Nieuws
Nog altijd veel onduidelijkheid over doodsoorzaak Jane Johnsen: ‘Er zijn geen getuigen en er zijn geen sporen aangetroffen’
Hoewel het Openbaar Ministerie voldoende aanwijzingen ziet voor moord, staat nog niet vast waardoor de 65-jarige Jane Johnsen precies om het leven is gekomen.
Het is nog altijd onduidelijk waaraan Jane Johnsen precies is overleden. Nadat ze bijna een maand vermist was, werd het lichaam van de Amerikaanse in oktober in een metalen kist in haar woning aan de Jonge Roelensteeg in Centrum gevonden. Het Openbaar Ministerie verdenkt haar ex-vriend Bas M. (53) van de moord op Johnsen en het wegmaken van haar lichaam.
M. ontkent Johnsen te hebben vermoord. Hij heeft veel wisselende verklaringen afgelegd. Toen de politie na de vermissing van de vrouw aan de deur kwam, vertelde hij dat ze naar de Verenigde Staten was vertrokken. Dat bleek een leugen. Na zijn aanhouding vertelde M. de politie dat hij Johnsen dood in bed gevonden had. Weer later verklaarde hij dat hij haar lichaam onder aan de trap van de woning had gevonden.
Johnsen had ernstige verwondingen. Zo had ze een breuk in haar strottenhoofd, gebroken ribben en een gebroken arm. Het staat evenwel nog niet vast of die verwondingen het gevolg zijn van een val van de trap of van verwurging. “Niemand weet wat er precies gebeurd is,” stelde Dennis Coppens, de advocaat van M., over de dood van Johnsen. “Er zijn geen getuigen en er zijn geen sporen aangetroffen in de woning. Als ze van de trap gevallen is, staat ook niet vast of ze geduwd is.”
Kist in hennepkwekerij
M. heeft bekend het stoffelijk overschot van Johnsen in zeilen en met ducttape te hebben verpakt. “Het lichaam gaat stinken,” vertelde hij daar woensdag over tijdens een pro-formazitting. Vervolgens stopte hij haar in een kist in een hennepkwekerij in de woning. Boven op de kist plaatste hij allerlei spullen. “Ik heb Jane’s lichaam niet weg willen maken,” aldus M., die stelde het juist te willen ‘bewaren’. “Ik wilde tijd hebben om een einde aan mijn leven te maken.” Daartoe zou hij oxycodonpillen hebben besteld.
Na de dood van Johnsen had M. via Skype gesprekken met zijn ex-vrouw in Colombia. Daarin vertelde hij over de dood van Johnsen. Over de vertaling van die gesprekken bestaat enige onduidelijkheid. “Jane is dood, het is veel erger dan gedacht. Ik dronk vier flessen per dag,” zou hij volgens de politie hebben geschreven. Naar eigen zeggen was het juist: “Jane is dood, het is veel erger dan gedacht. Ze dronk vier flessen per dag.”
Teruggetrokken bestaan
De Amerikaanse Johnsen kwam in de jaren negentig naar Amsterdam. Ze verbleef hier illegaal, leidde een teruggetrokken bestaan en verdiende haar geld onder andere met schoonmaken. In het nachtleven leerde ze M. kennen. Het stel had een moeizame knipperlichtrelatie. M. verbleef, voorafgaand aan haar dood, in de woning van Johnsen. Ze verzorgde hem omdat hij kanker zou hebben, hetgeen later niet waar bleek te zijn.
Twee vrienden van Johnsen hebben bij de politie verklaard dat M. vaker agressief gedrag vertoonde. Ook zijn er meerdere meldingen in de politiesystemen van overlast door ruzies in de woning aan de Jonge Roelensteeg.
De advocaat van M. vroeg de rechtbank om de voorlopige hechtenis van zijn client op te heffen. Daarin ging de rechtbank niet mee. Met name in het verdachte gedrag van M. na de dood van Johnsen ziet de rechtbank voldoende ernstige bezwaren om hem langer vast te houden. Daarnaast besliste de rechtbank dat Skypegesprekken opnieuw vertaald moeten worden en nader onderzocht moet worden of de dood van Johnsen het gevolg is van een val van de trap of van verwurging.