PlusTen slotte
Jos Hogenbirk (1972-2020): inspirerend docent vol geloof in het goede
Vrijheid, het leven en de dood: Jos Hogenbirk wist grote onderwerpen behapbaar te maken voor de leerlingen van het 4e Gymnasium in West. De geliefde filosofiedocent is op 48-jarige leeftijd overleden aan de gevolgen van kanker.
Op zijn sterkst was Jos Hogenbirk wanneer hij mocht doceren over de allergrootste vraagstukken. In luchtige, maar inhoudelijke lessen maakte hij onderwerpen als vrijheid, het leven en de dood tot behapbare materie voor leerlingen van 12 tot 18 jaar. Zijn boodschap aan die leerlingen was duidelijk: het is belangrijker vragen te stellen dan antwoorden te vinden.
Op zaterdag 4 juli overleed Hogenbirk op 48-jarige leeftijd aan de gevolgen van kanker. Hogenbirk, die met zijn partner Zoë en dochters Tinker, Olivia en Sophia in Hilversum woonde, was een geliefde docent op het 4e Gymnasium in Amsterdam-West. Hij werkte daar als filosofiedocent vanaf het jaar dat de school werd opgericht, in 2005. Hij zag in die periode zijn school uitgroeien van een groep pioniers tot een gevestigd instituut in het onderwijslandschap van de stad.
Voor leerlingen was Hogenbirk een docent die door zijn directe manier van lesgeven en zijn scherpe geest vanzelfsprekend waardering afdwong. Zijn lessen gingen altijd over de grote onderwerpen van het leven, zonder dat daar een oordeel of een mening aan werd vastgeplakt. De zin van het leven was een terugkerend thema – en daarmee ook de dood.
Ook toen die dood hem plots op de hielen zat, meed hij dat onderwerp niet. In een video-interview, gemaakt door een leerling, spreekt hij op zijn vertrouwde toon – een mix van rust, enthousiasme én vertwijfeling – over zijn ziekte. “Mijn angst voor de dood zit hem het meest in een soort reflectie op de mensen om mij heen. De verontrusting dat ik mijn dochters niet ouder kan zien worden.”
Wanneer ben je een goed mens?
Hogenbirk was zowel binnen als buiten de klas een pleitbezorger van geloof in het goede. “Het is geen toeval,” zegt vriend en collega Erik Jan Koeman, “dat in Jos’ laatste les op 20 mei de vraag centraal stond wanneer je een goed mens bent.”
Elk nieuw schooljaar ging Hogenbirk de discussie aan met een eigenwijze eersteklasser die zeker wist dat ieder individu in de kern wel egoïstisch móest zijn. Want zo zijn mensen toch? Goede daden doen we toch louter uit eigenbelang? Hogenbirk stond dan op, veegde zijn blonde haren achter zijn oren en begon vragen te stellen. “Door te praten kom je tot de meeste gedachten,” zei hij over die aanpak.
Zijn ziekte ondermijnde die positieve grondhouding niet. Zelfs het naderende einde kreeg bij hem een filosofische gloed. “De toenemende bewustwording van die eindigheid maakt alles nóg waardevoller.”