PlusExclusief

Maik de Boer: ‘Die zwarte baard? Dat is uitstel van ouderdom, ik verf het met een mascararollertje’

Mode- en lifestyledeskundige en tv-persoonlijkheid Maik de Boer groeide op in Zuid en ontdekte pas op zijn 32ste dat hij twee Joodse oma’s had. ‘Veel Joden zaten in de confectie. In die wereld herkende ik zoveel. De humor, de gedrevenheid, de smaak.’

Robert Vuijsje
Maik de Boer (62): ‘Ik blijf leeftijdloos en verdien daar mijn geld mee, ik zie er hetzelfde uit als twintig jaar geleden.’ Beeld Erik Smits
Maik de Boer (62): ‘Ik blijf leeftijdloos en verdien daar mijn geld mee, ik zie er hetzelfde uit als twintig jaar geleden.’Beeld Erik Smits

De moeder van Maik de Boer vond de inrichting van hun nieuwe appartement zo beeldig, aan de Europaboulevard, tegenover de ingang van het Amstelpark. “Het was helemaal in haar smaak. Overal pluche, tapijten aan de muur.” Zijn vader was meer bezig met de overnamekosten, 30.000 gulden.

“Ik weet nog hoe hard hij moest lachen toen hij hoorde dat de bekakte buren protest hadden aangetekend tegen de vorige eigenaars. Ze hadden het type vrouwen gezien dat hier niet thuishoorde. Ons appartement zou eerst een bordeel worden. Dat ging niet door en toen hebben mijn ouders het gehuurd. Mijn vader noemde dat: een vrouw die zich liggend staande houdt.”

Als kind voelde De Boer dat er iets niet klopte, alleen wist hij niet precies wat het was. “Mijn ouders waren katholiek, maar op zaterdag aten we matzes. Mijn vader had een hele grote neus, over hem werd de grap gemaakt: als hij voorover valt in de tramrails, kun je hem op de remise van lijn 1 eruit halen. Of zoals mijn broertje het zei: hij kan een sigaretje roken onder de douche, door die neus wordt het niet nat.”

“De beste vriend van mijn vader was een Joodse jongen, die woonde in de Scheldestraat. Zijn vrouw was ook Joods, ze had paars haar en zei altijd: mijn hele leven is er niet naar me omgekeken, nu heb ik mijn haar geverfd en kijken ze allemaal. Tegenover hun huis was een synagoge. Als die man daarheen ging, riep zijn vrouw: hij gaat weer naar zijn cluppie, ik hoef niet mee, hoor. Ik kwam graag bij ze thuis, we kregen altijd veel eten.”

Wat klopte er niet?

“Daar kwam ik pas jaren later achter, stukje bij beetje. Ik was 32 en ging in de mode werken. Veel Joden zaten in de confectie. In die wereld herkende ik zoveel. De humor, de gedrevenheid, de smaak. Mijn oma had geen cent te makken, ze maakte al haar kleren zelf, maar ze liep als een grande dame over straat.”

“Mijn oma’s heetten Meyer en Fritschie, de moeders van zowel mijn vader als moeder waren Joods en getrouwd met katholieke mannen. Ik ben geboren in 1960, over de oorlog werd nooit gesproken. Het joodse geloof werd ontkend en weggestopt, uit angst voor wat in de oorlog was gebeurd. We werden katholiek opgevoed. Mijn vader speelde orgel in de kerk, we werden gedoopt en ik heb communie gedaan.”

“Ik denk dat ik 12 was toen ik vroeg of ik op school een spreekbeurt mocht houden over het joodse geloof. Dat mocht niet van mijn vader. Ik wilde ook een keppeltje hebben. Toen heeft mijn moeder er met de hand eentje voor me gemaakt. Met een gouden kwastje. Dat was dan weer niet joods, maar haar creatieve inbreng.”

Hoe kwam je in de modewereld terecht?

“Ik wist dat ik naar de televisie wilde en ging werken in De Kroon, wat toen een mediacafé was op het Rembrandtplein. Jeroen Pauw nam daar een talkshow op. En ik werd gastheer bij Joop van den Ende. Ik dacht: als ik er in de buurt ben, maak ik een grotere kans om binnen te komen. Het begon uiteindelijk met een stage die ik liep bij Coco de Meyere, de styliste, tijdens het laatste jaar van de tv-serie Zeg ’ns Aaa.”

“Ik mocht haar assisteren bij de styling en stond ineens oog in oog met mijn idool, Carry Tefsen. Jarenlang had ik de telefoon opgenomen zoals zij dat deed in die serie, met een Amsterdams accent: ‘Met de assistente van dokter Van der Ploeg’. Het hielp dat mensen me al kenden door mijn horecawerk, Amsterdam is een dorp. En ik zag er opvallend uit. In die tijd had je nog antwoordapparaten. Vrienden spraken boodschappen in als: liep jij net met een belachelijke bolhoed op je harses door de Leidsestraat? Als ik in de P.C. Hooftstraat naar een dure winkel ging om, in ruil voor naamsvermelding, gratis kleding mee te krijgen voor een tv-opname, moesten ze wel weten wie ik was en erop vertrouwen dat ik die kleren weer terug zou brengen.”

Wat doet een stylist?

“Je zoekt de kleding uit, verdiept je in de anatomie van de klant en volgt de mode. Het moet passend zijn. Ik kleedde onder meer Astrid Joosten. Als zij Nelson Mandela interviewde, droeg ze rustige kleuren, híj moest shinen. Ik hield ook van grapjes. Bij een gesprek met Gerrit Zalm, die toen minister was, gaf ik haar een zalmroze jasje. Thuis had ik daar dan lol om. Maar ik doe al heel lang geen styling meer, voor tv werk ik nu als presentator en sidekick. En ik fotografeer en geef lezingen over wat je communiceert met kleding.”

