PlusAchtergrond
Rinia (68) werd dodelijk mishandeld toen ze de eendjes ging voeren
Toen de 68-jarige Rinia Chitanie uit Buitenveldert haar dagelijkse ommetje maakte om de eendjes te voeren, werd ze dodelijk mishandeld en verkracht door een Eritrese vluchteling. Over het leven van een Amsterdamse, en het trauma van de buurt.
Het leven van Rinia Chitanie (1951-2019) is verzameld in een grote kartonnen doos. De doos staat midden in de woonkamer van haar zus Regina. Het is gevuld met diploma’s, recente certificaten van een cursus culturele antropologie en een college van Oud geleerd, Jong Gedaan, officiële papieren, stapels foto’s van haar leven in Suriname en Nederland en een met blauw lint versierd dagboek.
Daarin staat haar levensverhaal opgetekend, gelardeerd met foto’s van belangrijke gebeurtenissen, verjaardagskaarten en ansichtkaarten van het bij haar geliefde Koninklijk Huis. Het schetst een portret van een erudiete, ambitieuze en reislustige vrouw die midden in het leven stond. De foto’s bestrijken haar jeugd in Suriname, haar studietijd in Amsterdam, feesten en partijen, haar beroepsleven en de vele reizen die ze maakte.
De eerste pagina van haar dagboek is beplakt met een foto van Rinia zelf, met daaronder de handgeschreven tekst: ‘60 jaar!’ Ze kijkt lachend in de lens. In haar handen houdt ze een pot paarse hyacinten, op de achtergrond de zee en rotsen. Het is precies zoals Regina zich haar dappere zus herinnert. Trots: “Tijdens vakanties reisde ze als een nomade in haar eentje de wereld rond.”
Het is inmiddels ruim anderhalf jaar geleden dat haar zus in 2019 door bruut geweld om het leven kwam. De zussen hadden in de avond van die eerste paasdag nog met elkaar gebeld, maar Rinia had het gesprek afgebroken omdat ze de eendjes nog moest voeren. Om kwart over negen stapte ze die avond met een tas broodkruimels naar buiten voor haar ommetje: over het voetpad achter haar huis langs het Gijsbrecht van Aemstelpark, vlak bij winkelcentrum Gelderlandplein. Een pad met aan de ene kant een brede sloot en het park en aan de andere kant de schuttingen van de achtertuinen van portiekflats. Een stop bij het ene bruggetje en daarna zo’n vijfhonderd meter verderop bij het andere bruggetje. Heen en terug een stief kwartiertje.
Niet bang uitgevallen
Ondanks haar 1,47 meter was Chitanie niet bang uitgevallen. Overdag liepen hier vaker mensen, maar ’s avonds bleven de ouderen liever binnen. Tijdens de wandeling werd ze aangevallen, door wat later bleek de 20-jarige statushouder Huruy G. uit Eritrea. Ze werd ernstig mishandeld en verkracht, en zou weken later in het ziekenhuis overlijden aan haar verwondingen. G. werd diezelfde avond nog opgepakt.
De gebeurtenissen maakten diepe indruk in de normaal zo rustige buurt, waar veel ouderen vaak al decennialang wonen. Voor omwonenden werd slachtofferhulp ingeschakeld. Er kwam een stille tocht door de wijk. Tal van vragen bleven onbeantwoord: waar was de man Chitanie tegengekomen? Hoe verliep het contact? Waarom heeft hij haar zo veel geweld aangedaan? In politiek Den Haag werden Kamervragen gesteld. De zaak kreeg aandacht in Opsporing Verzocht.
Bewoners voelden zich minder veilig op straat en bleven zeker in de avonduren liever binnen. “Het veroorzaakte een schok door Buitenveldert,” blikt de 82-jarige Bep – liever geen achternaam – terug. Sinds 1973 woont ze in de wijk. “Er gebeurt hier nooit wat, daardoor kwam het ook zo hard aan.”
Bep weet nog hoe het incident haar aangreep. “Op de yogaclub was iedereen er ondersteboven van. Zeker de eerste weken hield het ons bezig. Ze kwam vaak in het winkelcentrum. Iedereen kende haar van gezicht, ze was een tengere, kleine vrouw met een lief gezicht. Celia noemde ik haar altijd. Dat ze op deze manier om het leven moest komen!”
