worden opgeknapt. Als Castán veel fietsen tegelijk inkocht, kon ze rekenen op een aantrekkelijk prijsje.
En zo geschiedde. Vorig jaar oktober vertrok de eerste truck met 135 fietsen vanuit Amsterdam naar Spanje. Na de zomer wil Castán een tweede truck die kant op sturen, met 170 fietsen. En de aanvragen blijven binnenstromen, zeker nadat de landelijke Spaanse ochtendkrant El País een artikel wijdde aan Castáns fietsbusiness.
Groenere planeet
“Kijk, ik zie mezelf als een soort fietsbemiddelaar, ik word er niet rijk van,” zegt Castán. “Maar dat is mijn doel ook niet. Die vriend en ik strijden allebei voor een groenere planeet. Vaker fietsen draagt daar zó aan bij. Maar in Madrid hebben ze dat totaal niet begrepen. De stad wordt gedomineerd door auto’s en achtbaanswegen, met veel luchtvervuiling tot gevolg. De autolobby is erg invloedrijk in Spanje, omdat er veel auto’s worden geproduceerd. Die industrie maakt onze planeet kapot. Als fietser ben je er ook totaal niet welkom. Dat hoop ik toch een beetje te kunnen veranderen.”
Het contrast kon, eenmaal woonachtig in Amsterdam, daarom ook niet groter zijn voor Castán. In tegenstelling tot een mountainbike, kon ze op een stadsfiets veel beter om zich heen kijken, de vogeltjes horen fluiten. Een fietstochtje naar werk was nog nooit zo leuk – ‘ik had zelfs geen koffie meer nodig’.
Met de fiets naar school
Diezelfde reacties krijgt ze nu ook van landgenoten die via Castáns website een van haar fietsen hebben weten te bemachtigen. Sommigen zeggen de kinderen nu iedere dag op de fiets naar school te brengen. En zeker in kleinere steden, zoals Valencia, worden langzaam maar zeker stapjes gezet om het fietsers aantrekkelijker te maken, ziet Castán. Het maakt haar trots om de Spaanse én Nederlandse cultuur verenigd te zien. Al is er nog genoeg werk aan de winkel.
Castán: “Ik snáp het fietsbeleid in Spanje gewoon niet. Wanneer er op meer plekken betere en goedkopere stadsfietsen worden aangeboden, trekt de verkoop toch vanzelf aan? Mensen fietsen daar niet, omdat je simpelweg nergens een degelijke fiets kunt kopen.”
Voor nu rust die verantwoordelijkheid dus nog even op haar schouders. Kan ze het aan, al die extra aanvragen? “Ik denk het wel. Ik ben gelukkig een zeer georganiseerd persoon.”