Je kale hoofd en baard, zat daar een gedachte achter?

“Ik had altijd bewondering voor karikaturen die types werden. Karl Lagerfeld met zijn hoge boorden, zwarte bril en grijze staart. Bij mij is het toevallig zo ontstaan. Dat ik het kaal heb geschoren is praktisch, ik hoef niet meer na te denken over hoe mijn haar zit. En die zwarte baard is het uitstellen van de ouderdom, ik verf het met een mascararollertje. Ik blijf leeftijdloos en verdien daar mijn geld mee, ik zie er hetzelfde uit als twintig jaar geleden.”

Waarom ben je gedeeltelijk naar Barcelona verhuisd?

“Voor de anonimiteit, in Amsterdam word ik op iedere straathoek aangesproken. Door dat herkenbare hoofd. In 2011 heb ik in Barcelona een appartement gekocht, in het oude centrum. Het is alsof de tijd daar heeft stilgestaan, het is Amsterdam in de jaren tachtig. Amsterdam is verhard en overgenomen door mensen die huizen kopen en weer doorverkopen. Maar ik wil niet, zoals mijn ouders, klagen over hoe vroeger alles beter was. Een stad verandert en daarin beweeg ik mee.”

Hoe is het veranderd?

“Ik kom uit de tijd van de iT, ik heb Manfred Langer goed gekend. Het was vrij en extravagant. Nu zijn we vertrut, het is niet meer zo spannend, mensen willen niet opvallen. Dat begrijp ik ook wel, ik ben zelf vaak genoeg achterna gezeten omdat ik er opvallend uitzag. Dan moest ik op mijn plateauzolen wegrennen. Potenrammers, zo heette dat vroeger.”

Is Amsterdam veranderd als homostad?

“We wonen hier nu met 178 nationaliteiten, in veel van die landen en godsdiensten wordt gay zijn niet geaccepteerd.”

Is dat de grootste verandering?

“Zo wil ik niet denken. Als vrienden zeggen: die zwarte man heeft dat gedaan – dan vraag ik altijd waarom ze moeten benoemen dat hij zwart is. Waarom niet gewoon: die man? Al die nieuwe culturen brachten ook veel moois mee, zoals het lekkere eten.”

De vader van De Boer werkte als expediteur, in de kunst- en vrachttransport. “Ik was de oudste zoon, een voorbeeld voor de andere twee kinderen. Van mij werd verwacht dat ik de zaak misschien zou overnemen, en dat ik een vrouw kreeg en voor kleinkinderen zorgde. Ik wilde het goed doen voor mijn ouders. En ik wilde bij de maatschappij horen, bij de traditie waarin ik werd opgevoed.”

“Als kind heb ik letterlijk met mijn hoofd tegen de muur gebonkt in de hoop dat het dan ophield, dat ik hetero zou worden. Pas op mijn 32ste ging ik in de mode werken en werd ik geaccepteerd zoals ik ben. In mijn hoofd koppelde ik die Joodse kant aan thuiskomen, ergens bij horen, omarmd worden. Ik kon zijn wie ik wilde zijn. Toen ben ik ook pas uit de kast gekomen.”

Dat is vrij laat, toch?

“De Gay Pride Parade bestond toen al. Ik weet nog dat ik met mijn vader daarnaar keek – hij moest bijna kokhalzen, zo misselijkmakend vond hij die beelden van blote konten en travestieten. Aan díe man moest ik vertellen dat ik gay ben? Zelf veroordeel ik het niet, mannen die er zo bij willen lopen, maar laten we niet denken dat we allemaal zo zijn.

“Ik vind het lastig dat een coming-out is gerelateerd aan je seksualiteit. Van een ander wil ik ook niet weten wat hij in bed doet. Jaren later heb ik zelf op zo’n boot gestaan, maar dan wel met een mooi pak aan en een roze das om, om te laten zien hoeveel verschillende soorten homo’s er zijn.”

null Beeld Erik Smits
Beeld Erik Smits

CV
Maik de Boer (Amsterdam, 1960) noemt zichzelf fashion & lifestyledeskundige en tv-persoonlijkheid en programmamaker. Hij geeft ook presentaties in het land.

De stad van... Maik de Boer

Echt Amsterdams
“In een rondvaartboot met buitenlandse vrienden zie ik de stad door hun ogen en denk ik: hier woon ik en ook nog op een toplocatie.”

Accent
“Ik spreek ABN, maar kan net zo goed plat praten met een taxichauffeur, als hij dat ook doet.”

Havermelk
“Daar moet ik zo om lachen, het is hysterisch. Ik wijt het aan rijkdom, mensen bedenken de raarste dingen.”

Huur of koop
“Koop. Huurhuizen moeten beschikbaar zijn voor de jeugd.”

Import
“Dat kunnen absoluut Amsterdammers worden. Laat alle creativo’s hier komen, daar wordt de stad leuker van. Maar noem jezelf geen Amsterdammer als je hier niet bent geboren.”

Amsterdammers klagen graag over de snel veranderende stad, maar willen hier toch blijven wonen. Hoe werkt dat, vraagt schrijver Robert Vuijsje (Alleen maar nette mensen, Salomons oordeel) zich af in een wekelijkse interviewserie met bekende en minder bekende Amsterdammers. Lees hier alle afleveringen terug.

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden