PlusInterview
Revolutie in de opsporing door miljoenen gekraakte chats: ‘Het doel is de criminele machtsstructuren écht af te breken’
De massale onderschepping van crimineel berichtenverkeer leidt tot een omwenteling in de opsporing. Plaatsvervangend hoofdofficier van justitie Janneke de Smet-Dierckx: ‘Door de geldstroom van criminelen te ontregelen zijn we veel effectiever dan met afpakken.’
Wéér versleutelde communicatie criminelen onderschept
De opsporingsdiensten hebben vijf maanden kunnen meelezen met de versleutelde berichten die criminelen elkaar stuurden via cryptocommunicatiedienst Exclu. Tijdens een grote actie in Nederland en België zijn op vrijdag 3 februari 72 panden doorzocht en zeker 48 verdachten aangehouden.
Na de moord op Peter R. de Vries werd de taskforce ACM (Aanpak Criminele Machtsstructuren) opgericht. Een van de beeldbepalende leiders van die taskforce is plaatsvervangend hoofdofficier van justitie Janneke de Smet-Dierckx van het Landelijk Parket. Ze heeft een achtergrond in de wereld van de accountancy en denkt momenteel met haar collega’s na over moderne manieren om de zware georganiseerde misdaad te bestrijden.
Geld is daarbij hét speerpunt.
Decennialang dacht de overheid dat de georganiseerde misdaad haar winsten belegde in vastgoed, ondernemingen en luxegoederen, of wegsluisde via banken of het eeuwenoude oosterse hawalabankieren. De aanname was dat de onderwereldvermogens aldus mixten met die in de bovenwereld, wat met een populaire kreet ‘ondermijning’ ging heten.
Tot rechercheteams en experts de miljoenen onderlinge PGP-berichten (Pretty Good Privacy) doorploegden uit de computerservers van berichtenversleutelaars zoals Ennetcom, PGP Safe, EncroChat en SkyECC, die sinds 2016 één voor één in beslag waren genomen. Vrijdag meldde Het Parool dat weer een aanbieder is neergehaald: Exclu Messenger.
Welke nieuwe inzichten leverden die berichten op, behalve honderden losse strafzaken?
“Dat het criminele betalingsverkeer de bovenwereld vrijwel niet raakt,” zegt De Smet-Dierckx. “Dat is hét grote nieuwe inzicht. Vandaar ook dat het afpakken van crimineel vermogen nou niet ons grootste succesnummer was. De oude gedachte dat de grote criminelen hun geld vooral in panden en bedrijven steken, is achterhaald. Dat gebeurt soms alleen aan het einde, met een deel van de uiteindelijke winst.”
De mondiaal opererende drugsorganisaties hebben hun eigen, parallelle betalingssysteem, waarin hun vele miljoenen ongezien de wereld over flitsen en onderlinge transacties worden verrekend, zodat maar een klein deel in baar geld hoeft te worden omgezet – bijvoorbeeld om die sportieve bolide te kopen of onroerend goed aan te schaffen.
“Ons afpakbeleid was altijd gericht op de criminele winst, maar nu willen we weten hoe het leefgeld eruitziet en hoe de handel draait. We weten nu dat ze daar een indrukwekkend eigen systeem voor hebben.”
Ze hebben onze legale systemen nauwelijks nodig?
“Nee. Zij hebben een eigen wereldwijd systeem van zuiver crimineel ondergronds bankieren, wat weer iets anders is dan het in principe legale hawalabankieren, dat ook gewone mensen gebruiken om geld naar familie in het buitenland over te maken. Ze hebben eigen balansen en gebruiken wat wij ‘exchange houses’ noemen, een soort eigen informele banken. Waar we in het verleden puur op dat laatste moment zaten, waarin ze wat uiteindelijke winsten in de bovenwereld investeren, zien we nu al in die fases daarvoor hoe ze hun bedrijvigheid runnen.”
Het was een aha-erlebnis?
“Ja, en zo waren er meerdere. Wat we leerden uit die miljoenen onderschepte berichten heeft echt een enorme verandering teweeggebracht in de wijze waarop wij naar de onderwereld en naar de criminele groeperingen kijken. Op basis van de data komen we tot een veel betere business understanding. Hoe ziet de georganiseerde criminaliteit er uit? Wat zijn de verschillende lagen en structuren? We verrijken de PGP-data met alle gegevens en kennis die we al hadden, en komen tot een veel completer beeld.”
“Overigens hebben we de scherpte van de banken, notarissen en andere zogeheten poortwachters nog steeds hard nodig, want als dat afbrokkelt, zal men daar ook weer naartoe bewegen. Het is en-en wat mij betreft.”
In hoeverre spoort u ook anders op?
