Nieuws
Rechter: AFM mocht Amsterdams Momentum op de vingers tikken
De Amsterdamse investeerder Momentum Capital mocht volgens de kortgedingrechter vorige maand wel degelijk een tik op de vingers krijgen van financieel toezichthouder AFM. Volgens AFM heeft Momentum tussen 2014 en 2018 bij een van zijn beleggingsfondsen consumenten misleid door onjuiste informatie te verspreiden.
Momentum stopte daarop in 2020 met het gewraakte Mefi-vastgoedfonds, dat belegde in Braziliaanse bouwprojecten, maar zag verbijsterd dat de toezichthouder begin februari 2023 alsnog in een persbericht meldde dat vanwege misleiding een ‘last onder dwangsom ’werd opgelegd.
AFM had dat bericht al in 2020 willen verspreiden, maar dat wist Momentum via de rechter en het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBB) te voorkomen. Dat de toezichthouder de melding alsnog deed, strookte volgens het bedrijf niet met uitspraken van de rechtbank en CBB.
Rectificatie
Met een kort geding eiste Momentum intrekking van het persbericht en rectificatie.
Maar volgens de kortgedingrechter gaat dat veel te ver. “Uitgangspunt is dat AFM gerechtigd is het besluit te publiceren. Dat is niet in strijd met de wettelijke plichten van AFM nu zowel rechtbank als CBB hebben geoordeeld dat AFM tot publicatie mag overgaan. Algehele verwijdering kan dan ook niet aan de orde zijn.”
Volgens de rechter leidt Momentum ook geen schade door de publicatie, omdat het fonds al jaren niet meer bestaat en de dwangsom niet geïnd kan worden.
Tegenwoordige tijd
Wel heeft de rechter milde kritiek op AFM, die het persbericht in de tegenwoordige tijd stelde, maar niet verwees naar de uitspraak van het CBB en pas aan het einde van het bericht de zin plaatste waaruit duidelijk werd dat de dwangsom niet meer geïnd kon worden. Daardoor leek het alsof de zaak recent was.
Bovendien werd na publicatie nog tekst aan het bericht toegevoegd, nadat duidelijk was geworden dat Momentum naar de rechter stapte. ‘Maar dat maakt het handelen van AFM niet onrechtmatig,’ aldus de uitspraak.