PlusAchtergrond
Ridouan Taghi noemt kroongetuige ‘fantast’ op eerste dag Marengo-proces
Met extreme veiligheidsmaatregelen is het Marengo-proces tegen Ridouan Taghi en zestien medeverdachten maandagochtend van start gegaan in de zwaarbeveiligde ‘bunker’, de rechtbank in Amsterdam-Osdorp. Tijdens de eerste procesdag viel Taghi uit tegen de kroongetuige.
De eerste procesdag in de zaak Marengo is praktisch ten einde wanneer de rechtbankvoorzitter aan de rondvraag begint. Of er nog verdachten zijn die iets te vragen hebben aan Nabil B. De kroongetuige is net bevraagd door de rechtbank. De vragen gingen onder meer over het moment dat hij besloot om kroongetuige te worden en zijn handel en wandel in het criminele milieu.
‘Pathologische leugenaar’
De eerste die zich meldt is Ridouan Taghi. Tot ieders verrassing. Eerder die dag heeft Taghi, gezeten in een zwarte bodywarmer, laten weten ‘vooralsnog’ niets te melden te hebben. Maar nu is hij kennelijk van gedachten veranderd.
“Na zo’n lange tijd heb ik wel wat te vragen,” begint hij op sarcastische toon. Daarmee doelt hij waarschijnlijk op het feit dat de kroongetuige al in 2017 uitgebreide verklaringen over hem heeft afgelegd. “Ik wil me niet richten tot die fantast daar. Die pathologische leugenaar,” zegt Taghi, doelend op Nabil B. En dus stelt hij zijn vragen aan de rechtbank.
“Hij heeft het over een organisatie. Hij lijdt aan grootheidswaanzin. Hoe komt hij erbij dat hij bij een organisatie of club hoorde? Heeft hij wel eens persoonlijk contact gehad met leden van die organisatie, anders dan de broers Razzouki? Heeft hij wel eens iets gegeten en gedronken met andere verdachten die hier zitten?”
De kroongetuige ontkent. “Ik heb het nooit over een club gehad. Ik heb met een aantal personen te maken gehad en daar hoorde Taghi ook bij.”
Liveblog vanuit de Bunker
Misdaadjournalisten Paul Vugts en Wouter Laumans blogden live uit de rechtszaal. Lees hier alle updates terug.
“De heer Taghi, heeft u daar opdrachten van gehad?” vraagt Taghi daarop schamper lachend. “Dat is wel belangrijk.” Nabil B. ontkent opnieuw. “Ik heb geen directe opdrachten van hem gekregen. Maar wel indirect,” zegt Nabil B., doelend op de berichten die hem door de broers Mohammed en Saïd Razzouki zouden zijn doorgestuurd.
“Hij heeft het over berichten die zijn doorgestuurd die van mij afkomstig zouden zijn,” zegt Taghi. “Het zijn allemaal aannames. Hoe weet hij dat die berichten van mij zijn? Staat mijn naam erboven?”
Nabil B. pareert met de opmerking dat er uit ‘een dossier vol bewijs’ wel blijkt dat de berichten afkomstig van Taghi zijn. Hij refereert aan de schrijfstijl van Taghi. Daarnaast heeft Nabil B. van degenen die de berichten aan hem doorstuurden begrepen dat de afzender Ridouan Taghi was.
Taghi sneert nog maar eens dat Nabil B. kennelijk het ‘orakel’ van het Openbaar Ministerie is geworden.“Ik heb deze pathologische leugenaar niets meer te vragen,” zegt Taghi. De rechtbank zegt dat daar op een later moment opnieuw de gelegenheid toe is.
“Precies,” zegt Taghi. Duidelijk is dat er nog veel meer vragen zullen volgen. Aan het einde van de eerste zittingsdag is de toon in elk geval gezet.
Vonnis
Het is onduidelijk wanneer het vonnis kan worden gewezen. De huidige planning loopt tot in de zomer, maar naar het zich laat aanzien zal het schema nog geregeld worden aangepast.