“In het verleden keek je naar een misdrijf, een zaak, en naar de verdachten. Je keek of er bewijs was en ging daarmee naar de strafrechter. Door al die PGP-data begrijpen we beter hoe we het criminele landschap kunnen verstoren, aan de voorkant. Eerst zagen we steeds een klein stukje van de olifant. Was dat een slang, of een staart? Nu zien we de hele olifant, en ook hoe die met de omgeving is verbonden.”
“Communicatie is key, zien we, in de geglobaliseerde drugshandel, en voor criminelen die vanuit de gevangenis hun criminele handelen proberen voort te zetten. Wie de communicatie beheerst, beheerst de operatie, dus wij kijken hoe we die communicatie kunnen verstoren of onderscheppen.”
“Hetzelfde geldt voor de logistiek. Nu we er meer van weten, kunnen we eerder ingrijpen. Corruptie, de organisatie van geweld, het financiële gedeelte dus, de internationale samenwerking: het is een enorm breed veld waarin we onze beelden nu verrijken.”
U bundelt onderzoeken veel meer.
“Zeker. In de oude werkwijze keken aparte teams naar aparte onderwerpen, vaak vanuit de subjecten (de onderzochte personen, red.). Nu is elk onderzoek onderdeel van de grotere aanpak en kijken we niet primair naar de poppetjes, maar veel meer naar de structuren. We zitten geregeld met tientallen officieren van justitie bij elkaar om de onderzoeken te bespreken. Dit is geen zaak van een paar crime fighters, het is véél breder.”
Nadat Peter R. de Vries in juli 2021 was vermoord, zetten het Openbaar Ministerie en de landelijke recherche de Aanpak Criminele Machtsstructuren op. U richtte zich allereerst op de groepering rond Ridouan Taghi…
“Over specifieke personen wil ik het niet hebben, want er lopen strafzaken, maar het ís ook niet één aanpak voor één groep. Het doel is de machtsstructuren van de grote criminele samenwerkingsverbanden écht af te breken. Niet alleen de sleutelspelers te pakken, maar ook te kijken wie mogelijke opvolgers zijn en daarop inspelen. Hoe zit het met de aanwas? Kunnen we preventief iets doen?”
“Wie zorgt in een organisatie voor het geld en wie voor het geweld? Hoe groeit iemand door? Hoe wordt de loyaliteit bepaald? Vroeger leken transacties van 500 of 1000 euro ons niet interessant, want het zijn kleine bedragen. Maar nu lazen we in de berichten dat de één maandelijks in elk geval 500 euro krijgt voor zijn loyaliteit aan de organisatie, en de ander 1000 euro. Het kan dus wél veel zeggen. Inzicht in 2500 euro aan loyaliteitsbetalingen kan relevanter zijn dan een klapper van 1 miljoen.”
Wat ziet u door op die manier te kijken?
“Vooral dat het netwerkorganisaties zijn. Dat in verschillende organisaties overlap zit. We hebben beter zicht op hoe de diverse groeperingen zich tot elkaar verhouden. We zien dat het geen piramides zijn met leiders aan de top, maar organisaties die zich organisch bewegen. Je ziet welke personen of groepjes specifieke rollen spelen. Een partij die goed in de haven zit, met corrupte contacten, wordt door verschillende organisaties ingeschakeld. Het is aan ons te bezien hoe we ze kunnen verstoren. Kun je behalve het strafrecht ook bijvoorbeeld poortwachters inzetten, zoals havenbedrijven die scherper kijken?”
Zijn het vooral nieuwe inzichten, of is het ook onderbouwing van wat u al dacht?
“Financieel zijn de inzichten echt nieuw, en ook over de gewelddadigheid hebben we geleerd. Neem de martelcontainers die in Brabant werden gebouwd, terwijl wij meekeken via de berichten en op tijd konden ingrijpen. We weten het allemaal wel, hè, dat martelingen gebeuren, maar nu werden we met de neus op de feiten gedrukt. Op de professionaliteit ook.”
Nederland speelt een cruciale rol in het onderscheppen van die PGP-berichten, en helpt andere landen. In hoeverre kan Nederland daardoor ook wederdiensten vragen?
“Dat gaat nog steeds echt wel via rechtshulp, via de formele lijnen, maar doordat we samen wereldwijd beter zicht op de netwerken krijgen, is het gevoel van urgentie overal toegenomen. Wij kunnen tegen een aantal landen zeggen: als je hier en hier beslag kunt leggen, doe het.”
Dubai, Marokko, Turkije en Colombia zijn belangrijke landen waar Nederlandse criminelen zich verschuilen of handelen. Zakendoen met die heel andere culturen is niet eenvoudig.
“Je moet heel voorzichtig, diplomatiek handelen. Maar al die landen voelen de urgentie samen te werken doordat de omvang van het drugsprobleem inzichtelijker is geworden. Vergeet niet dat in Colombia politiemensen het leven hebben gelaten in de strijd tegen de cocaïne. Het is niet dat de anderen hun nek niet uitsteken.”