In september 2019 werd in de buurt een gedenkteken geplaatst bij het water waar zij dagelijks te vinden was. Op de tegel de tekst: ‘Rinia Chitanie (1951-2019). Zij wandelde dagelijks in dit park en zorgde uit liefde voor elk dier en elke plant. Het leven van mevrouw Chitanie is op brute wijze van haar weggenomen.’
Zus Regina haalt bij haar thuis tal van kiekjes van Rinia uit de doos tevoorschijn: verkleed als de Indische tante Lien, waarbij ze tijdens een optreden liedjes zong over de heimwee naar Nederlands-Indië en carnavalskiekjes waarop ze uitgedost is in boerenkiel en rode zakdoek op het hoofd. Regina vertelt over het leven van haar zus aan de hand van de foto’s.
Het dagboek begint met een zwart-witportret van de koninklijke familie – Juliana, Bernhard en de vier prinsessen – gemaakt tijdens de inhuldiging van Juliana in 1948. Erbij de tekst: ‘Onder het bewind van koningin Juliana en prins Bernhard ben ik geboren in Paramaribo in 1951, 60 jaar geleden.’
Winnend lot
Chitanie werd geboren op 31 maart 1951 in het dorp Paranam, een voormalig mijndorp langs de Surinamerivier, zo’n 35 kilometer ten zuiden van Paramaribo. Ze was het zesde kind in het gezin, dat later zou uitgroeien tot tien kinderen. Haar vader was stafmedewerker bij het Amerikaanse bauxietbedrijf Surinaamse Bauxiet Maatschappij, het latere Suralco. Het gezin woonde er in een dienstwoning.
Op een dag maakte Rinia’s moeder met de zes, zeven maanden oude Rinia in de kinderwagen een wandelingetje door het dorp. Tijdens die wandeling liep ze een lotenverkoper tegen het lijf die probeerde haar een lot te verkopen. Rinia’s moeder had daar geen trek in, maar de kleine Rinia greep onverwachts naar de sliert loten die de verkoper omhooghield en pakte een van de loten stevig vast. Moeder Chitanie besloot daarop het verfomfaaide lot toch te kopen. Het bleek om een winnend lot te gaan waarmee ze een aanzienlijk geldbedrag in de wacht sleepte.
Het gezin kocht met het geld een huis aan de Maagdenstraat in Paramaribo. Op oude ansichtkaarten is de destijds pittoreske straat vaak afgebeeld: een straat met koloniale huizen en rijen palmbomen. Rinia’s moeder startte er een kledingwinkeltje. Vader reisde op en neer naar zijn werk. Na een paar jaar besloten Rinia’s ouders het af te breken om er een groter huis neer te zetten, waar meer plek was voor het kinderrijke gezin.
Rinia, die tot de tienerjaren opgroeide in Paramaribo, was rustig en braaf. Ze was gedisciplineerd, zat dikwijls met de neus in de studieboeken. Andere kinderen hoorden hun moeder zeggen: ‘Neem een voorbeeld aan Rinia.’ Regina: “Maar het was ook een pittige tante.”
Dat Rinia meer in haar mars had, bleek al snel. Al op jonge leeftijd wist ze dat ze dokter wilde worden en trok ze haar eigen plan. Ze wilde na de mulo, het eindonderwijs in Suriname in die tijd, verder studeren. In 1967 vertrok ze naar Amsterdam, nadat haar vader eerder al was verhuisd met haar oudere broers. Ze ging bij haar vader aan de Frederik Hendrikstraat wonen en kwam op het Barlaeus Gymnasium terecht. Ze mocht daar de eerste paar klassen overslaan.
Barlaeus Gymnasium
In het dagboek zit een klassenfoto uit de jaren zestig van het Barlaeus. Rinia zit op de voorste rij, haar haar strak bijeengebonden in een staart. Op het gymnasium trok ze op met klasgenootje Geralda Helle. Ze vormden samen een studieclubje, genaamd ‘Instituut Helle’. Rinia werd liefdevol opgenomen door het gezin Helle-Filarski, dat haar, zo schreef ze in haar dagboek, Nederland heeft leren kennen. Ze maakten met elkaar ‘kris-kras-dagtochten’.
