Plus
Sloop dreigt alsnog voor monumentaal melkwinkeltje in Noord
Het voormalige melkwinkeltje in de Van der Pekbuurt in Noord dreigt gesloopt te worden, ondanks de monumentale status van het pand. ‘Je kan zeggen: ouwe meuk, weg ermee, maar dit vind je nergens meer.’
Het interieur van het pand op Begoniastraat 6, dat als enige uit de buurt in originele staat verkeert, werd in november 2020 door het stadsdeel aangewezen als gemeentelijk monument. Desondanks wil eigenaar Ymere het pand, net als 15 andere woningen in de straat, renoveren en verkopen.
Stichting Monumenten Amsterdam Noord trekt aan de bel. Woordvoerder Frits Prior (75) maakt zich ‘veel zorgen’ dat het interieur van het voormalige melkwinkeltje verdwijnt.
In februari 2019 ontdekte Prior dat binnen bijna alle gebruikssporen van honderd jaar wonen en vijftig jaar werken bewaard zijn gebleven. Sindsdien doet hij er alles aan om het voormalige melkwinkeltje in de huidige staat te behouden. Prior: “De indeling zoals het was, de terrazzovloer, bijna al het originele houtwerk, het zit er nog allemaal in. Er zit behang van zeven uitbaters, dus zeven lagen over elkaar. Je kan zeggen: ouwe meuk, weg ermee, maar dit vind je nergens meer.”
Tentoonstelling
In overleg met Ymere kreeg Historisch Centrum Amsterdam-Noord (HCAN), waar Prior secretaris van is, de voormalige winkelwoning tijdelijk in gebruik. In mei 2019 opende een kleine tentoonstelling over de geschiedenis van de melkwinkel en over de rol van Jan Ernst van der Pek voor de volkshuisvesting. Er kwamen in veertien weekenden ruim 1400 bezoekers. Komende woensdag moet HCAN het huis leeg opleveren en de sleutels teruggeven aan Ymere.
Toen de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit in oktober 2019 het advies gaf om het interieur van Begoniastraat 6 aan te wijzen als gemeentelijk monument, kregen zowel Ymere als Sman de kans om hun zienswijze in te dienen. Hierin legden zij uit hoe de bescherming zou moeten worden geïnterpreteerd.
Nu de gemeente, ruim een jaar later, het interieur daadwerkelijk heeft aangewezen als monument, is nog onduidelijk wat die bescherming precies inhoudt. Prior: “Nergens blijkt hoe moet worden omgegaan met de gebruikssporen in het pand, zoals de terrazovloer en de verschillende lagen behang en de elektra uit 1919 die nog deels aanwezig is.”
Duidelijkheid over het behoud
Bovendien bleek de zienswijze die Sman had ingediend te ontbreken in de stukken. Daarop vroeg de instelling eind november in een brief aan de stadsdeelvoorzitter een additioneel besluit aan. “We willen graag een uitspraak over het al dan niet behouden van de huidige toestand, inclusief de gebruikssporen,” zegt Prior.
Persvoorlichter van Ymere Coen Springelkamp: “Ymere gaat respectvol om met oude panden in de stad. Wat het effect van de monumentenstatus is, moet de toekomst nog uitwijzen. Wij kunnen daar nu nog niets over zeggen.”
Ook Stadsherstel bemoeide zich met de kwestie door Ymere en Dura Vermeer aan te bieden om het pand te kopen en te laten herfunderen zonder de gebruikssporen uit te wissen. Stella van Heezik van Stadsherstel: “Die bieding deden we omdat het van belang is voor de gemeente om dit pand te bewaren.” Op het bod werd niet ingegaan. Stadsherstel heeft hier verder geen contact over gehad met de gemeente.
Een woordvoerder van stadsdeel Noord laat weten dat de gemeente op de hoogte is van de zorgen over de bescherming van het interieur van het pand. “Hier zijn we over in gesprek.”