PlusAchtergrond
Ondernemers sceptisch over verbod touringcars in binnenstad: ‘Sommige fietsers zijn gevaarlijker’
Amsterdam gaat vanaf volgend jaar een langverwacht verbod op tourbussen in de binnenstad invoeren. Niet alle ondernemers zijn ervan overtuigd dat dit soepeltjes zal verlopen. Ook leven er principiële bezwaren. ‘We worden op één hoop gegooid met dronken Britten.’
Donderdagochtend werd bekend dat een langverwachte wens van de gemeente Amsterdam op 1 januari 2024 uitkomt: vanaf dan mogen zware touringcars niet meer de binnenstad in. De maatregel had al dit jaar in zullen gaan, maar dat bleek onhaalbaar.
Doel van de maatregel? Drukte én uitstoot tegengaan. Daar is nog bij gekomen dat de zwakke bruggen en kades in de stad de zware bussen niet meer aankunnen. De touringcars mogen daarom niet meer voorbij stadsweg s100 – de binnenring, ofwel de Stadhouderskade, Nassaukade en Mauritskade – centruminwaarts. Wat merken, en vinden, ondernemers in de binnenstad van de maatregel?
‘Chaotisch’
Marco Kreuger van rederij Kooij, met elf opstapplekken voor rondvaarten op vijf locaties verspreid door de binnenstad, ontvangt in het hoogseizoen ‘héél véél’ groepen toeristen die per touringcar aankomen. Alleen: die kunnen vanaf volgend jaar niet meer per touringcar op zijn opstaplocaties komen. Daarom bouwt de gemeente nu aan een grote steiger aan de oostelijke De Ruijterkade voor de grote rederijen.
Kreuger begrijpt de maatregel – ‘er zit veel politieke druk achter’ – maar vreest dat de uitvoering ‘chaotisch’ wordt. Het zwaartepunt komt nu, naast de bestaande opstaplocaties in de binnenstad, te liggen op de grote steiger. Immers kunnen alleen daar tourbussen komen. Maar het zal daar druk worden, vreest Kreuger. Ook is nog onduidelijk waar nieuwe extra haltes voor tourbussen buiten de s100 komen: de gemeente overlegt daarover nog met de stadsdelen.
Jan Stoeltie, directeur van ondernemersvereniging Amsterdam City, herkent de geschetste zorgen die breder leven dan bij rederij Kooij alleen. Hij wijst ook op sommige hotels die gasten per bus ontvangen. “Het gaat dan niet alleen om toeristen, maar ook bussen van stichting De Zonnebloem.” Hij doelt op de vrijwilligersorganisatie die uitjes organiseert voor mensen met een beperking.
Rustige coronajaren
Voor sommige van de ondernemers die Stoeltie vertegenwoordigt komt de aankondiging van het verbod, hoewel lang verwacht, als een domper na twee rustige jaren door corona. Benno Leeser, eigenaar van juwelier Gassan aan de Nieuwe Uilenburgergracht, kreeg voor corona jaarlijks 400.000 bezoekers, daar zijn er nu nog 85.000 van over. Hij streeft op termijn weer naar zo’n 200.000 bezoekers per jaar, maar hij vreest dat dit niet zal lukken als de touringcars zijn pand niet meer aan kunnen doen.
Ook heeft hij zo zijn twijfels over de effectiviteit van de maatregel. “Sommige fietsers gedragen zich gevaarlijker op straat dan de touringcars.” Hij zoekt overigens wel alternatieve oplossingen: zo legt hij een steiger aan achter zijn pand om bezoekers per boot, in plaats van per bus, te ontvangen.
Jan Stoeltie wijst er ook op dat het aantal bezoekers in de stad naar verwachting weer snel toeneemt. Dat stelt de stad voor een logistieke uitdaging om die mensen naar het centrum te vervoeren, wanneer de touringcar als optie afvalt. “En of mensen nou een congres in Haarlem hebben of een paar dagen in Rotterdam zijn: ze zullen toch altijd naar onze stad blijven komen.”
Noord/Zuidlijn
Niet alle ondernemingen in de binnenstad maken zich zorgen om de maatregel. Het Ambassade Hotel op de Herengracht bijvoorbeeld, zegt geen gasten per touringcar te ontvangen. Manager Lucas Schopman: “Die touringcars kunnen ook prima aan de rand van de stad parkeren, we hebben een mooie Noord/Zuidlijn die toeristen kunnen gebruiken.”
Zo ziet ook Dimitri Meijer van rederij Eventus dat, met boten van maximaal dertig personen. “Mijn klanten komen al met de auto of het ov. Dat kunnen toeristen ook.”
De impact van de maatregel reikt tot ver buiten de Ring. Tourgids Jos Janssen uit het Belgische Diepenbeek organiseert al vijftien jaar maandelijks een bustocht naar Amsterdam: hij vertrekt om acht uur ‘s ochtends uit Hasselt en keert daar circa twaalf uur later weer terug. Soms zit er maar dertig man in de bus, soms gaan ze met twee bussen à 54 personen.
Dronken Britten
Hij noemt de maatregel ‘aanmatigend’ en vergelijkt het met Parijs, waarnaar hij ook bustochten organiseert en nergens beperkt zegt te worden. Janssen: “Amsterdammers willen wel de centen, maar niet de lasten van de toeristen.”
Volgens hem zijn de mensen die hij meeneemt ‘doorsnee’ en gaan ze vooral winkelen en musea bezoeken. “We worden op één hoop gegooid met dronken Britten die de Wallen bezoeken. We rijden niet eens meer kriskras door de stad: bij het Rokin stappen onze passagiers uit en van daar wandelen ze verder.”
Aanvulling 20:15 uur: Eerder in het verhaal stond dat Kooij een nieuwe steiger bouwt, dit is de gemeente. Verder is een en ander over de situatie van Kooij aangevuld.