Toen enkele jaren later, in 1971, Chitanies vader Edgar Chitanie aan een hartaanval overleed, moest Rinia het alleen zien te rooien. Ze ging in 1973 naar de GU (Gemeentelijke Universiteit, thans Universiteit van Amsterdam) om geneeskunde te studeren. In haar dagboek zit een foto van haar inmiddels overleden moeder uit 1974, waaronder ze heeft geschreven: ‘Mijn moeder, wijlen, heeft haar familie, haar kinderen, kleinkinderen altijd bijgestaan. Ik heb heel veel aan haar te danken. Zo ook mijn vader.’
Als student ging ze wonen in de studentenflat aan de H. Cleyndertweg in Noord. Na het behalen van haar bul besloot ze terug te gaan naar Suriname om daar een huisartsenopleiding te volgen en een eigen praktijk te beginnen. Maar ze kwam bij de Regionale Gezondheidsdienst (RGD) in Suriname te werken. Op een van de foto’s zit ze tussen haar collega’s tijdens een boottocht over de rivier.
Vanwege politieke onrust tijdens het militaire bewind van Desi Bouterse keerde ze in 1989 terug naar Nederland. Ze werkte als arts bij de GGD en het GAK, als bedrijfsarts voor het UWV, keuringsarts bij het CBR, arts bij het ministerie van Defensie en in ziekenhuizen in Engeland en Ierland.
Solitair leven
Uit de doos komen foto’s van Rinia in Oezbekistan, Cuba, India en Tunesië tevoorschijn. Chitanie maakte de reizen altijd in haar eentje. Ze leefde solitair. Ze wilde liever geen rekening houden met anderen en pakte haar biezen om er wekenlang opuit te trekken. Ze bezocht ook veel toneel-, ballet- en concertvoorstellingen en hield van feestjes. Ze zong in een kerkkoor. “Ze was ook een sociaal mens, heel empathisch,” zegt Regina.
Ze leefde celibatair. De relatie met haar vriend tijdens haar studietijd liep op de klippen. De ouders van haar geliefde zagen haar niet zitten. Dat had, zegt haar zus, vermoedelijk met haar huidskleur te maken. Het verdriet was groot. Ze wilde daarna nooit meer een relatie. Maar voor haar jonge nichtje zag ze een alleenstaand leven niet zitten. Regina: “Ze drukte haar nichtje altijd op het hart: word nooit als tante Rinia.”
Chitanie woonde een tijd in Venserpolder, maar in 2008 besloot ze haar woning te verruilen voor een benedenetage met tuintje aan Rhijnestein, vlak bij het Gijsbrecht van Aemstelpark. Ze had in de Bijlmer een nare periode met financiële oplichting achter de rug waar haar familie niet graag over spreekt. Het knakte haar. Haar vertrouwen in de mensheid raakte beschadigd.
Met de verhuizing probeerde ze het voorval achter zich te laten. ‘Sinds mijn verhuizing naar Buitenveldert wordt het leven langzaam anders.’ Een leven met ‘weer vertrouwen en steun’, staat in haar dagboek. Op een foto staat ze voor de deur van haar benedenwoning met aan weerszijden goedverzorgde tuinperken en bloembakken vol kleurrijke plantjes.
Ze voelde zich thuis in de wijk met het hoogste percentage ouderen – veel bejaarde, alleenstaande vrouwen – van Nederland. Ze ging naar winkelcentrum Gelderlandplein en kwam vaak over de vloer bij Huis van de Wijk, een buurtcentrum. Ze danste er met ‘danspartner’ Erik.
Veel tijd bracht ze door in haar tuinhuisje op tuinpark Ons Lustoord bij Duivendrecht. Ze was een natuurmens en dierenvriend en kweekte daar medicinale planten, waarvan ze zalfjes maakte om de wonden te genezen van de zwerfkatten die ze in huis had opgevangen.
Haar achtertuin en woning stonden vol met kattenbeeldjes en kabouters. Een van de katten, die ze Honnepon had genoemd, liep altijd met haar mee naar het winkelcentrum, vertelt haar buurvrouw Wil Lust.
De twee buurvrouwen liepen de deur niet plat bij elkaar. Maar op een keer belde Chitanie bij Lust aan omdat haar voordeur in het slot was gevallen en ze geen sleutel bij zich had. “Ze was een stoere vrouw,” zegt Lust, “ze klom vanuit mijn tuin over de schutting naar haar eigen huis, waarvan de achterdeur openstond. ‘Geef me een zetje,’ zei ze. Ze donderde toen aan de andere kant naar beneden. ‘Gaat het?’ vroeg ik bezorgd. ‘Ja hoor,’ antwoordde ze opgewekt en liep haar woning binnen. Ze was klein van stuk, maar dapper.”