Uit PGP-berichten rijst het zorgwekkende beeld dat een Nederlandse criminele organisatie mensen van Interpol ‘plat’ had in de Verenigde Arabische Emiraten. Hoe weet je dan met wie je informatie kunt delen?
“Die zorg bestaat altijd. Zowel nationaal als internationaal is de corruptie een enorm probleem. Het beeld van in-Nederland-bestaat-dit-niet is óók echt wel achterhaald. We moeten niet doen alsof wij het braafste jongetje in de klas zijn. We wisten het al, maar ook in buitenlanden kunnen ze met recht zeggen: kijk eens naar jezelf.”
Waar zit de grootste zorg over corruptie in Nederland?
“Je ziet ambtelijke en niet-ambtelijke corruptie. Of het nou externe havenbedrijven zijn of onze eigen politieorganisaties: het is een ingewikkeld delict. In de luchthaven en de zeehavens zitten kwetsbare mensen, maar ook gewoon verspreid door het land. De zaak van die mevrouw die paspoorten kloonde voor de top van de onderwereld, is een heel mooi voorbeeld. We willen zien hoe ze bij die kwetsbare personen met schulden komen. Wij moeten als land weerbaarder worden waardoor mensen niet in de positie komen dat ze dit kunnen doen. Regionaal zetten we daarin mooie stappen.”
De belastingmedewerker die zware criminelen informatie bleek te leveren, en thuis 920.000 euro cash had liggen achter een plint onder het aanrecht…
“Dat die van witwassen werd vrijgesproken en maar een zeer bescheiden straf kreeg, viel ons tegen, maar óók dat de maatschappelijke verontwaardiging zo gering was. Om alles wat met geld te maken heeft, maken te weinig mensen zich echt druk.”
Want het draait in de misdaad om drie zaken: geld, geld en geld?
“Geld en macht. Het is óók macht.”
Wat als er niet opnieuw servers worden neergehaald? Hoe blijft de kennis dan actueel?
“We hebben nu zicht op hoe systemen in elkaar zitten. Dat blijft, als basis. Daarnaast voeren we binnen de Aanpak Criminele Machtsstructuren ook die discussie.”
Wat komt daar uit, als oplossing?
“Dat moesten we maar niet in Het Parool zetten, maar we zullen er voor moeten zorgen dat we onze informatiepositie niet meer verspelen. We zullen de juiste vragen moeten blijven stellen.”
Met uw achtergrond buiten het Openbaar Ministerie moet dat een mooie klus voor u zijn. U bent advocaat en bedrijfsjurist geweest bij verscheidene accountantskantoren.
“Ik heb Nederlands en fiscaal recht gestudeerd. Mijn scriptie ging over hoe je nou eigenlijk moet witwassen. Als je zegt: hier heb je een miljoen, zeg me hoe je dat moet witwassen, kijken ze je zelfs in de opsporing glazig aan.”
“Mijn vraag is uiteindelijk: hóé betalen ze de cocaïne? Dat is een heel andere kwestie. Daarom is zo relevant dat je inzicht hebt in het systeem, en de komende jaren echt slagen maakt met je internationale partners.”
“Daarbij blijven we scherp in het oog houden wat dáár gebeurt als je hier drukt. Daar moeten we op vooruitlopen. Het is cruciaal om criminelen de toegang tot dat geld af te snijden. Door de geldstroom van criminelen te ontregelen zijn we veel effectiever dan met afpakken. Het vergt internationaal echt een andere manier van kijken om die verstoring van de criminele markten duurzaam teweeg te brengen.”
Hoe werkt de bank van de onderwereld?
Het beeld van criminelen die in een parkeergarage koffertjes of tassen vol contant overhandigen in ruil voor een partij cocaïne, behoeft de nodige bijstelling. In werkelijkheid gaat ‘crimineel ondergronds bankieren’, zoals het Openbaar Ministerie het noemt, een stuk ondoorzichtiger. Uitgangspunt is dat er zo min mogelijk cash van A naar B vervoerd hoeft te worden. Dat is immers risicovol.
Daartoe worden bijvoorbeeld partijen cocaïne verrekend met partijen xtc. Ook gebeurt het dat er partijen drugs worden verrekend met legale handel als kleding. Om de restbedragen te verrekenen of om cash uit te keren zijn er ‘brokers’ of ‘wisselaars’ actief. Die rekenen een tarief van circa 3 procent per transactie.
Deze wisselaars brengen, net als een bank, aanbod en vraag van contanten bij elkaar. Dat betekent dat 2 miljoen aan cocaïnegeld die ’s ochtends is ingeleverd, soms dezelfde dag alweer aan iemand anders is meegegeven. Doel is om de liquiditeit laag te houden, geld opslaan vormt immers – net als het verplaatsten van geld – een risico.
Wat overblijft is een balans waarop rekeningen-courant van klanten worden bijgehouden. Door middel van ‘tokens’ (het unieke serienummer op een bankbiljet) kunnen klanten geld ophalen bij de ‘bank’.