PlusReportage
Protest tegen plan voor inzetten onbevoegden in de klas: ‘We staan hier nu, en we staan hier in 2030 weer’
Vrijdagmiddag protesteerden zo’n 120 ouders, docenten en kinderen op de Amsterdamse Lindengracht tegen het plan om onbevoegden voor de klas te zetten in de strijd tegen het lerarentekort.
Vooraan staan Merel (8), Alma (10), Eva (6) en Frida (12) met hun spandoeken, waarop leuzen prijken als ‘Wij protesteren, want wij willen écht leren’ en ‘Wij steunen de leraren’. De vier zijn oud-buurmeisjes, kennen elkaar nog uit de Staatsliedenbuurt; Merel en Frida zijn zusjes, net als Alma en Eva.
Frida zit nu in de eerste klas, maar had op de basisschool regelmatig twee leraren per week, en dan soms ook nog een invaller. Ze staat hier omdat ze ‘het belangrijk vindt dat kinderen goed leren’. “Sommige kinderen krijgen een muzikant voor de klas die geen verstand heeft van het onderwijs.”
Precies daartegen protesteert een groep van zo’n 120 docenten, ouders en kinderen vrijdagmiddag een halfuur lang in de Jordaan. Maandag stelde de Amsterdamse vereniging van basisschoolbesturen, BBO, in Het Parool dat het niet meer haalbaar is om één leerkracht per lesgroep op de basisschool te hebben.
Wisselende professionals
In het ‘nieuwe onderwijs’ dat drie bestuurders bepleiten, zouden kinderen les krijgen van wisselende professionals, zoals kunstenaars, accountants en musici. Al snel bleek de Algemene Onderwijsbond (AOb) niet gecharmeerd van het voorstel, net als minister Dennis Wiersma (Primair en Voortgezet Onderwijs).
Volgens de minister moeten plannen als deze ontworpen worden in samenspraak met ouders, leraren en leerlingen. “Ik heb de indruk dat bij dit plan die betrokkenheid nog wel wat beter kan op zijn zachtst gezegd,” zei Wiersma bij Goedemorgen Nederland.
“Dit is niet normaal,” zegt AOb-voorzitter Tamar van Gelder vrijdagmiddag tegen de toehoorders, verwijzend naar het plan van de schoolbestuurders. “We willen aan de Amsterdamse schoolbesturen laten horen dat we niet de handdoek in de ring gaan gooien.”
Bij beeld Theo Thijssen
Het protest is om die reden gehouden bij het beeld van Theo Thijssen, onderwijsvernieuwer in de twintigste eeuw. Naast het monument staat Robin (8), met een bord in zijn hand: een klassiek leesplankje, maar dan met de woorden aap, noot, burn-out.
Dat slaat op zijn moeder – ze staat ernaast, ook docent – die thuiszit met een burn-out. “Ik geef maar drie dagen per week les, maar die dagen zitten propvol.” Robin zit in groep vijf, in een klas met dertig kinderen. “Ik vind het interessant om hier vandaag te zijn, omdat het ook over mijn moeder gaat.” Zij knikt: “Het gebrek aan bevoegde leraren heeft invloed op ons allebei.”
Mohammed Guellaï is basisschoolleraar in Noord. In zijn betoog klinkt frustratie door. “Ik heb een podium, dus ik ga dit nu zeggen. We stonden drie jaar geleden al ergens, we staan hier nu, en we staan hier in 2030 weer.” Hij bespreekt de plannen van de drie schoolbestuurders, die voortkomen uit het Noodplan Lerarentekort uit 2020 en volgens hen met vijf tot tien jaar doorgetrokken moeten worden. Guellaï: “We hadden een afspraak. Het zou bij noodplannen blijven.”
Op 10 maart praten de AOb en wethouder Marjolein Moorman (Onderwijs) verder. “Dat is de verjaardag van mijn jongste dochter,” zegt de wethouder, “maar omdat het gaat over de toekomst van onze kinderen, zeg ik ja.”
Elke klas een bevoegde kracht
Wethouder Moorman licht tegen Het Parool toe: “We moeten voor iedere klas een bevoegde leraar hebben. En ondertussen ons afvragen: hoe organiseren we, tot we daar zijn, het onderwijs in het belang van de kinderen, zodat ze niet thuiszitten?”
Ze doet ook een appèl op Den Haag en memoreert haar ervaringen in Finland, waar volgens haar de opleiding voor basisschoolleraren gratis is. “Ik vind het raar dat we onze militairen en politieagenten wel een gratis opleiding krijgen, maar onze leraren niet.”
Ook zou volgens de wethouder in Finland slechts 8 procent van de mensen die basisschoolleraar wil zijn, aangenomen worden – de omgekeerde situatie van hier dus. “De lat voor docenten moet niet omlaag, maar omhoog.”