PlusReportage

Kan de internationale trein terrein winnen in Amsterdam?

De trein als serieus alternatief voor het vliegtuig, wat kan Amsterdam daaraan bijdragen? Raadsleden lieten zich dinsdag bijpraten door deskundigen uit het veld.

Marc Kruyswijk
 Eurostar en Thalys kunnen nog heel wat ‘collega’s krijgen op Amsterdam CS, denken experts.  Beeld ANP
Eurostar en Thalys kunnen nog heel wat ‘collega’s krijgen op Amsterdam CS, denken experts.Beeld ANP

Amsterdam zou zich wat meer naar zijn imago mogen gedragen, zegt voormalig ProRaildirecteur Pier Eringa tegen de raadsleden. De hoofdstad mag de naam hebben altijd en overal alles beter te weten, als het aankomt op het opeisen van een plekje in het internationale spoornetwerk, stelt Amsterdam zich nogal braaf op. “Amsterdam is internationaal gezien niet heel herkenbaar als stad waar je gemakkelijk met de trein heengaat. Wees eens wat eigenwijzer.”

Het gaat Eringa, tegenwoordig baas bij het moederbedrijf van busvervoerder Connexxion, niet snel genoeg. “Internationaal gezien is het spoor een lappendeken, ieder land werkt met eigen technologie. Europa zou daar iets aan moeten doen, we moeten af van al die nationale belangen. Inderdaad heb je als stad niet direct heel veel te vertellen, maar jullie zouden je ook direct tot Brussel kunnen wenden. Daar hebben ze de macht om veranderingen door te voeren.”

Eringa was dinsdag een van de deskundigen uit de spoor- en luchtvaartwereld op de expertmeeting van de gemeenteraad over snelle internationale treinverbindingen. Op initiatief van PvdA-raadslid Dennis Boutkan ging het over de mogelijkheden voor internationaal treinverkeer in Amsterdam en de regio. “We horen dat de trein als alternatief moet gaan dienen voor de korte vluchten, wat kunnen wij daar als stad aan bijdragen?”

Reizigersgroei

Die kansen zijn er, tonen grafieken gedurende de avond. In 2050 zouden alle vluchten in een straal van 250 kilometer rond de stad (Brussel, Düsseldorf) moeten zijn vervangen door treinreizen. Van alle vluchten op bestemmingen tussen de 250 en 500 kilometer (Hamburg, Parijs) zou dan 30 procent over het spoor moeten kunnen. En zelfs bij vluchten tot 750 kilometer (Berlijn, Stuttgart) zou nog 6 procent met de trein moeten kunnen.

Het komt aan op aanbod en frequentie, zegt Heike Luiten, directeur van NS Internationaal. “Dan komen de reizigers vanzelf.” Volgens haar is er een wereld te winnen, maar moeten we niet te negatief zijn over de ontwikkelingen op het spoor. “Het gaat heel erg goed. Neem de bestemming Berlijn, waar we afgelopen zomer meer dan 20 procent reizigersgroei hadden ten opzichte van het jaar ervoor.” Volgens Barth Donners van ingenieursbureau Royal HaskoningDHV is dat opmerkelijk en zegt het iets over het denken over mobiliteit: “Want de trein is niet sneller of comfortabeler geworden.” En ook niet goedkoper, hoewel we af moeten van het idee dat treinreizen per definitie veel duurder is dan goedkope prijsvechtvluchten. Luiten: “Reizigers zullen eraan moeten wennen dat je een internationale treinreis niet een paar dagen van tevoren boekt. Dat doe je met een vliegtuig ook niet.”

Luchthavencode

Weer krijgt de NS-directeur bijval van expert Donners. “De trein is gemiddeld zo’n tien tot vijftien procent duurder dan het vliegtuig, dus dat verschil is overzichtelijk.”

Op de vraag van een raadslid waarom internationale treinreizen niet in vluchtvergelijkingssites staan, heeft Donners een helder antwoord: dat staan ze namelijk wel. “Amsterdam CS heeft een luchthavencode. Als je via Google een reis boekt en je zoekt op ‘alle luchthavens’ dan worden ook de reizen via het Centraal Station meegenomen in de antwoorden.”

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden