PlusReportage
Na 83 jaar doen corona en gentrificatie deze iconische kapsalon in De Pijp de das om
Na 83 jaar valt het doek voor herenkapsalon L. Visser in de Ferdinand Bolstraat. Het afscheid valt zowel de klanten als de eigenaar erg zwaar. ‘Alsof je je huis verliest.’
In de rode stoelen van kapsalon L. Visser, in het licht van een lamp die ooit dienstdeed aan boord van de Holland-Amerika Lijn, zijn 83 jaar lang kilometers aan haren geknipt en duizenden verhalen van mond tot mond gegaan. De geschiedenis van de zaak is terug te zien op de foto’s aan de muren: vetkuiven maakten plaats voor lange bakkebaarden, en in het knipteam van de zaak verschijnen langzaam maar zeker steeds meer vrouwen.
“Sommige klanten worden nog steeds liever geknipt door een man,” vertelt de 50-jarige eigenaar Linda van Rootselaar. “Die zijn daar denk ik wat traditioneler in.” Ze kan de humor er wel van inzien.
In 2004 ontfermde ze zich over de zaak van haar vader Jacques Visser, die in 1973 het stokje van zijn vader overnam: Jacques Visser senior. Daarvoor werd de herensalon beheerd door ene meneer Van Veen, die de kapsalon in 1938 opende. Maar na drie generaties Visser is het doek gevallen. De coronacrisis betekende de genadeklap voor de familieonderneming.
“Het is alsof je je huis verliest. Ik had er graag nog mee door willen gaan,” verzucht Van Rootselaar. “Deze buurt is enorm veranderd. De afgelopen jaren werden we daardoor ook afhankelijk van het bezoek van expats. Omdat die door de crisis allemaal zijn weggegaan, is het voor ons steeds moeilijker geworden.”
In augustus werd bekend dat L. Visser de deuren moet sluiten. “Lange tijd wilde ik het er met niemand over hebben. Ik hoef ook niet te weten wat ze hierna met het pand gaan doen. Dat is te pijnlijk.”
Oud en vertrouwd
De tegen de ramen kletterende regen weerhoudt mensen er niet van langs te komen voor een knipbeurt. Een binnenstappende klant wordt ontvangen door Van Rootselaars collega Elles Kommings (46). Kommings werkt al 29 jaar bij L. Visser en is een vat vol anekdotes. Zo heeft ook zij familiebanden binnen het bedrijf. “Ik heb nog met mijn vader gewerkt hier. Die werkte in dienst van Linda’s vader. Omdat hij best wel kritisch op mij was, hebben we op een zeker moment besloten dat ik aan de ene kant van de zaak werk en hij aan de andere.” Ze wijst naar de plek waar haar vader gestaan moet hebben.
Het interieur is in al die jaren nooit veranderd. De kastjes voor de spiegels dragen wat verouderde wasbakken, de stoelen hebben een klassieke rode kleur en de blauwgroene vloer doet denken aan de vloer die je in de gymzaal van een oude basisschool treft.
Niet te veel poespas
Ook klanten betreuren de naderende sluiting. “Ik ga de echte Amsterdamse gezelligheid missen. De sfeer is hier fijn en traditioneel. Niet te veel poespas,” zegt de 66-jarige Eric Verschuur vanuit de kappersstoel. “Echt tragisch om te zien dat er steeds minder ruimte is voor dit soort historische winkels.”
De 58-jarige Marcel Guttmann komt sinds jaar en dag bij L. Visser. “Ik ging er vroeger al met mijn vader naartoe. Vreselijk dat dit gebeurt. Deze hele zaak is een museumstuk. Straks komen er slopers langs die het pand leegtrekken en komt er waarschijnlijk een of andere Starbucks in.”
Op 11 december neemt Van Rootselaar afscheid van de zaak die zij haar leven lang als thuis heeft beschouwd. “Ik kwam als kind hier altijd al binnen. We woonden hierboven. Al het personeel en de klanten wisten precies wie ik was en waar ik mee bezig was. Daar moet ik nu afscheid van nemen. Dat valt me erg zwaar.”
Voorlopig zal ze in ieder geval niet snel met een schaar in de hand te vinden zijn. “Een nieuwe kapsalon wordt ’m niet. Misschien ga ik wel in de ouderenzorg werken. Dat lijkt me wel mooi.”