PlusReportage
Klotsoksels in een tunnel? Zo kom je ervan af
Twintig automobilisten met tunnelangst gingen de confrontatie aan met wat ze het meest vrezen: een tunnel zonder zichtbaar eind. Omdat de Gaasperdammertunnel zijn voltooiing nadert, konden ze er de hele dag oefenen.
Vlak voor de ingang van de tunnelmond, slaat de angst toe. Terwijl de zon eindelijk weer eens een keer schijnt, is de toegang tot de Gaasperdammertunnel een steeds groter wordend, allesverslindend zwart gat. Je moet van tunnelminnende huize komen om hier doodgemoedereerd naar binnen de slenteren.
En tunnelminnend zijn ze zeker niet, de twintig cursisten die zich woensdagmorgen hebben gemeld bij de bouwkeet naast station Bullewijk in Zuidoost. Sterker nog: ze zijn doodsbang voor wat komen gaat. Want als het goed is, gaan ze ondergronds, eerst te voet en uiteindelijk zelfs achter het stuur van hun auto. De Gaasperdammertunnel door, 3 kilometer van kop tot staart. Een takke-eind is het, voor wie lijdt aan tunnelangst.
Het is een veelvoorkomende angst, zegt een woordvoerder van Rijkswaterstaat: “Naar schatting 10 procent van de Nederlanders is bang voor verkeer. Dat kan tunnelangst zijn, maar ook snelwegangst of angst om over een brug te rijden.”
Met de training wil Rijkswaterstaat aandacht vragen voor het onderwerp. De oplevering van de Gaasperdammertunnel, die dit voorjaar gepland staat, is een mooie aanleiding: de cursisten kunnen oefenen in de tunnel. Laagdrempelig, niet opgejut door begriploze automobilisten achter hen.
Afgevoerd
Want erg is het, zegt een van de deelneemsters. “Ik heb al vaker stilgestaan vlak voor een tunnel. Dan had ik al mijn moed verzameld en dacht ik: doe niet zo kinderachtig, rij er gewoon doorheen, mens. Maar dan durfde ik uiteindelijk toch niet. Moest ik worden afgevoerd door zo’n tunnelbeheerder.”
De dag begint al best onheilspellend met een uitleg over de nieuwe tunnel. Rijkswaterstaat en de aannemer zetten alle zeilen bij: de tunnel is state of the art, uitgerust met iedere moderne veiligheidsmaatregel denkbaar. Dat er 1500 detectielussen in het asfalt zijn aangebracht die ogenblikkelijk alarm slaan als mensen zachter gaan rijden. “Alles wat u doet, wordt opgemerkt. Als u bang bent in een tunnel, weet dan dat u daar niet alleen rijdt. U wordt gezien.”
Het heeft een dubbel effect op de cursisten. Want ja, ze zijn blij om te weten hoe dat nu precies zit met veiligheidsdeuren en omroepinstallaties en ventilatoren die eventuele rook in de goede richting moeten blazen. Zoals een van de deelnemers, er zijn achttien vrouwen en twee mannen, het zegt: “Dat stelt me best een beetje gerust.”
Maar tegelijk geldt ook dat hoe meer deze cursisten weten wat er allemaal fout kan gaan, des te meer is er om angstig over te zijn. “Oh ja, brand op twee plekken tegelijk, dat kan natuurlijk ook nog.”
Klotsoksels
De technische mannen rond de tunnel proberen het vooral met ratio. Dat deze tunnel zelfs bij de hevigste brand de eerste twee uur gegarandeerd niet instort, zal allemaal best waar zijn, zeggen de deelnemers. “Maar wat heb je daaraan als je vastzit?”
Lianne, een 48-jarige thuisverpleegkundige, probeert tunnels te allen tijde te vermijden. Als het even kan, rijdt ze een eindje om. “Ze zeggen dat het veilig is. En ik geloof ze ook wel, maar het voelt gewoon anders. Zodra ik een tunnel in rij, breekt het zweet me uit. Zit ik daar met mijn klotsoksels.”
Rijangstcoach Bas Verstraeten, hij helpt onder meer politieagenten met tunnel- en snelwegangst, loodst de aan hem toegewezen deelnemers met veel opbeurende woorden en begrip door de dag. “30 kilometer per uur is hard genoeg, het belangrijkste is dat je doorrijdt,” zegt hij als Lianne en Lia aan het einde van de dag hun angst overwinnen en door de tunnel rijden. Lia (60), die soms spanning op haar borst voelt als ze een tunnel doormoet, vindt de training geslaagd. “Hier is ten minste begrip, men vindt het niet raar dat je angst hebt voor tunnels.”