In 2011 werd Chitanie defensiearts. Ze werkte voor het ministerie van Defensie in Weert, Hollandse Rading en Amsterdam. Op foto’s staat ze met een grote glimlach afgebeeld in camouflagepak en helm voor een opstijgende legerhelikopter.
Datzelfde jaar vierde ze haar zestigste verjaardag. In haar dagboek staan de namen van op haar feest aanwezige familie en vrienden. Achter hun namen noteerde ze de cadeautjes die ze van hen kreeg: ‘olijfplant voor geluk en vrede, eersteklasreizen en Railrunner’, twee filmkaartjes voor Black Butterflies, een film over het leven van een Zuid-Afrikaanse dichteres die op haar verjaardag dat jaar in première ging. En een ‘geestelijke groet van mijn moeder!’
In 2016, op haar 65ste, ging ze met pensioen. In haar dagboek zitten kaarten met lieve verjaardagswensen. Op een daarvan staat de, achteraf gezien wrange, tekst: ‘Laat je verrassen met wat er komen gaat’.
Geschreeuw en hulpgeroep
Ze was na haar pensioen vaak aan de wandel in de wijk. Bewegen was haar motto, weer of geen weer. Drie keer per dag ging ze eropuit om de eendjes te voeren. Die eerste paasdag, 21 april 2019, was een zonnige, warme dag geweest, de zon was net onder en het begon net een beetje te schemeren. Ze liep over het voetpad van het eerste naar het tweede bruggetje richting de flat Geervliet, naar de eendjes die haar herkenden en altijd naar haar toe zwommen.
Zo’n vijfhonderd meter van haar huis, onder aan de flat bij Geervliet, werd ze aangevallen door Huruy G. Veel bewoners aan de Geervliet hadden hun deur die avond openstaan vanwege het mooie weer. Rond halftien hoorden ze hard geschreeuw en hulpgeroep. Ze zagen een man als een wilde tekeergaan en op een vrouw inschoppen. Toen bewoners de man probeerden te stoppen en hem filmden, werden ze door hem bedreigd. Hij schreeuwde over straat: “I just killed that woman, that whore.”
Agenten die na een melding bij 112 ter plekke kwamen, zagen dat de zwaar mishandelde Chitanie met ontkleed onderlichaam onder een balkon lag. Haar roze bril en handtas lagen naast haar op de grond. Ze was niet meer bij kennis en werd naar het ziekenhuis gebracht, waar botten in haar gezicht en haar ribben bleken te zijn gebroken. Ze was aan beide ogen blind en bleek ernstig hersenletsel te hebben. Ze reageerde nergens meer op.
De familie zag dat Rinia met gebalde vuisten in bed lag. Toen weken later een moslimgebed voor haar werd uitgesproken, maakte de familie een filmpje. Chitanie bewoog even haar arm. Maar de hoop die de familie daaruit putte, was kortstondig van aard. In het pinksterweekend, op 10 juni 2019 en zeven weken na het incident, besloot de familie op advies van de artsen haar te laten inslapen. Ze werd 68 jaar.
24 uursopvang
Marina Verseput (60) woont op driehoog in de flat aan Geervliet, ze zal nooit meer vergeten wat onder haar balkon is gebeurd. “Ik hoorde die avond het een en ander op straat gebeuren en zag daarop een ambulance rijden. Ik dacht toen: o, gelukkig, de ambulance is er al, het komt goed. Pas later hoorde ik dat de vrouw verkracht was en inmiddels overleden. Dat was een enorme schok.”
De schok was ook groot bij haar buren. “Verschillende bewoners uit de flat spraken de eerste maanden over verhuizen. Ouderen waren nerveus over het uitlaten van hun hond, ’s avonds rond tienen.”
Juist begin 2019 had het stadsbestuur besloten om in Buitenveldert de voormalige brandweerkazerne aan de Van Leijenberghlaan een nieuwe functie te geven: 24 uursopvang voor ongedocumenteerde mannen. De gewelddadige aanval op Chitanie zette de buurt op scherp. Een kleine honderd bewoners van Geervliet, dat pal naast de kazerne ligt, bewoners van de seniorenwoningen van de Elisabeth Otter-Knoll Stichting, met een gemiddelde leeftijd van 87 jaar, en het nabijgelegen winkelcentrum Gelderlandplein spanden een rechtszaak aan. De partijen verwezen naar de gewelddadige dood van hun 68-jarige buurtgenote. Ze vreesden dat de leefbaarheid en veiligheid op straat nog verder zouden worden aangetast.
Ze verloren begin 2020 de rechtszaak. De rechter begreep de zorgen van de bewoners, maar stelde dat ‘niet mag worden vergeten dat dit vreselijke voorval heeft plaatsgevonden voordat sprake was van de 24 uursopvang. Het is dus niet een op een aan elkaar te koppelen.’ Dat een professionele organisatie de ongedocumenteerden zou gaan begeleiden en het pand beheren, liet de rechter zwaar meewegen.
Buurtbewoonster Bep staat bij de flat waar Chitanie werd aangevallen. “Nog elke keer als ik langs deze plek loop, moet ik aan haar denken. Die eerste maanden was ik bang om buiten te zijn. Overdag hoor, want ’s avonds ging ik al langer niet meer naar buiten. En nu helemaal niet meer.”
Schizofrenie
Op 23 januari van 2020 diende de strafzaak tegen Huruy G., die de mishandeling en verkrachting bekende. G. kwam in 2014 samen met een broer naar Nederland en begon alcohol en drugs te gebruiken. In 2016 ging het slechter met hem en kwam hij onder behandeling te staan bij de Amsterdamse ggz-instelling Arkin. In 2018 werd bij hem een vorm van schizofrenie vastgesteld. Hij woonde in de buurt van Chitanie. Bij zijn ouders, die hem elke avond antipsychotica gaven.
Het dringende advies van zijn behandelaar om slechts twee biertjes in de week te drinken, liet hij links liggen. Die bewuste avond had hij thuis vier tot vijf blikken bier gedronken en buiten de deur nog twee halve liters, in totaal ruim drie liter. Toen zijn ouders naar de kerk gingen, verliet hij het huis. Later zei hij tegen de politie dat hij buiten zinnen was toen hij Chitanie tegenkwam.
Het was niet de eerste keer dat hij agressief gedrag vertoonde. In 2017 was hij na een paar bier restaurant Semai in Noord uitgezet en sloeg hij met een ijzeren voorwerp de autoruit in van de eigenaar. Hiervoor was hij veroordeeld. Op eerste paasdag liep zijn proeftijd nog. Ook vertoonde hij de afgelopen jaren agressief gedrag tegen zijn ouders, broer en een vriend. Zijn strafblad bleef beperkt doordat zijn familie en de vriend geen aangifte hadden gedaan.
De rechtbank veroordeelde G. afgelopen februari tot tbs met dwangverpleging en zes jaar cel wegens verkrachting, mishandeling en doodslag van Rinia Chitanie. G. verweerde zich door te zeggen dat het door een opmerking van Chitanie op een gevecht was uitgelopen. Maar van een gevecht kon volgens de officier van justitie geen sprake zijn, gezien Chitanies leeftijd en fragiele postuur. Chitanie, die slechts 45 kilo woog, kon zich verbaal uitstekend verdedigen maar tegen G. was ze weerloos. Zowel G. als het OM is in hoger beroep gegaan. De beroepszaak wordt aanstaande dinsdag, 5 januari, behandeld.
Ondertussen is de opvang voor ongedocumenteerden begin november opengegaan. Er wonen vijftig alleenstaande mannen, afkomstig uit Nigeria, Soedan, Oeganda, Pakistan, Somalië, Iran en Irak. Hun gemiddelde leeftijd is tussen de 20 en 35 jaar. Volgens stadsdeel Zuid zijn er ‘geen noemenswaardige incidenten’ geweest. “We hebben het beeld dat het in de buurt rustig verloopt,” zegt een woordvoerder. “Het gaat heel goed in de buurt,” zegt ook een woordvoerder van HVO-Querido, de hulporganisatie die de opvang organiseert. “Omwonenden kwamen langs om bloemen en planten te brengen. Iemand bood hulp aan bij juridische kwesties.”
Veel bewoners omschrijven Buitenveldert nog altijd als een rustige wijk waar zelden iets gebeurt. “Ik voel me hier veiliger dan in de Bijlmer, waar ik vroeger woonde,” zegt een omwonende. Ze heeft wel vraagtekens bij de komst van het centrum. Of ze overlast ervaart? “O, zijn ze er al?” Ze moet er zelf om lachen.