PlusAchtergrond
Narcistische gebouwen zijn uit, blijkt uit de 10 nominaties voor de Amsterdamse Architectuur Prijs
Narcistische gebouwen zijn uit, de gebruiksvriendelijkheid is terug in de architectuur. Wat ook opvalt aan de tien nominaties voor de Amsterdamse Architectuur Prijs (de gouden AAP): duurzaamheid is inmiddels heel gewoon.
Voorbij is de periode van de narcistische gebouwen die als modellen op een catwalk paraderen, maar die net als de nieuwe kleren van de keizer niks dragen. Iconisch is verdacht. Het draait om de inhoud, zou de conclusie kunnen luiden van de tien nominaties voor de zestiende editie van de Gouden AAP (Amsterdamse Architectuur Prijs). Het lijkt een echo van de geest van de jaren tachtig: de gebruiksvriendelijkheid is terug in de architectuur. De medemenselijkheid, de verbinding en de ontmoeting zijn de kernwaarden van vandaag.
Dakterrassen en gedeelde tuinen
Die wending is begrijpelijk. Er is een grote crisis op de woningmarkt in Amsterdam, waar jongeren nauwelijks kans maken op een (fatsoenlijke) woning. Onbetaalbare huren, koopwoningen met hoge hypotheekrente en domweg een schrijnend tekort aan huizen waardoor Amsterdammers uitwijken naar randgemeenten of verder. Zeker vier van de nominaties staan in het teken van gedeelde ruimtes, gemengde functies, sociale huur naast koop en studio’s, maar ook gezinswoningen. Samenleven zullen we: het lijkt wel een gebod. Het begrip tiny house valt niet, maar aan alles is te merken dat de Amsterdammer van nu het moet zoeken in gedeelde tuinen, dakterrassen, koffiebars en een fenomeen als spaces.
De tien nominaties – van Sluishuis op IJburg tot fietsenstalling Open Havenfront – vormen een indicatie van de ontwikkelingen in de bouw. De uiteindelijke winnaar wordt bepaald door een vak- en publieksjury. De vakjury bestaat uit Najah Aouaki (econoom en stadsstrateeg voor creatieve en inclusieve steden), Frederik Vermeesch (architect-directeur Rijnboutt) en Jana Crepon (partner en landschapsarchitect bij Inside Outside), die de projecten op 24 maart zullen bezoeken.
Duurzaamheid en circulariteit, in vorige edities nog een groot issue, zijn niet afgeschaft, maar een logisch onderdeel geworden van het bouwproces. Dat geldt ook voor transformatie en hergebruik. Hoewel hout in opkomst is, is het nog geen gemeengoed. Sloop is zo milieuvervuilend dat architecten en ontwikkelaars er alles aan doen om gebouwen te behouden en om te vormen. Goed voorbeeld daarvan is het voormalige kantoor aan het Frederiksplein – van architect Arthur Staal – dat ook meedong naar de Zuiderkerkprijs en nu bij de laatste tien hoort.
Tekst gaat verder onder het beeld.
Gebouwen uit de jaren zeventig en tachtig die lang verguisd waren, krijgen opnieuw een kans. Post65 is een platform dat het jonge erfgoed uit de periode tussen 1965 en 1995 inventariseert. De twee kantoorvilla’s voor het Rijksmuseum van architect Frans van Gool kwamen zo op de lijst van gemeentelijk monument, terwijl ze eind jaren zeventig door schrijver Gerrit Komrij tot de lelijkste van Amsterdam werden uitgeroepen.
Omdat de glanzende buitenkant ons zand in de ogen kan strooien en dus verdacht is geworden, is het zwaartepunt komen te liggen op de binnenkant. Dat verklaart waarom het hoofdkantoor van Booking.com niet tot de tien is doorgedrongen – op zich verbazingwekkend, want het interieur is spectaculair. Ook Q Residences in Buitenveldert ontbreekt, evenals Citadel in West – wat dan weer begrijpelijk is vanwege de onbeholpen plattegronden. Daar staan dan tegenover Jonas op IJburg en het Jakoba Mulderhuis, die allebei op hun eigen wijze – een kloof en een atrium – hartverwarmend zijn. Plekken waar bewoners en bezoekers zich thuis voelen.
IJburg voor het eerst echt aanwezig
Conclusie bij het zien van de tien: Zuidas, Amstelkwartier, Nieuw-West en Noord ontbreken, Zuidoost dringt al jaren niet tot de lijst door. En IJburg is nu voor het eerst echt aanwezig, natuurlijk met Sluishuis, Jonas en ook De Warren.
Is er een gedoodverfde winnaar? We zetten in op de fietsenstalling onder het Open Havenfront, omdat het een geschenk is aan de stad. Ach ja, er is filevorming op het rollend tapijt bij de ingang, maar dat lijkt een kinderziekte, en anders vervang je dat door een trap met goot. Want het maaiveld is fietsvrij en dus opgeknapt. Gaat dan toch de PvdA pleiten voor een herbestemming van de fietsflat?
De tien nominaties
Sluishuis
441 energieneutrale appartementen rondom een binnenhof en een binnenhaven bij de entree van IJburg. Van de nominaties is dit het meest iconische gebouw, met zijn opengesneden hoek en trappen die leiden naar een omloop op het dak. Kanttekening: de toegang naar de trappen gaat ’s avonds dicht. In de zomer van 2022 was dit al onmiddellijk een attractie. Architecten: Bjarke Ingels Group en Barcode.
Jonas
273 appartementen waarvan 83 koop en 190 huur, met een markante collectieve route door het hart van het gebouw. Een kloof omzoomd met gebogen houten staanders. Het dakterras is een openbaar toegankelijk dakstrand met uitzicht op de binnenhaven van IJburg. Multifunctioneel dankzij een café, yogastudio en een meditatietuin. Architecten: Orange en Felixx Landscape Architects.
Frederiksplein 1
Kantoorgebouw van Arthur Staal uit 1967, omgevormd tot een modern centrum met werkplekken. Met de historische gebouwen ernaast is een relatie gelegd in het ontwerp. Was ook al gepreselecteerd voor de Zuiderkerkprijs. Architecten: Office Winhov.
Stadswerf Oostenburg
Grootschalige ontwikkeling van een voormalige stadswerf (VOC) met 450 woningen en combinatie van koop, sociaal, midden en vrije sector. Gemeenschappelijke binnentuin, afwisseling in hoogte. Stedenbouw in hoge dichtheid, dat de Van Gendthallen overschaduwt. Architecten: Ronald Janssen, Bastiaan Jongerius en Paul de Ruiter.
Jakoba Mulderhuis
Sluitstuk van de kennismijl van de Hogeschool van Amsterdam op een stukje grond aan de Wibautstraat, waar ooit een transformatorhuis stond. De ontmoeting in het atrium met zijn brede trappen en terrassen is de kern van het ontwerp. Want colleges volgen kun je ook via je laptop. Alle onderdelen kunnen worden gedemonteerd en hergebruikt. Architecten: Powerhouse Company, Architekten Cie en Marc Koehler.
Pillows Hotel Oosterpark
Het voormalige laboratorium van architect Bernard Springer, gebouwd aan het begin van de twintigste eeuw, is omgevormd tot een grand boutique hotel. Oorspronkelijke onderdelen van het interieur zijn zo veel mogelijk gespaard, de terrazzovloeren, de trappenhuizen en de gevels aan het park. Huwelijk van nieuw en oud. Architect: Office Winhov Studio Linse.
De Warren
Wooncoöperatie ontwikkelde een complex dat gericht is op verbinding en ontmoeting. Delen is het devies: de gemeenschappelijke ruimtes, de binnentuin, de woongroepen – er zijn er vijf – die ook nog profiteren van de inbreng door klein en groot gedierte. Houtbouw. Architect: Natrufied.
Fietsenstalling Open Havenfront
De garage onder het IJ was nog niet klaar, maar deze wel, in de eerste week van januari. Plaats voor 7000 fietsen tussen paddenstoelvormige kolommen, met kunstwerken op de muur – beelden van de Amsterdamse geschiedenis. Rolpaden en -trappen verbinden de Prins Hendrikkade ondergronds met de verdeelhal van metro en trein. Architect: Wurck.
De Burman
De vve heeft de oude appartementen in de Burmandwarsstraat (bij de Weesperzijde) uit de jaren tachtig gerenoveerd en geïsoleerd, en er bovendien een nieuwe etage op geplaatst met vijftien nieuwe appartementen. Er zijn ook trappenhuizen en een lift toegevoegd. Architect: Xoomlab, Harvey Otten & Joost Vorstenbosch.
De Jakoba
Dit project, met 135 studioappartementen die bedoeld zijn voor starters, is het enige in Noord dat is genomineerd. Compact wonen dus, met commerciële voorzieningen in de plint en een gemeenschappelijke binnentuin. Delen is ook hier het sleutelwoord. Architect: Studioninedots. Buro Sant & Co.